Met deze link kunt u gratis de studie downloaden over zondag of sabbat zoals God dit ons in de Bijbel leert of klik op: zondagofsabbat.pdf.
Wacht tot het document op uw beeld verschijnt, dit kan tot 30 seconden duren.
Wij raden u aan de studie te downloaden via bovenstaande link of via zondagofsabbat.pdf
Hieronder staat de onbewerkte tekst zonder afbeeldingen.
Concept 21-10-2020
Sabbat
een Goddelijk geschenk!
Waarom zouden we de door God geheiligde zevende dag, de sabbat, vieren?
Omdat God dit ons in Zijn heilig, waarachtig en onveranderlijk Woord leert via Zijn volk Israël aan de hele wereld.
Gods sabbatsgebod:
Exodus 20:8-11 8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt. 9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; 11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee, en alles wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
Jezus leert wat Zijn Vader Hem en ons leert:
Johannes 7:16b Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
Jezus leert Zijn geboden te houden:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
Paulus leert:
1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers,
gelijkerwijs ook ik van Christus(Jezus).
Constantijns zondagswet (321 na Christus) tegen Gods Woord:
“Op de Heilige Dag van de Zon dienen magistraten en mensen wonende in de steden te rusten en dienen winkels gesloten te zijn.
Jezus leert de onveranderlijkheid van Zijn heilige Wet:
Mattheus 5: 18b: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan
Sabbat = 7e dag
Zondag = 1e dag
De sabbat, de 7e dag, is in het Nieuwe Testament nog steeds
de dag vóór de 1e dag (zondag):
Mattheüs 28:1 En laat na den sabbat, als het begon te lichten tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdaléna en de andere Maria, om het graf te bezien.
2 Timothëus 3:16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Op grond van alleen de Bijbel, dienen dwalingen weerlegd te worden tot eer van God en onderwijzing van Gods volk.
Als u van mening bent dat mensen de zondag kunnen houden en de wekelijkse sabbat mogen ontheiligen dan is het ook uw plicht om dit op grond van alleen de Bijbel aan te tonen:
2 Timóthëus 4:2 Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. 3 Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer(Gods Woord) niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars(dominees) opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden(dogma’s);
4 En zullen hun gehoor van de waarheid(Gods Woord) afwenden, en zullen zich keren tot fabelen(eigen inzettingen).
Sabbat in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde:
Jesaja 66:22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Het gaat hier niet om een eeuwige sabbat in de hemel, zoals er ook geen eeuwige nieuwe maan in de hemel is. Het is de sabbat die weer geheiligd zal gaan worden.
Wet en profeten onveranderd:
Mattheus 5: 17-19 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. 18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Christus leert:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
De wet geeft onderwijs:
Romeinen 2:18 En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Het leven tot eer van God en het leren kennen van Christus als Middelaar voor onze zonden is uiteraard het belangrijkste in ons leven. Het onderhouden van de wet, inclusief het sabbatsgebod, maakt ons niet rechtvaardig voor God. Het vieren van Zijn sabbat is niet zaligmakend, wel God-vererend.
Door kennis van onze ellende, onze zonden, verlossing hiervan door Christus uit genade mogen en willen mensen uit dankbaarheid Zijn heilige wet, met alle onveranderlijke en heilige geboden, waaronder ook Zijn sabbatsgebod, houden.
Voorwoord
Geliefde lezer(es),
Het document Sabbat, een Goddelijk geschenk, is ontstaan door een zoektocht in Gods Woord naar de zondag als rustdag in plaats van de door God ingestelde sabbat. Omdat het sabbatsgebod een heilig, onaantastbaar door God gegeven gebod is als onderdeel van Zijn heilige wet met de 10 geboden die door God in stenen gegraveerd zijn, is het heel belangrijk dat wij vanuit Gods Woord willen leren wat Gods wil hierin is.
Dit document heeft vanwege de uitgebreidheid alleen betrekking op de sabbat. Uiteraard vraagt de Heere van ons allemaal al Zijn heilige geboden te houden uit liefde tot Hem.
U treft in dit document een samenvatting van voornamelijk Bijbelteksten met betrekking tot Gods heilige wekelijkse sabbat, Gods heilige wet en wil en teksten met een vermelding van de eerste dag van de week (zondag) of mogelijke verwijzingen daarnaar. De vermelde Bijbelteksten moeten ook in hun context gelezen worden, deze leren ons wat Gods wil is.
Voor Oude en Nieuwe Testament kunt u ook lezen: Eerst en Tweede Testament.
Voor Christus kunt u lezen: Jezus of Jehoshua (יהושע), Jezus werkelijke naam in het Hebreeuws.
Voor God, onze Vader of HEERE kunt u lezen: JHWH (יהוה), Gods werkelijke naam in het Hebreeuws.
Alleen de Bijbel (sola scriptura) is hierbij als Gods onfeilbaar Woord gebruikt zonder terug te vallen en te bouwen op:
- geschriften en leerstukken die geschreven zijn na de Bijbelse tijd of andere geschriften dan de Bijbel
- de geschiedenis na de Bijbel,
- (oude) leraars (die zeer waardevol zijn maar niet gelijk aan of boven Gods Woord staan),
- inlegkunde (andere uitleg geven aan teksten) of welke grond dan ook buiten de Bijbel.
God leert ons dat alleen Zijn heilig Woord, de enigste betrouwbare en volmaakt zuivere Bron is, geen mensengeschriften, uitleg of leer van mensen.
Bij het lezen van deze Bijbelteksten en/of de toelichtingen kan het zijn dat deze Bijbelteksten ongeloofwaardig, herhalend en veroordelend overkomen maar deze Bijbelteksten zijn Gods Woord dat tot ons spreekt. Wij veroordelen niemand, het is God die de mensen zal oordelen naar Zijn heilige onveranderde wet. God herhaalt onder andere Zijn wil en Zijn tien geboden met Zijn geheiligde sabbat steeds weer in de Bijbel opdat het tot ons door zou dringen wat Zijn wil is.
Tijdens deze zoektocht door de hele Bijbel kwam de zevende dag, de sabbat, steeds meer en meer naar boven als dé door God geheiligde wekelijkse dag en bleek overduidelijk dat Hij de 7e dag, de sabbat, heeft geheiligd als de wekelijkse rustdag en Hij deze niet heeft afgeschaft. God heeft de eerste dag (zondag) niet geheiligd in plaatst van de sabbat. Het heiligen van de sabbat is geen nieuwe leer (valse leer) maar is volgens de leer van God Zelf zoals Hij deze heeft geopenbaard in de hele Bijbel. De leer van het zondagsgebod is een leer die de Bijbel niet leert, er is geen zondagsgebod. Het zondagsgebod wordt intussen al zolang geleerd dat dit helaas vaak niet meer als nieuwe leer (valse leer) wordt herkend.
Wij hopen en bidden dat u dit document, dat voornamelijk uit Bijbelteksten bestaat die u ook in de context dient te lezen, maar bovenal Gods Woord wilt lezen en herlezen en wilt leren wat Hij van ons vraagt. Zodat ook Zijn geheiligde 7e dag, de sabbat, niet meer wekelijks ontheiligd wordt door de menselijk inzetting van de zondag, de 1e dag, maar dat de sabbat wekelijks gevierd mag worden tot eer van God zoals Hij dit van ons vraagt.
Mocht u vragen, aanvullingen of verbeteringen hebben dan vernemen wij dit graag. Het is ook uw plicht om elkaar aan te scherpen. U mag al uw vragen of opmerkingen altijd mailen naar info@zondagofsabbat.com. Wij hopen u dan op grond van de Bijbel een antwoord te kunnen geven.
De inhoud van dit document mag zonder enige beperking worden gebruikt tot eer van God.
Wij wensen u de zegen van onze Vader bij het lezen en onderzoeken van Zijn heilig Woord.
Uw medereizig(st)er
Inhoudsopgave
1 Opdracht tot onderzoek van de Bijbel 5
3 Sabbatsheiliging, een nieuwe leer of sekte?. 7
4.1 Is de zondag de sabbat?. 10
4.2 Is er een dag verschoven?. 10
5 Waarom gehoorzamen van het sabbatsgebod?. 11
6 Christuskennis en de sabbat 12
6.3 Conclusie Christuskennis en Zijn geboden. 14
7 Is het heiligen van Gods sabbat werk van de duivel of een sekte?. 15
7.1 Zondagswet is gevolg van Jodenhaat 15
7.2 Het sabbatsgebod is werk van God. 15
7.3 De sabbat leidt naar Christus. 16
7.4 De sabbat verdeelt de kerk niet 16
8 Is het gehoorzamen van Gods geboden wettisch?. 18
9 Zoekt eerst het Koninkrijk van God; is de heilige wet bijzaak?. 19
10 Eenheid belangrijker dan waarheid?. 20
11 Is het hoogmoedig om de sabbat te leren zoals God het vraagt?. 21
12 Sabbatisme of zondagisme?. 22
13 De dag des Heeren is een of dé oordeelsdag. 23
14 Wat voegt de geschiedenis toe aan Gods Woord?. 25
15 Zondag gevolg van een nieuwe scheppingsorde?. 25
16 De plaats van de kanttekeningen. 26
17 Bouwt u op Gods Woord of op mensen en voorganger?. 27
17.1 Voorgangers zijn geroepen dus zij spreken altijd de waarheid?. 28
18 Zondag in plaats van de sabbat goed bedoeld?. 30
19 Zondag praktischer dan de sabbat?. 31
20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen. 33
21 Veel gestelde vragen over de sabbat 35
21.1 Geldt het sabbatsgebod alleen voor de Joden omdat God dit aan hun heeft bekend gemaakt?. 35
21.2 Is iedereen verloren die Gods sabbat, Zijn geheiligde 7e dag, niet vierde?. 35
21.3 Is de eerste dag van de week (zondag), de sabbat?. 36
21.4 Mag in plaats van het woord sabbat een rustdag gelezen worden?. 36
21.5 Heeft God de sabbat afgeschaft en de zondag hiervoor in de plaats geheiligd?. 36
21.6 Maakt het uit welke dag God geheiligd heeft?. 37
21.7 Sabbatsgebod in het Nieuwe Testament?. 38
21.8 Is er een dag misgeteld in de geschiedenis zodat de Joden de verkeerde dag sabbat vieren?. 38
21.9 Is er een sabbat voor de Joden en een zondag voor de Christenen?. 39
21.10 Is de zondag een gedenkwaardige dag?. 39
21.11 Waarom dient het vierde gebod zo nadrukkelijk geleerd te worden?. 39
21.12 Heeft de geschiedenis na het Nieuwe Testament geleerd dat de zondag geheiligd is?. 40
21.13 Heeft God Zijn zegen niet willen geven op de zondag?. 41
21.14 Is de hele wet of een gebod hiervan door het nieuwe verbond afgeschaft?. 41
21.15 Sabbatsgebod veranderd door verschijningen van Jezus op een eerste dag der week?. 42
21.16 Is door de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag de rustdag veranderd?. 45
21.17 Moeten we Gods geboden niet letterlijk lezen?. 45
21.18 Is de zevende dag pas geheiligd tijdens de wetgeving op de berg Sinaï?. 45
21.19 Is het gebod om de sabbat te heiligen pas ingesteld bij de wetgeving op de Sinaï?. 45
21.20 Is het heiligen van de sabbat een middelmatige zaak?. 45
21.21 Welke teksten geven ons opdracht om de eerste dag van de week, de zondag te heiligen?. 46
21.22 Welke teksten leren ons de sabbat, de zevende dag van de week te heiligen?. 46
21.23 Is de zondag naar Gods naam genoemd als de dag des Heeren?. 46
21.24 Mogen mensen Christus’ opstandingsdag heiliger vinden dan de sabbat?. 46
21.25 Geeft kennis van Christus het recht om de zondag te houden in plaats Gods sabbat?. 47
21.26 Is het Oude Testament afgeschaft?. 47
21.27 Is het heiligen van de sabbat wetticisme?. 47
21.28 Is het heiligen van de sabbat het belangrijkste in ons leven?. 47
21.29 Zondag houden omdat er dan kerkdiensten zijn?. 48
22 Enkele kernteksten met betrekking tot de sabbat uit de Bijbel 49
23 Oude Testament over de sabbat en eerste dag der week. 52
25 Nieuwe Testament over de sabbat en eerste dag der week. 74
27 Sabbatten in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. 137
28 Samenvatting met belangrijke teksten. 138
1 Opdracht tot onderzoek van de Bijbel
Wat is het doel van (zelf)onderzoek?
Het doel van zelfonderzoek is het zuiveren en zuiver houden van de Bijbelse leer die ons wordt geleerd tot Gods eer en onze zaligheid volgens Gods opdracht:
2 Timothëus 3:16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Het is nuttig voor degenen die uitleg van Gods Woord willen horen, voor degenen die in de rechtvaardigheid is. Het is niet nuttig voor degenen die zich afzetten tegen wat God ons in Zijn Woord wil leren en dit niet (verder) willen onderzoeken.
Op grond van alleen de Bijbel, dienen dwalingen weerlegd te worden tot eer van God en onderwijzing van hen die God willen dienen zoals Hij dit leert in Zijn Woord.
Als u van mening bent dat mensen de zondag kunnen houden en de wekelijkse sabbat mogen ontheiligen dan is het ook uw plicht om dit op grond van alleen de Bijbel aan te tonen:
2 Timóthëus 4:2 Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
Moeten we Gods Woord, ook met betrekking tot de door God geheiligde sabbat, onderzoeken?
Ja zeker, de sabbat is geen middelmatige zaak maar een heilig gebod.
Geef geen mening dan alleen op grond van de enigste betrouwbare Bron, Gods Waarachtige Woord. Het is ook uw plicht om dwalingen te weerleggen. Op basis van alleen de Bijbel toont dit document aan dat God van ons vraagt Zijn heilige 7e dag, de sabbat, te vieren en dat de zondag, de 1e dag, een dwaling is van mensen. Als u van mening bent dat God de sabbatsheiliging afgeschaft heeft en een zondagsgebod heeft gegeven dan is het uw plicht om dit op grond van alleen de Bijbel aan te tonen. Wees niet lui om hierin te onderzoeken wat God van ons vraagt: Spreuken 26:16 De luiaard is wijzer in zijn ogen dan zeven die met rede antwoorden.
Gods Woord geeft ons verder opdracht tot onderzoek in:
Handelingen 17:11 En dezen waren edeler dan die te Thessaloníca waren, als die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.
Johannes 5:39 Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.
Romeinen 12:7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren;
Romeinen 15:14
Doch, mijne broeders, ook ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen.
2 Korinthiërs 13:5 Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.
1 Thessalonicensen. 5:21 Beproeft alle dingen; behoudt het goede.
1 Timóthëus 4:13
Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kom.
2 Timóthëus 4:2
Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
Zondigen wij als wij Gods Woord niet (verder) willen onderzoeken op bepaalde punten?
Ja, het is een Goddelijke opdracht om Gods Woord niet alleen te lezen maar te blijven onderzoeken:
Hebreeën 10:24-25 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken; 25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
2 De wet of Thora
Veel mensen denken bij het lezen van het woord wet aan de 10 geboden.
Het woord wet houdt echter veel meer in dan de 10 geboden. De 10 geboden zijn onderdeel van de veel grotere wet die God leert. Gods Woord leert ons:
Hebreeën 10:28
Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen;
De wet van Mozes is de wet van God door Mozes gegeven zoals deze geleerd wordt in de boeken Genesis, Exodes, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Dit is de Thora!
Dit is een veel ruimer begrip dan wat de kerk meestal leert alsof met de wet alleen de 10 geboden bedoeld worden en verder niets. Paulus leert dat iemand die de Thora ongehoorzaam is moet sterven.
Paulus leert nadrukkelijk dat hij alles gelooft wat in de wet EN de profeten is geschreven:
Handelingen 24:14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is;
Bij het lezen van de Bijbel met de brieven van Paulus is het zeer belangrijk het onderscheid te kennen en vast te houden tussen de geboden (die heilig zijn zoals Paulus schrijft in Romeinen 7:12) en de offerwetten. De wet, de Thora, met daarin de 10 geboden is onveranderlijk. Christus leert dat er geen jota of tittel van de wet (in het Hebreeuws: Thora) zou veranderen. De stenen tafelen zoals God ze aan Mozes had gegeven lagen ook in de heilige ark der getuigenis waarin niemand mocht kijken.
Mattheus 5: 17-18
17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen.
De Wet (Thora = Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium) en de profeten zijn niet ontbonden. Christus leert dat hij de wet vervuld heeft, volkomen gehoorzaamd in onze plaats en geleden heeft voor onze zonden. Hierdoor zijn er geen offers meer nodig die heenwezen naar Christus’ sterven. De vloek van de wet rust niet meer op Zijn volk maar was op Hem.
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Er is geen jota of tittel van de Wet gewijzigd (vers 18).
De offers van deze Wet, die heen wezen naar Christus, zijn vervuld door Christus’ offer aan het kruis.
De Wet (Thora) en de profeten blijven onveranderd.
Het sabbatsgebod is onderdeel van de onveranderlijke heilige wet, de 10 geboden die op stenen tafelen, onuitwisbaar, door Gods vinger zijn gegraveerd.
De wet (Thora) met daarin de 10 geboden moeten gehouden worden:
– om te leren dat wij dit niet kunnen en Christus voor onze zonden nodig hebben,
– uit dankbaarheid voor Christus verlossingswerk.
– omdat Jezus dit zelf leert:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
3 Sabbatsheiliging, een nieuwe leer of sekte?
God waarschuwt ons in Zijn Woord voor een leer die Hij ons niet leert. De sabbat is geen nieuwe leer maar geheel volgens Gods Woord. Christus zelf leert niet anders dan wat Zijn Vader Hem leerde:
Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
Spreuken 30:6 Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
Handelingen 24:14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo dien, gelovende alles wat in de Wet en in de Profeten geschreven is;
De apostelen leerden uit de boeken en de wet van Mozes en de profeten. Uit het profetisch woord dat zeer vast is, die ons ook de sabbat leren te heiligen.
Handelingen 2:42 En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Efeziërs 4:14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid om listiglijk tot dwaling te brengen;
Gods Woord leert de sabbat. De menselijke leer die de zondag leert, wat niet door God in de Bijbel geleerd wordt, is bedriegerij der mensen, dit is allerlei wind van leer.
2 Thes. 2:15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief.
Het gaat hier om inzettingen die geleerd zijn uit de Thora. Vaak wordt deze tekst uit zijn verband gehaald alsof deze zou slaan op de inzettingen van onze dominees of oudvaders. Men zou dan de inzettingen van de oudvaders en dominees moeten houden. Dit kan uiteraard niet. Toen Paulus dit schreef verwees hij niet naar onze dominees en oudvaders maar naar de leer uit de Thora, Gods Woord!
1 Timóthëus 1:3
Gelijk ik u vermaand heb dat gij te Éfeze zoudt blijven, als ik naar Macedónië reisde, zo vermaan ik het u nog , opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren,
Leer geen andere leer dan wat Gods Woord leert!
1 Timothëus 4:16 Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.
1 Timothëus 6:3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is,
4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
Het heiligen van de sabbat is geen nieuwe leer, het sabbatsgebod is geen valse leer maar is naar de leer van God Zelf zoals Hij deze heeft geopenbaard in de hele Bijbel. Zowel in het Oude Testament als het Nieuwe Testament. De leer van het zondagsgebod is een leer die de Bijbel niet leert, er is geen zondagsgebod. Het zondagsgebod is een valse leer.
Het vieren van de sabbat wijkt niet af van de leer van Gods Woord. De sabbat is wat Gods Woord ons leert. Het houden van de zondag wijkt van af Gods Woord. Dit is een andere, nieuwe leer. Het zondagsgebod wordt intussen al zolang geleerd dat men dit helaas vaak niet meer als nieuwe leer (valse leer) wil zien.
Sabbatsgebod = Bijbelse leer
Zondagsgebod = nieuwe leer (een andere en valse leer)
2 Timothëus 3:14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt;
Paulus leert om te volgen wat Gods Woord leert, niet wat anders. Geen leer van onze voorouders maar de leer van God zelf zoals deze in de Bijbel staat. Door het houden van de zondag is men niet gebleven bij wat Gods Woord leert over de 7e dag, de sabbat. Bekeer u en blijf in hetgeen Gods Woord leert. Volg geen menselijke / kerkelijke leer die de zondag leert tegen Gods Woord in. Gods Woord staat boven alles!
4 Zondag of sabbat?
Waarom houden de meeste mensen de wekelijkse zondag als rustdag?
Veel mensen houden de wekelijkse zondag, de 1e dag, omdat de kerk dit leert op grond van de geschiedenis in navolging van de zondagswet van keizer Constantijn, zie ook paragraaf 7.1. Steeds meer gelovigen vieren Gods heilige sabbat, de 7e dag omdat God dit leert. Velen mogen de wekelijkse sabbat vieren omdat God dit van ons vraagt tot Zijn eer.
Veel kerken bevestigen of leren:
- dat God in de Bijbel geen gebod gegeven heeft om de zondag te heiligen.
Let op: waar een gebod is (sabbatsgebod) is er sprake van overtreding als we dit gebod niet houden
waar geen gebod is (er is geen zondagsgebod) is er geen overtreding als we dit niet houden.
Romeinen 4:15b want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.
- dat God de heilige sabbat in de Bijbel niet afgeschaft heeft.
Let op: wat niet door God afgeschaft is blijft van kracht.
Zou u dan:
de sabbat ontheiligen omdat deze niet afgeschaft is??
de zondag houden omdat dit geen gebod van God is??
3 dat de geschiedenis na de Bijbel heeft bewezen dat de zondag geheiligd is.
(hoe lang moeten we dan een gebod overtreden (zondigen!) voordat het “geheiligd” wordt?)
De Bijbel leert juist dat we niet op de geschiedenis na de Bijbel mogen bouwen:
Galaten 1:8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
- dat we niet op de geschiedenis mogen bouwen, uitsluitend op de Bijbel.
Dit klopt.
De kerk leert echter weer tegen zichzelf door te zeggen dat de geschiedenis heeft bewezen dat de zondag geheiligd zou zijn (punt 3).
5 dat de sabbat de zondag is
Sabbat = zevende dag (is waar)
Zondag = eerste dag (is waar)
Sabbat (7e dag) = zondag (1e dag) (is niet waar)
De sabbat (7e dag) kan niet tegelijkertijd de 1e dag (zondag) zijn! Wat niet waar is is leugen!
De Bijbel leert dat de sabbat een andere dag is dan de eerste dag van de week: Mattheus 28:1 En laat na den sabbat, als het begon te lichten tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdaléna en de andere Maria, om het graf te bezien.
De Bijbel leert ons met deze tekst: de sabbat is 7e dag en is niet tegelijkertijd de 1e dag.
U leest het goed, kerken, die de zondag leren in plaats van de heilige sabbat, leren dan:
1 een zondagsgebod te onderhouden dat niet door God is gegeven.
Dit is een menseninzetting!
- dat de sabbat, Gods geheiligde 7e dag (zaterdag), ontheiligd mag worden.
Dit is tegen Gods Woord! God leert dat wij deze moeten heiligen.
- dat de geschiedenis na de Bijbel invloed heeft op Gods Woord.
Dit is tegen Gods Woord. Zijn Woord zou dan niet volledig zijn!
- dat we niet op de geschiedenis na de Bijbel mogen bouwen volgens artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Deze uitspraak klopt.
De kerk leert daar tegenin met punt 3 dat er wel op de geschiedenis gebouwd mag worden wat tegen Gods Woord is.
De kerk spreekt hun eigen artikel 7 van de Nederlandse geloofsbelijdenis tegen door op de geschiedenis te bouwen.
- dat de sabbat de zondag is.
De sabbat, de 7e dag valt in het Nieuwe Testament nog steeds voor de zondag. De sabbat is niet de 1e dag volgens Mattheüs 28:1.
4.1 Is de zondag de sabbat?
Veel mensen en leraars leren: de zondag is de sabbat.
God leert ons heel wat anders:
Markus 16:1 En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdaléna en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden.
2 En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
De dag na de sabbat is de eerst dag volgens Markus 16:1 en 2 hierboven. De eerste dag heet nu zondag.
Sabbat is de zevende dag volgens: Exodus 20:10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods;
God leert ons zelf in de Bijbel dat de 7e dag (de sabbat) niet de eerste dag (zondag) is!
4.2 Is er een dag verschoven?
Veel mensen en leraars moeten Gods Woord gelijk geven dat de sabbat niet de zondag is en zeggen dan maar dat de dag verschoven is en de zondag de sabbat zou zijn.
De zondag zou dan de sabbat, de 7e dag, zijn.
Na de sabbat op de eerste dag van de week gingen de vrouwen naar het graf.
Als zondag de 7e dag zou zijn dan is maandag de 1e dag !
De mensen die beweren dat de zondag nu de sabbat, de 7e dag is zouden dan, volgens hun eigen leer van de rustdag door de opstandingsdag op de eerste dag, op maandag de rustdag moeten houden! Zij spreken zichzelf maar bovenal Gods Woord tegen.
Spreuken 30:6 Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
De Bijbel is waarheid, de mens is leugenachtig.
5 Waarom gehoorzamen van het sabbatsgebod?
Waarom vieren mensen de wekelijkse sabbat, de 7e dag, als rustdag?
Omdat de sabbat één van Gods feestdagen, hoogtijden, is die op Gods tijd, de 7e dag, gevierd moet worden volgens:
Levitucus 23:1 DAARNA sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. 3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
Spreek tot de kinderen Israëls houdt niet in dat de sabbat voor de heidenen niet geldt. Alle geboden en inzettingen zijn uitgesproken tegen de kinderen Israëls!
Jood en heiden dienen God te vrezen gelijk Gods volk Israël:
1 Koningen 8:43 Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen gelijk Uw volk Israël, en om te weten dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis hetwelk ik gebouwd heb.
Jesaja 56:7 Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.
Romeinen 15:10 En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen, met Zijn volk.
God leert het vieren van Zijn sabbat in de hele Bijbel, in het Oude en Nieuwe Testament aan Jood en heiden, zonder onderscheid.
God vraagt in de Bijbel van ons om Zijn heilige 7e dag, de sabbat, te vieren als onderdeel van Zijn Wet met de 10 heilige (onveranderlijke, onaantastbare) geboden uit dankbaarheid tot Zijn eer.
10 geboden: 9
Och, of wij Uw geboôn volbrachten! Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door ‘t geloof in Christus krachten,Om die te doen uit dankbaarheid.
David leert ons over het houden van Gods geboden:
Psalmen 119:97 Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.
Psalmen 1:2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.
In het Nieuwe Testament leert Jacobus ons:
Jacobus 2:10 Want wie de gehele wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.
De gehele wet met de 10 geboden, inclusief het 4e gebod! God vraagt ons zijn geheiligde sabbat ook nu te vieren want er zal geen jota of tittel van de wet voorbijgaan volgens Christus leer.
Als we onze ellende leren kennen en vervloekt weten te zijn, dan mogen we uitzien naar de toepassing van de verlossing en willen wij Zijn gehele Wet, inclusief het heiligen van de door God geheiligde sabbat, den gansen dag betrachten uit dankbaarheid tot eer van Hem, niet tot verdienste maar uit liefde tot Hem.
Zondag 44 (leerpunt uit de Heidelbergse Catachismus wat in de kerken geleerd wordt)
114. Vr. Maar kunnen degenen die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomenlijk houden?
Antw. Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven.
Heeft u dit ernstige voornemen om naar al Gods geboden te willen leven uit dankbaarheid? Zo niet, zoek Hem in Zijn Woord want:
Johannes 14:21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.
1 Timothëus 6:3-4 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, 4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
Gezonde woorden van Jezus zijn:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
6 Christuskennis en de sabbat
Veel mensen leren:
– Christuskennis is het belangrijkste, het wel of niet onderhouden van het 4e gebod, de geheiligde sabbat, de 7e dag, is niet belangrijk. God en Christus leren echter heel wat anders over de ware en valse Christuskennis:
6.1 Valse Christuskennis
Lukas 6:46 En wat noemt gij Mij Heere, Heere, en doet niet hetgeen dat Ik zeg?
Als de zondag in onwetendheid gehouden is in plaats van de sabbat te vieren dan is er nog slachtoffer voor de zonden volgens: 1 Timothëus 1:13b ..maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongelovigheid.
Als de zondag gehouden wordt in plaats van de sabbat te vieren, terwijl men ervoor gewaarschuwd is en men dit kan weten uit Gods Woord, dan is er geen slachtoffer voor de zonden volgens: Hebreeën 10:26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
2 Johannes 1:9a Een iegelijk die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet;
De leer van Christus:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Gelijkerwijs! Niet anders willen houden dan Hij de geboden gehouden heeft. Geen zondag in plaats van Zijn heilige sabbat.
Christus leert de wet te willen houden zoals Hij deze gehouden heeft. Ondanks dat wij dit niet kunnen vraagt Christus het toch van ons. Niet om daardoor gerechtvaardigd te worden maar uit dankbaarheid.
1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
De Bijbel leert hier: wie (ook) het sabbatsgebod blijft overtreden, terwijl men ervoor gewaarschuwd is en men dit kan weten uit Gods Woord, die is een leugenaar, kent God niet en kent Christus niet.
1 Johannes 4:6b die uit God niet is, hoort ons niet.
Johannes leert: Die God en Christus niet kent horen niet naar Gods Woord. Zij willen Zijn geboden niet gehoorzamen zoals Gods Woord deze leren.
Titus 1:16 Zij belijden dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam en tot alle goed werk ongeschikt.
Christus leert in Zijn Woord: Diegenen die zegt Christus te kennen en Zijn heilige geboden niet uit geloof willen houden, terwijl men ervoor gewaarschuwd is en men dit kan weten uit Gods Woord, verloochenen Christus met hun overtreding van Zijn heilig (sabbats) gebod.
6.2 Ware Christuskennis
Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Christus leert: Diegenen die Christus kennen en uit geloof Gods heilige geboden willen houden, inclusief Zijn heilige sabbatsgebod, zullen ingaan!
Johannes 14:21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.
Christus leert: Ik zal Mijzelf openbaren aan diegene die uit geloof Mijn geboden houdt. Christuskennis en het houden van Zijn heilige geboden horen onlosmakelijk bij elkaar.
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Christus leert: Die zegt Mij lief te hebben of Mij te kennen dient Mijn geboden te bewaren (gehoorzamen en koesteren) gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb. Gelijkerwijs: dezelfde geboden houden zoals Christus deze gehouden heeft. Christus heeft het sabbatsgebod gehouden en de sabbat gevierd. Viert u Zijn sabbat waar Hij Heere van is?
Johannes 10:4 En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen.
Christus leert met deze gelijkenis: Kennis van Christus geeft dat men Zijn stem kent en Hem wil volgen in leer en leven. Christus leert de geboden te houden zoals Hij deze gehouden heeft, niet anders.
1 Johannes 2:3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
Johannes leert: Kennis van God en Christus is er als wij Zijn geboden uit geloof willen gehoorzamen. Het uit geloof willen houden van Gods geboden met het heilig sabbatsgebod is een gevolg van kennis van God en Christus zoals Gods Woord ons leert. Wie Christus kent wil Zijn heilige onveranderlijke geboden met het sabbatsgebod houden.
1 Johannes 2:5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn.
Johannes leert: Het uit geloof willen houden en bewaren (niet aanpassen naar een zondagsgebod!) van Gods geboden met het heilig sabbatsgebod is een kenmerk van de liefde van God en Christus.
1 Johannes 4:6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons;
Johannes leert: Die God kent en Christuskennis heeft hoort ons. Mensen moeten willen gehoorzamen aan al de heilige geboden, ook aan het sabbatsgebod zoals Hij deze gehouden heeft en waartoe Hij ons opdracht geeft.
1 Johannes 5:2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
Johannes leert: Het is liefde van God dat wij tot Zijn eer Zijn geboden bewaren. Als Christus meer waarde voor ons krijgt willen wij volgens Zijn heilig Woord al Zijn onveranderlijke en heilige geboden uit liefde en dankbaarheid houden.
2 Johannes 1:9b die in de leer van Christus blijft, deze heeft beide den Vader en den Zoon.
Johannes 14:15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
Johannes leert: Als u zegt Christus te kennen of lief te hebben zo bewaar, houdt, dan Zijn geboden. Uit liefde tot Christus wil Gods volk Zijn geboden bewaren, onderhouden. Niet aanpassen en anders leren dan God en Christus deze leren in Gods Woord. God leert ook dat wie Zijn heilige geboden niet wil houden uit dankbaarheid Hem niet oprecht lief heeft.
Sabbatsontheiliging moet naar Christus leiden:
De 7e dag, de sabbat, is door Jezus zelf geheiligd na de 6 scheppingsdagen voor de zondeval. De sabbat en Christus horen bij elkaar.
Het uit geloof willen onderhouden van al Zijn heilige geboden is onlosmakelijk verbonden met kennis van Christus. Geloven en gehoorzamen (alle 10 geboden willen houden) horen bij elkaar.
Het wekelijks ontheiligen van Zijn geheiligde sabbat moet ons tot Christus brengen om ook daarvoor vergeving te mogen ontvangen omdat het ontheiligen van Zijn heilige sabbatsgebod tegen Zijn leer en leven is.
Het uit geloof willen houden van Gods geboden met het heilig sabbatsgebod leert ons Christus nodig te leren krijgen voor onze zonden ook voor het vroeger ontheiligen van de sabbat. De wet (ook het sabbatsgebod) geeft kennis van de zonde volgens Gods Woord:
Romeinen 3:20 Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.
Door het niet volkomen (kunnen) onderhouden van Gods wet zondigen we en mogen we als God het geeft onze zonden leren kennen en Christus nodig leren krijgen. Ook voor het overtreden van het sabbatsgebod hebben we Christus nodig om ook hiervoor vergeving te krijgen. Men wil dan naar alle geboden leven uit dankbaarheid. Het onderhouden van het sabbatsgebod leidt juist naar Christus en is een teken van Zijn liefde!
Door het sabbatsgebod te houden worden we uiteraard niet rechtvaardig. Door het sabbatsgebod te blijven negeren leert men voor deze overtreding Christus niet nodig te leren krijgen maar maakt men de zondeschuld hierdoor des te groter.
Ellende
Een mens is van nature zondig. De grootste ellende is dat de zonden, ook het wekelijks ontheiligen van Zijn heilige sabbat, niet gezien wordt. Leer uit Gods Woord dat het ontheiligen van de sabbat zonde is tegen God en Christus. Door het volgen van het menselijke zondagsgebod kent men de overtreding van het sabbatsgebod niet waar in de Bijbel de doodstraf voor werd uitgevoerd.
Verlossing
Als we onze zonden belijden wil God deze vergeven uit genade waarna de dankbaarheid voor deze verlossing volgt.
Dankbaarheid
Dankbaarheid voor de verlossing geeft dat men Christus wil volgen in leer en leven tot heiligmaking. Ook Zijn heilig sabbatsgebod wil men dan niet meer overtreden maar vieren tot eer van Hem.
6.3 Conclusie Christuskennis en Zijn geboden
Valse Christuskennis:
2 Johannes 1:9a Een iegelijk die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet;
Ware Christuskennis:
Dan wilt u ook Zijn geboden houden gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft, niet anders:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
7 Is het heiligen van Gods sabbat werk van de duivel of een sekte?
Helaas zijn er mensen die durven te zeggen dat het houden van Gods heilige sabbatsgebod werk van de duivel is omdat:
1 de sabbatsheiliging niet meer van God is. Gods Woord leert echter dat Christus ook Heere van de sabbat is.
2 de sabbat af zou leiden van Christus. Gods Woord leert juist dat de sabbat naar Christus leidt.
3 de sabbat de kerk verdeelt. Gods Woord leert juist dat het niet gehoorzamen van Zijn sabbatsgebod de kerk verdeelt. Zie de volgende paragrafen.
7.1 Zondagswet is gevolg van Jodenhaat
Nadat de kerk onder leiding van keizer Constantijn zich afgescheiden heeft van de Joden (uit Jodenhaat) en van Gods feesten die de Joden vierden is ook Gods sabbatsgebod veranderd in een zondagsgebod. Dit gebod heeft keizer Constantijn ingevoerd:
Constantijns zondagswet (321 na Christus) tegen Gods Woord:
“Op de Heilige Dag van de Zon dienen magistraten en mensen wonende in de steden te rusten en dienen winkels gesloten te zijn.
Door eeuwenlang onophoudelijke herhaling in de kerken dat het sabbatsgebod gewijzigd is naar een zondagsgebod denken mensen er niet meer over na dat Jezus zelf gezegd heeft dat er geen jota of tittel van de wet voorbij zou gaan. Niet meer zelf nadenken en niet meer zelf grondig onderzoeken wat God in Zijn Woord hierover leert is een gevolg van deze eeuwenlange indoctrinatie.
Het zondagsgebod is vastgelegd in de kerkwet / kerkorde om mensen die daar vragen over hebben gelijk het zwijgen op te leggen. De kerkwet / kerkorde wordt boven Gods Woord gesteld.
7.2 Het sabbatsgebod is werk van God
De Sabbat is één van Gods feesten die God ingesteld heeft. Het is een Goddelijk gebod, niet van een sekte of van de duivel.
God en Christus zijn Heere van de sabbat. De duivel is geen heerser over de sabbat:
Matthéüs 12:8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.
In Gods Woord is geen zondagsgebod te vinden. Het zondagsgebod heeft een mens ingesteld ver nadat het boek Openbaring geschreven was!
Het menselijke zondagsgebod is een nieuwe leer die intussen nu zo oud is dat men dit als waarheid beschouwd. Gods Woord is echter de waarheid:
Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
Christus leert in Gods Woord dat het niet willen houden van Zijn heilige sabbat, werk is van de duivel die ook de ware gelovigen probeert te (blijven) misleiden:
1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
1 Timóthëus 6:3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer die naar de godzaligheid is,
4 Die is opgeblazen en weet niets, maar hij raast omtrent twistvragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen,
5 Verkeerde krakelingen van mensen die een verdorven verstand hebben en van de waarheid beroofd zijn, menende dat de godzaligheid een gewin is. Wijk af van dezulken.
Markus 7:9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
De zondag komt niet overeen met de leer van Christus! Hij leert ons om de geboden te houden gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft (Johannes 15:10). Ook de sabbat moet geheiligd worden tot Zijn eer.
Het is on-Bijbels om te zeggen dat het houden van Gods sabbat werk is van de duivel en dat dit ons afhoudt van Christus. Gods Woord leert juist het tegenovergestelde, de sabbat brengt ons dichter bij Christus om Hem voor onze zonden nodig te leren krijgen. Waarna men uit dankbaarheid voor de verlossing uit genade al Zijn heilige geboden wil houden.
De duivel heeft het al zo veel jaren voor elkaar dat Gods heilige sabbat ontheiligd wordt, ondersteund door alle menselijke zondagswetten gebaseerd op een zondagsgebod dat niet door God is gegeven. De duivel doet er alles aan om Gods dag te laten ontheiligen, zelfs door Zijn volk.
Er komt een tijd dat de sabbat weer hersteld wordt:
Jesaja 66:22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Het heiligen van de 7e dag, de sabbat, is werk (scheppingswerk!) van God en Christus, geen werk van de duivel. Het zondagsgebod is werk van mensen, niet van God. Het zondagsgebod, dat niet van God is, is werk van de duivel om Gods sabbat te blijven ontheiligen.
7.3 De sabbat leidt naar Christus
Het uit geloof onderhouden van Gods heilige geboden met het heilige sabbatsgebod leidt juist tot Christus. Christus noemt het houden van Zijn heilige sabbat liefde van en tot Hem en geen werk van de duivel. Zie ook hoofdstuk 6 over Christuskennis.
De 7e dag, de sabbat, is door God en Christus zelf geheiligd na de 6 scheppingsdagen. De sabbat en Christus horen bij elkaar. Het heiligen van de sabbat is werk van God en Christus, geen werk van de duivel.
Johannes 14:15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
Uit liefde tot Christus wil Gods volk Zijn geboden bewaren, onderhouden, niet wijzigen. God leert hiermee ook dat wie Zijn geboden niet wil houden uit dankbaarheid Hem niet (oprecht) lief heeft.
Johannes 14:21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.
Christus zal zichzelf aan degene openbaren die uit geloof Zijn geboden houdt. Christuskennis en het houden van Zijn heilige geboden horen bij elkaar.
Nergens in Gods Woord staat dat het heiligen van de sabbat werk is van de duivel. God zelf heeft de sabbat geheiligd, tot een heilig gebruik afgezonderd tot eer van Hem. Het heiligen van de sabbat is onlosmakelijk verbonden met de liefde van en tot God en Christus zoals het Nieuwe Testament ook leert. Het houden van de zondag gaat tegen Gods Woord en zijn heilig sabbatsgebod in en is daarom werk van de duivel.
7.4 De sabbat verdeelt de kerk niet
Het houden van het sabbatsgebod verdeelt de kerk niet maar het niet willen volgen van Gods Woord verdeelt de kerk. Gods wil in de hele Bijbel is onder andere het heiligen van Zijn sabbat, niet de door de mens ingestelde zondag. Als men Zijn wil niet wil onderzoeken en zich daar niet aan wil overgeven dan scheidt niet degene zich af die God gehoorzaamt maar degenen die God niet willen gehoorzamen zetten de mensen die God wel willen gehoorzamen buiten de kerk. Door middel van censuur worden de mensen die Gods Woord als dé enigste waarheid houden en Gods geboden, ook Zijn sabbatsgebod, willen onderhouden zo snel mogelijk het zwijgen opgelegd en (door middel van censuur) uit de kerk gewerkt. Tot en met de 17e eeuw werden de mensen die de sabbat heiligden zelfs gedood. Echter kan en mag de kerk de waarheid niet het zwijgen opleggen:
Handelingen 5:40-42
40 En zij gaven hem gehoor; en als zij de apostelen tot zich geroepen hadden, geselden zij hen, en geboden hun dat zij niet zouden spreken in den Naam van Jezus, en lieten hen gaan. 41 Zij dan gingen heen van het aangezicht des Raads, verblijd zijnde dat zij waren waardig geacht geweest om Zijns Naams wil smaadheid te lijden. 42 En zij hielden niet op allen dag in den tempel en bij de huizen te leren en Jezus Christus te verkondigen.
De waarheid mag niet met censuur het zwijgen opgelegd worden. Het gaat om Zijn heilig gebod, Gods heilige dag tot Zijn eer. Gods Woord is de waarheid en niet een kerkelijke leer, kerkorde / kerkwet. Als mensen de kerkelijke leer of kerkwet gelijk of boven Gods Woord zetten dan hadden we nu nog steeds beelden aangebeden, er was dan eerder geen reformatie geweest!
Gelovigen die Gods sabbat vieren worden door de kerk met het formulier van de censuur zelfs rottende, ongeneeslijk zieke leden van Christus genoemd:
De kerk noemt hun formulier van de Ban / censuur een medicijn om het rottende kerklid te kunnen genezen. Het is in ieder geval geen Bijbels medicijn. Het is zelfs gif! Wij raden u aan dit giftige zogenaamde medicijn niet tot u te nemen maar Gods Woord te gehoorzamen in plaats van een kerkelijke leer.
De kerk die Gods geboden niet wil gehoorzamen maakt scheiding, wat Christus al voorzegd heeft: Lukas 12:51 Meent gij dat Ik gekomen ben om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.
Christus leert dat door Zijn leer, de Waarheid, verdeeldheid komt. Zijn leer, ook Zijn heilige sabbatsgebod, is uiteraard niet van de duivel. Het sabbatsgebod brengt geen verdeeldheid. Het ongeloof van degene die Hem niet willen volgen en nog vasthouden aan menselijke inzettingen brengt verdeeldheid:
Romeinen 16:17 En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
De leer die Paulus bedoelt is dezelfde die ook Jezus leert:
Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
De sabbat is geen ergernis tegen de leer van de Bijbel. De sabbat is voluit Bijbels. Paulus leerde wat Christus leerde. Christus leerde wat Hij van God geleerd heeft. Christus gaf ons opdracht de geboden te onderhouden gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft. Het sabbatsgebod moeten wij ook houden. De zondag gaat in tegen de leer van Christus en is een tweedracht en ergernis tegen de leer die Christus ons geleerd heeft.
Ergernissen ontstaan door een niet Bijbelse, door een verkeerde leer. De door God geheiligde sabbat is volledig in overeenstemming met de Bijbel en Christus leer en leven. Het heiligen van de sabbat is een ergernis voor degenen die Gods Woord en Jezus leer en leven niet willen volgen. Mensen ergeren zich mogelijk aan de leer over de door God geheiligde sabbat waarvan in dit document slechts enkele teksten zijn weergegeven. De zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat is een niet Bijbelse leer. De zondag is helaas tegen Gods Woord en Jezus leer en leven in, als leer omarmd en wordt door de meeste kerken tegen Gods Woord, Jezus’ leer en leven in geleerd en opgelegd als inzetting (mensengebod).
Volhard in de leer van Zijn Vader, in de leer van God en niet in een kerkleer, kerkorde of kerkwet!
Jeremia 17:20-24
20 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, om niet te horen en om de tucht niet aan te nemen. 21 Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en draagt geen last op den sabbatdag, noch brengt in door de poorten van Jeruzalem. 22 Ook zult gijlieden geen last uitvoeren uit uw huizen op den sabbatdag, noch enig werk doen; maar gij zult den sabbatdag heiligen, gelijk als Ik uw vaderen geboden heb. 23 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, om niet te horen, en om de tucht niet aan te nemen. 24 Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk naar Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last door de poorten dezer stad op den sabbatdag inbrengt, en gij den sabbatdag heiligt, dat gij geen werk daarop doet;
Jezus waarschuwt om de wet niet aan te passen en geen eigen inzettingen te onderhouden in:
Markus 7:7-9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen;
8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele. 9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
Scheuringen zijn het gevolg van het niet willen volgen van Gods Woord als enigste Waarheid. Het is belangrijk dat de kerk continu gereformeerd wordt. Er is geen enkele kerkelijke leer volmaakt. Degenen die naar Gods wil willen leven kunnen nog onderwezen worden leert de Bijbel ons: 2 Timothëus 3:16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Het vierde gebod en heel Gods Woord ons leert de sabbat te heiligen. Het sabbatsgebod wordt teniet gedaan, wordt ontheiligd, om de zondag vast te kunnen houden.
Besef dat u met het houden van de zondag volgens Gods Woord wekelijks de sabbat ontheiligt. Op ontheiliging van Gods sabbat werd in de Bijbel de doodstraf uitgevoerd. Ontheiliging is werk van de duivel.
8 Is het gehoorzamen van Gods geboden wettisch?
Als we ons aan het 6e gebod Gij zult niet doodslaan houden dan kan en mag men uiteraard niet zeggen dat dit wettisch is. Als mensen de sabbat vieren dan wordt er vaak minachtend over het “wettisch” willen houden van Gods heilige wet gesproken! Het houden van geen enkel gebod van Gods heilige wet uit geloof mag men wettisch noemen. Gods geboden worden dan geminacht. Gods Woord leert ons dat Zijn geboden heilig zijn.
God leert juist niet dat het wettisch is als wij Zijn heilige sabbat houden. Hij leert dat wij dit uit liefde tot Hem moeten en mogen doen:
1 Johannes 5:2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
Het houden van Zijn geboden uit geloof is LIEFDE tot Hem, geen wettische gehoorzaamheid!
Wetticisme
Wetticisme is het houden van geboden die door mensen zijn gegeven.
Het zondagsgebod is niet door God gegeven, het is door mensen gegeven.
Het zondagsgebod is een mensengebod. Het houden van de zondag is wettisch!
9 Zoekt eerst het Koninkrijk van God; is de heilige wet bijzaak?
Velen leren dat het zoeken van het Koninkrijk van God belangrijker is dan het gehoorzamen van Gods heilige geboden. Het zoeken van het Koninkrijk van God gaat juist samen met het gehoorzamen van God en het willen leven tot Zijn eer.
Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Bij het zoeken van Zijn Koninkrijk wil de ware Christen juist leven tot Gods eer zoals Christus het ons geleerd heeft en waar Hij ons opdracht toe geeft in:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
God wil Zijn liefde geven aan Zijn volk als zij Zijn geboden houden zoals Christus deze gehouden heeft.
Het zoeken van het Koninkrijk en het gehoorzamen van Zijn heilige wet horen onlosmakelijk bij elkaar.
De Bijbel leert niet dat men het Koninkrijk van God moet zoeken boven de wet.
De Bijbel leert dat men het Koninkrijk van God moet zoeken BOVEN de aardse zaken.
Matthéüs 6:31-33 Daarom, zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
32 Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen behoeft.
33 Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijns zelfs kwaad.
Jezus zelf spoort ons aan om bij het zoeken en het verwachten van het Koninkrijk de zonden te laten en te leven zoals God het vraagt:
Matthéüs 4:17 Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Degenen die de kleinste wijziging van Zijn heilige wet leren zullen de minste genoemd worden:
Matthéüs 5:19a Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen;
Degenen die Gods heilige wet uit geloof gedaan en geleerd hebben zoals Christus deze geleerd heeft zullen in het Koninkrijk der hemelen komen door genade:
Matthéüs 5:19b maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Aansluitend op Mattheus 5:19 leert Christus zelf dat wij nog naarstiger de wet moeten houden dan de Farizeeën, niet om daardoor gerechtvaardigd te worden, maar tot Zijn eer omdat wij anders het Koninkrijk der hemelen niet eens zullen binnengaan:
Matthéüs 5:20 Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij dan der schriftgeleerden en der farizeeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.
Het Koninkrijk van God en Zijn wil, Zijn geboden, horen onafscheidelijk bij elkaar:
Matthéüs 6:10 Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.
10 Eenheid belangrijker dan waarheid?
Eenheid mag nooit de Waarheid geweld aandoen. Gods sabbatsgebod of andere geboden mogen nooit overtreden blijven worden om de eenheid onderling te houden. Gods Woord wordt dan geweld aangedaan met leugen om een schijnbare eenheid te hebben. Er is dan eenheid met leugen. Eenheid waarbij Gods gebod niet wordt gehoorzaamd is schijnbare vrome en hoogmoedige eenheid.
Er moet eenheid zijn in waarheid, eenheid op grond van Gods Woord.
Er kan geen ware eenheid zijn waarbij Gods gebod wordt overtreden. Er is alleen ware eenheid in Christus met gewillige gehoorzaamheid naar Zijn heilige wet.
2 Korinthiërs 10:5 Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus;
Christus kan geen gemeenschap hebben met het overtreden van Gods sabbatsgebod of andere geboden. Gehoorzaamheid aan Christus is:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
Johannes 14:15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
God vraagt waarheid, gehoorzaamheid en oprechtheid. Waar nog eenheid is maar ook overtreding van Gods sabbatsgebod moet met alle inspanning Gods Woord naarstig onderzocht worden om één te blijven op grond van Gods Woord. Niet op grond van een kerkelijke leer die de zondag leert tegen Gods sabbatsgebod in.
Waarheid is oneindig belangrijker dan eenheid.
Men moet eenheid zoeken op grond van Waarheid,
NOOIT ten koste van de Waarheid
Ware eenheid geeft dat men wil reformeren naar Gods Woord, niet vasthouden aan kerkelijke leer, kerkorde of kerkwet, die Gods sabbatsgebod geweld aandoet door de zondag te leren.
Eenheid met ongehoorzaamheid vertoornt God. God vraagt geen eenheid waarbij Zijn gebod te niet wordt gedaan:
Markus 7:7-9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen;
8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele.
9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
1 Johannes 2:3-7 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
1 Johannes 5:2-3 2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
11 Is het hoogmoedig om de sabbat te leren zoals God het vraagt?
Het is niet hoogmoedig als we het gebod gehoorzamen om niet te stelen. Het is ook niet hoogmoedig als men ook Gods onveranderlijke sabbatsgebod wil gehoorzamen zoals God deze in Zijn heilig Woord leert.
Het is hoogmoedig om de zondag te leren als wekelijkse rustdag wat God ons niet leert in de Bijbel. Volg geen menselijke leer. Er is geen zondagsgebod in Gods Woord. De leer van het zondagsgebod is een leugen.
Gods Woord leert wat hoogmoed is:
Psalmen 59:13
Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen.
Handelingen 5:29 Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen.
Kolossensen 2:
18 Dat dan niemand u overheerse naar zijn wil in nederigheid en dienst der engelen, intredende in hetgeen hij niet gezien heeft, tevergeefs opgeblazen zijnde door het verstand zijns vleses;
Laat u niet wat anders leren dan wat Gods wil is, die Hij ons in Zijn Woord leert. God leert ons de sabbat. De mensen in hun onwetendheid of opgeblazenheid (hoogmoed) leren de zondag.
Deuteronomium 18:20
Maar de profeet die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.
Het is hoogmoed om te leren dat er een zondagsgebod is en het sabbatsgebod afgeschaft is. God heeft geen zondagsgebod gegeven.
Romeinen 12:3 Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn, maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft.
Wees niet wijs, hoogmoedig, boven hetgeen Gods Woord leert! God leert Zijn sabbatsgebod en geen zondagsgebod.
Spreuken 8:13
De vreze des HEEREN is te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden.
2 Korinthiërs 10:5 Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus;
Het is hoogmoedig om overleggingen te bedenken waarmee de Bijbel tegengesproken wordt. Een zondagsgebod spreekt God en Christus tegen. Dit dient terneder geworpen, weerlegd, te worden. Gehoorzaamheid aan al Zijn heilige geboden is nodig.
De vreze, het uit geloof willen gehoorzamen aan de Heere, is volgens de Bijbel geen hoogmoed.
Het niet gehoorzamen aan Gods heilige geboden met Zijn heilige sabbat is volgens de Bijbel hoogmoed.
12 Sabbatisme of zondagisme?
Is het sabbatisme om de sabbat te houden?
Om het juiste antwoord hierop te kunnen geven moeten we beseffen welke dag we vieren in plaats van welke andere dag.
God heeft de 7e dag, de sabbat, geheiligd om tot Zijn eer op deze dag een heilige samenroeping te hebben volgens:
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
Hebreen 10:25a En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten
Christus leert ons Zijn heilige geboden, inclusief het sabbatsgebod, te houden zoals Hij deze gehouden heeft, niet anders dan Hij gedaan en geleerd heeft:
Matthéüs 28:19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
1 Johannes 2:6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Het vieren van de heilige sabbat is wat God vraagt. Bij het vieren van de sabbat is er geen sprake van het vieren van een andere dag dan wat God ons leert, namelijk de 7e dag, de sabbat. Gods Woord is het uitgangspunt, dit leert ons de sabbat. De zondag wordt niet door God geleerd. Het is zondagisme om de zondag in plaats van de sabbat te houden.
Sabbatisme = het vieren van de door God geheiligde sabbat zoals God het vraagt
Zondagisme = het houden van de door de mens ingestelde zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat
Sabbatisten / Sabbatisme
De mensen die door de eeuwen heen de sabbat gehouden hebben, werden en worden nog veelal minachtend sabbatisten genoemd, aanhangers van het sabbatisme. Deze mensen werden tot en met de 17e eeuw gedood als zij Gods sabbatsgebod gehoorzaamden. Door de doodstraf op het heiligen van de sabbat werd de zondag afgedwongen. Gods Woord leert nergens dat het vieren van de sabbat met de dood gestraft moest worden. Juist het ontheiligen van de sabbat (dus het houden van de zondag in plaats van de sabbat!) moest volgens God met de doodstraf gestraft worden:
Exodus 31:14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is; wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
De kerken die de zondag leren spreken Gods Woord tegen en hebben in het verleden mensen gedood die God meer gehoorzaamden dan de mensen of de kerkelijke leer. In deze tijd worden de mensen die Gods sabbatsgebod meer gehoorzaam zijn dan het menselijke zondagsgebod uit de kerk geweerd door middel van censuur.
Het gehoorzamen aan het sabbatsgebod mag niet minachtend sabbatisme genoemd worden. De mensen die ook het 9e gebod gehoorzamen (Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste) en de waarheid vasthouden mag men ook niet minachtend waarheidisten noemen. Dit is minachting en verachting van het gehoorzamen van Gods heilige geboden.
Het gehoorzamen aan Gods wet is ook geen wetticisme, zie hoofdstuk 8 Is het gehoorzamen van Gods geboden wettisch?
De naam sabbatisten:
- mag gebruikt worden als erenaam zoals ook de naam Christen een erenaam is geworden voor degenen die Christus uit geloof willen volgen in leer en leven.
- moet de mensen die de zondag vast willen houden in plaats van Gods heilige sabbat er juist bij bepalen dat zij zelf afwijken van de leer van Gods Woord en Christus leer en leven.
13 De dag des Heeren is een of dé oordeelsdag
Helaas wordt vaak geleerd dat de dag des Heeren de zondag is. Dit staat echter nergens in de Bijbel. Gods Woord wordt hierdoor geweld aangedaan. De Bijbel leert juist dat de dag des Heeren een / de oordeelsdag is.
Er is ook geen onderscheid in een Oud Testamentische dag des Heeren (oordeelsdag) en een Nieuw Testamentische dag des Heeren. Ook het Nieuwe Testament leert dat de dag des Heeren een of de oordeelsdag is:
Jesaja 2:12
Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde;
Jesaja 13:6
Huilt gijlieden, want de dag des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting van den Almachtige.
Jesaja 13:9
Zie, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen.
Jesaja 34:8 Want het zal zijn de dag der wrake des HEEREN, een jaar der vergeldingen, om Sions twistzaak.
Ezechiël 30:3
Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een wolkige dag, het zal der heidenen tijd zijn.
Joël 1:15
Ach die dag! Want de dag des HEEREN is nabij en zal als een verwoesting komen van den Almachtige.
Joël 2:1
BLAAST de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn; want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij;
Joël 2:11
En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir heen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?
Joël 2:31
De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.
Joël 3:14
Menigten, menigten in het dal des dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens.
Amos 5:18
Wee dien die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
Amos 5:20
Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij?
Obadja 1:15
Want de dag des HEEREN is nabij over al de heidenen; gelijk als gij gedaan hebt, zal u gedaan worden; uw vergelding zal op uw hoofd wederkeren.
Zefánja 1:7
Zwijg voor het aangezicht des Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij, want de HEERE heeft een slachtoffer bereid, Hij heeft Zijn genoden geheiligd.
Zefánja 1:14
De grote dag des HEEREN is nabij, hij is nabij en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen.
Zefánja 2:2
Eer het besluit bare ( gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid van des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van den toorn des HEEREN over ulieden nog niet komt.
Maleáchi 4:5
Zie, Ik zend ulieden den profeet Elía, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
Handelingen 2:20
De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt.
2 Thessalonicensen 2:2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.
1 Thessalonicensen 5:2
Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen gelijk een dief in den nacht.
2 Petrus 3:10
Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
Openbaring 1:10
En ik was in den geest op den dag des Heeren, en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
Johannes wist uit de boeken van Mozes en de profeten wat de dag des Heeren inhield: de / een oordeelsdag.
Hij leert niets anders over de dag des Heeren dan wat hij geleerd was uit Gods Woord. Hij leert net als Petrus niets anders dan de profeten!:
2 Petrus 1:19 En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt,
Johannes zag in de geest de / een oordeelsdag zoals ook blijkt uit het vervolg van Openbaring.
14 Wat voegt de geschiedenis toe aan Gods Woord?
De geschiedenis na de Bijbel voegt niets toe aan Gods Woord. Gods Woord is volledig!
Mensen die de wekelijkse zondag leren als rustdag zeggen onder andere dat de geschiedenis na de Bijbel heeft bewezen dat God de zondag geheiligd heeft. Dan zou de Bijbel niet volledig zijn! Helaas wordt het heiligen van de sabbat gelijk gesteld met een zegen op een andere dag. De Bijbel leert nergens dat de wekelijkse sabbat veranderd is, ook niet ten gevolge van een zegen op een andere dag.
Als de geschiedenis na de Bijbel zou moeten leren dat de zondag wel geheiligd is in plaats van de wekelijkse sabbat:
1 dan is de wet met de 10 geboden onvolmaakt en aan te passen, dit gaat tegen Gods Woord in:
Deuteronomium 4:2 Gij zult tot dit woord dat ik u gebied, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE uw God, die ik u gebied.
Psalm 19:8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
2 dan is Gods Woord onvolledig, dit gaat tegen Gods Woord in:
Openbaring 22:18
Want Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
3 dan heeft de geschiedenis invloed op Gods wil, dit gaat tegen Gods Woord in.
Gods Wil is niet afhankelijk van de gescheidenis, God is niet afhankelijk van tijd. God is eeuwig:
2 Petrus 3:8 Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag.
Gods Woord leert de waarheid, niet de geschiedenis:
Johannes 17:17 Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid.
4 dan staat de menselijke geschiedenis boven Gods Woord, dit gaat tegen Gods Woord in:
Galaten 1:8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
5 dan wordt Christus niet gehoorzaamd, dit gaat tegen Gods Woord in:
Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Matthéüs 28:19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
1 Johannes 2:6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
6 dan wordt Christus tot een leugenaar gemaakt, Christus leert ons namelijk in Gods Woord:
Spreuken 30:6 Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
Een zondagsgebod leren wat God niet leert is toedoen aan Zijn Woord.
Een sabbatsgebod afschaffen wat God niet leert is afdoen aan Zijn Woord.
1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
15 Zondag gevolg van een nieuwe scheppingsorde?
Er wordt door veel kerken geleerd dat de scheppingsorde van eerst werken en daarna rusten veranderd is naar eerst rusten en dan werken. De sabbat, de 7e dag, als rustdag zou dan overgegaan zijn naar de 1e dag van de week. De wet en Gods ingezette tijden zouden dan veranderd zijn! Dit staat echter nergens in Gods Woord. Er staat juist het tegenovergestelde:
Daniël 7:25: En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.
De kerken die leren dat Gods tijden en Zijn wet veranderd zijn spreken woorden tegen de Allerhoogste, tegen God en Christus.
Zelfs de kleinste delen van een letter van Zijn heilige wet zijn onveranderlijk:
Mattheus 5:18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
De kerk leert met een nieuwe scheppingsorde zaken die niet in Gods Woord staan en voegt daarmee toe aan Gods Woord alsof Gods Woord niet volledig is. Gods Woord leert dat dit wel volledig is:
Handelingen 26:22 Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude.
De kerken die leren dat Gods Woord aanvulling nodig heeft handelen met de leer van de nieuwe scheppingsorde tegen Gods Woord alsof Zijn Woord niet volledig is.
Toevoegen aan Gods Woord is ook door God zelf verboden:
Deuteronomium 4:2 Gij zult tot dit woord dat ik u gebied, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE uw God, die ik u gebied.
Psalm 19:8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
De kerken die leren dat Gods Wet veranderd is handelen met de leer van de nieuwe scheppingsorde tegen Gods Woord.
16 De plaats van de kanttekeningen
De kanttekeningen bij de Statenvertaling van 1637 waren geplaatst op uitdrukkelijk verzoek van de Dordtse Synode bij hun plan voor het maken van een nieuwe Bijbelvertaling: De kanttekeningen waren vooral taalkundig van aard en boden geen uiteenzetting van de gereformeerde dogmatiek.
Gods Woord is geïnspireerd in het Hebreeuws, Aramees en Grieks. De kanttekeningen, die teksten uit de Bijbel toelichten, zijn zeer waardevol maar zijn niet door God geïnspireerd. De kanttekening zijn door bekwame Godgeleerden geschreven maar mogen nooit als absolute waarheid gehouden worden. Dit kan ook niet omdat er bij tal van teksten verschillende mogelijke verklaringen zijn vermeld.
De kanttekeningen zijn niet Gods Woord. Ze zijn ook niet gelijk aan Gods Woord. Het is een menselijke aanvulling op / verduidelijking van Gods Woord, waarvan de uitleg van een bepaalde tekst gebruikt mag worden zolang deze in overeenstemming is met heel Gods Woord en deze Gods Woord niet op andere plaatsen tegenspreekt.
Helaas zijn de kanttekeningen inmiddels veelal gelijk gesteld aan Gods Woord en worden de kanttekeningen zonder nader onderzoek voor absolute waarheid aangehouden, zelfs door voorgangers. Het is tegen Gods Woord om de kanttekeningen als absolute waarheid te houden.
17 Bouwt u op Gods Woord of op mensen en voorganger?
Johannes 17:17 Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid.
Psalmen 119:142b Uw wet is de waarheid.
Romeinen 2:18 En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;
Gods Woord is de waarheid. Gods wet is de waarheid.
Gods wet leert het sabbatsgebod, geen zondagsgebod. Het sabbatsgebod is waarheid.
Woorden van mensen zijn alleen waarheid als deze volledig in overeenstemming zijn met Gods Woord.
Galaten 1:8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Als mensen, voorgangers, oudvaders of zelfs een engel uit de hemel een evangelie leert buiten hetgeen Paulus en de apostelen verkondigd hebben dan is dit een leugen. Het evangelie (genade door Christus) en Gods onveranderlijke geboden horen onafscheidelijk bij elkaar:
1 Johannes 2:3-6 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Christus leert:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Christus heiligde op aarde de sabbat en geeft ons opdracht om de geboden te houden gelijkerwijs, zoals!, Hij deze van Zijn Vader geleerd heeft en Zelf gehouden heeft.
Veel voorgangers leren:
Houdt het zondagsgebod van onze kerkelijke leer. Houdt niet de sabbat gelijkerwijs Christus deze gehouden heeft.
Zij spreken dan God en Christus tegen en maken Hem tot een leugenaar.
Christus leert:
Mattheus 5: 17-19 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. 18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
De wet en wat de profeten ons geleerd hebben (ook over de sabbat!) zijn en worden niet ontbonden. Als er wordt geleerd dat de wet wel ontbonden of veranderd is dan spreken we Christus tegen en maken we Christus tot een leugenaar.
Veel voorgangers leren:
Het sabbatsgebod is wel ontbonden of zelfs geheel afgeschaft. De wet zou vervuld zijn want er staat: te vervullen.
Vervullen is niet afschaffen. Als u 80 km per uur gereden heeft waar dat mag dan heeft u de wet vervuld maar NIET afgeschaft. De wet is nog steeds van kracht.
Als voorgangers te leren dat vervullen betekent: afschaffen, dan spreken zij God en Christus tegen en maken Hem tot een leugenaar.
Christus leert:
Exodus 20:8-11 8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt,
De sabbat is heilig.
Jesaja 58:13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag;
Jesaja 66:22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Veel voorgangers leren:
De sabbat is niet heilig of is niet heilig meer.
Zij spreken dan God en Christus tegen en maken Hem tot een leugenaar.
Zelfs op de nieuwe aarde zal men van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat komen om de Heere te aanbidden.
Geloof wat Christus leert en maak Christus niet tot een leugenaar door een mensengebod te volgen en Zijn heilige dag te ontheiligen.
Christus leert:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Veel voorgangers leren:
Onderhoudt niet alles wat Christus zelf ingesteld en geboden heeft, houdt het sabbatsgebod niet.
Zij spreken dan God en Christus tegen en maken Hem tot een leugenaar.
17.1 Voorgangers zijn geroepen dus zij spreken altijd de waarheid?
Veel mensen zeggen: God roept nog voorgangers om op zondag te preken. Hij zou hen niet op zondag voor laten gaan als Hij wil dat de sabbat geheiligd wordt. Deze mensen roepen hiermee God ter verantwoording! Als de sabbat Gods heilige dag is zou God het anders moeten doen volgens hen. Gods Woord leert dat mensen niet mogen denken dat God het anders zou moeten doen.
Job 9:12b: Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?
God roept geen voorgangers om op zondag te preken maar om Zijn Woord geheel en zuiver te preken en wel met name op Zijn heilige dag, de sabbat, volgens Leviticus 23:3.
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
God laat nog voorgangers op de zondag voorgaan om de mensen de waarheid te leren, ook over de sabbat. Echter wordt de waarheid over Gods heilige sabbat verzwegen. De waarheid over de sabbat wordt door de kerkelijke leer het zwijgen opgelegd. Gods heilige sabbat wordt wekelijks ontheiligt. De deuren van Gods huis blijven zelfs gesloten op de 7e dag, Zijn heilige sabbat, terwijl God gebiedt om op Zijn heilige sabbat een heilige samenroeping te hebben.
God zal dit ontheiligen van Zijn sabbat doen ophouden. Op de nieuwe aarde zal van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat God geëerd worden volgens Jesaja 66:22-23.
God roept voorgangers om het Woord te onderzoeken en aan de mensen te leren zoals Hij dit in Zijn heilig Woord leert. Veel voorgangers onderzoeken niet vanuit Gods Woord wat God leert over de sabbat maar leren een zondagsgebod volgens de kerkelijke dogma (leer). God heeft deze kerkelijke leer met een zondagsgebod echter niet gegeven. Kerken leren een zondagsgebod dat door de kerkelijke leer opgelegd wordt en met alle macht in stand wordt gehouden.
Veel voorgangers zijn bang:
- om uit Gods Woord de sabbat te leren en onderzoeken dit niet (verder), om er maar niet achter te hoeven komen dat God geen zondagsgebod leert maar het heilige sabbatsgebod,
- voor de gevolgen als zij Gods heilige sabbat zullen moeten gaan leren.
Er zijn gelukkig wel meer voorgangers die inmiddels inzien en erkennen dat de kerk fouten heeft gemaakt door zich met keizer Constantijn af te zetten tegen de Joden en Gods feesten waarvan de sabbat het eerste feest is dat God leert.
Johannes 12:42 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeeën wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. 43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God.
U weet zelf dat God niet liegen kan. Hij is de waarheid, Zijn Woord, met de leer over de sabbat, is waarheid.
Johannes 17:17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
Romeinen 3:4b Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig.
Alle menselijke en kerkelijke leer die de Bijbel tegenspreekt is leugen. Ook de leer van een zondagsgebod dat God niet heeft gegeven.
18 Zondag in plaats van de sabbat goed bedoeld?
Moeten we de inzetting (instelling) van de zondag zo houden omdat dit goed bedoeld is?
Mensen zeggen: als de bedoeling maar goed is dan vindt God het ook goed. Dit is echter tegen wat God leert, Hij leert ons: Als het goed bedoeld wordt maar het niet is zoals Ik het heb geleerd dan is het zonde.
Een goede bedoeling die anders is dan wat God leert is zonde. Hieronder enkele voorbeelden van gebeurtenissen in Gods Woord die goed bedoeld waren maar wat zonde is volgens God.
Heilige ark:
1 Kronieken 13: 7 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen uit het huis van Abinádab. Uza nu en Ahío leidden den wagen.
De bedoeling van David om de ark te halen is goed echter mocht de ark niet op een wagen gezet worden.
God had geboden dat deze door de priesters gedragen moest worden.
8 En David en gans Israël speelden voor het aangezicht Gods met alle macht, zo met liederen als met harpen en met luiten en met trommels en met cimbalen en met trompetten.
9 Toen zij aan den dorsvloer van Chidon gekomen waren, zo strekte Uza zijn hand uit om de ark te houden, want de runderen struikelden. 10 Toen ontstak de toorn des HEEREN over Uza en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods.
God strafte Uza omdat de ark alleen door de priesters aangeraakt mocht worden. Als de priesters de ark gedragen hadden was deze ook niet bijna van de wagen gevallen.
Hoe goed de bedoeling ook was om de ark te halen: de ark mocht niet op een wagen.
Hoe goed de bedoeling ook was om de ark tegen te houden: Uza mocht de ark niet aanraken en werd zelfs gedood.
Heilig vuur:
Levitcus 10:1-3 En de zonen van Aaron, Nadab en Abihu, namen een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk hij hen niet geboden had. 2 Toen ging een vuur uit van het aangezicht des HEEREN, en verteerde hen; en zij stierven voor het aangezicht des HEEREN. 3 En Mozes zeide tot Aaron: Dat is het, wat de HEERE gesproken heeft, zeggende: In degenen, die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd worden, en voor het aangezicht van al het volk zal Ik verheerlijkt worden.
De zonen van Aaron namen geen vuur van het heilig vuur van de tabernakel maar ander vuur. God strafte dit met de dood. Als God geboden heeft geheiligd vuur te nemen dan mogen de mensen geen vuur nemen dat niet geheiligd is.
Ook al zou de bedoeling goed zijn en lijkt er zelfs voor de mensen geen verschil te zijn in het soort vuur of een bepaalde dag (sabbat of zondag) dan is het volgens God zonde als het niet is zoals Hij het geboden heeft.
Volgens Gods Woord blijft het zonde als het niet volgens Zijn Woord is hoe goed de bedoeling ook kan zijn. Ook betreffende het heilig sabbatsgebod. Er is één wekelijkse geheiligde dag, de sabbat.
Heilige grond:
Exodus 3:5 En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig land.
De plaats waar Mozes stond was heilig land. Voor de mens was er geen onderscheid zichtbaar tussen de grond waar Mozes stond en de grond daarachter. Maar wat God geheiligd heeft kan de mens niet als onheilig beschouwen.
Niet de grond achter de braambos is heilig maar de plaats die God heilig noemt. Niet de dag na de sabbat (de zondag) is heilig maar de zevende dag, de sabbat, die God geheiligd heeft.
19 Zondag praktischer dan de sabbat?
Moeten we onze inzetting (instelling) van de zondag zo houden omdat dit praktischer is voor ons, onze relatie of onze kinderen in deze tijd?
Eerst een andere vraag: In veel landen worden mensen gevangen gezet of gedood omdat ze in God geloven. Moeten zij dan Gods Woord maar niet gehoorzamen omdat het praktischer om niet gevangen gezet of zelfs gedood te worden?
Uiteraard vraagt God niet of het voor ons praktisch is of goed uitkomt om Zijn sabbat te vieren. Hij heeft Zijn sabbatsgebod gegeven zonder menselijke voorwaarde. Schaam uzelf als u Gods onveranderlijke, heilige, geboden niet wilt houden zoals Hij dit vraagt.
Ook het Nieuwe Testament leert ons nadrukkelijk God te gehoorzamen en niet onze eigen inzettingen te volgen. God is niet veranderlijk. Wij mogen Gods heilige gebod om de sabbat te heiligen niet blijven overtreden, omdat dit voor ons, onze relatie of onze kinderen beter uit zou komen. God vraagt onvoorwaardelijke gehoorzaamheid uit geloof.
Lukas 14:33 Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Matthéüs 10:37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig;
Matthéüs 19:29 En zo wie zal verlaten hebben huizen of broeders of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven beërven.
Markus 7:7-9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen;
8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele.
9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
Handelingen 5:29
Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen.
2 Thes. 2:15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief.
Met inzettingen bedoelt Paulus hier de leer naar Gods Woord en de profeten, houdt deze vast.
1 Petrus 2:21 Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
1 Johannes 2:3-6 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
1 Johannes 5:2-3 2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
Leviticus 18:3
Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; noch naar de werken van het land Kanaän, waarheen Ik u breng, zult gij doen en zult in hun inzettingen niet wandelen.
God vraagt te leven naar Zijn geboden en niet naar de inzettingen buiten zijn Woord die zelfs tegen Zijn Woord in gaan. Ook al zou het heiligen van de sabbat in onze ogen veel onrust geven. Het gaat om de waarheid tot eer van God. Wij kunnen God niet eren door de geheiligde sabbat te onteren! Met het onteren van de sabbat wordt God onteert!
De zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat is geen waarheid maar een leugen en mogen we daarom niet vasthouden.
Jozua 24:14a En nu, vreest den HEERE en dient Hem in oprechtheid en in waarheid;
Als de door God geheiligde sabbat niet meer gehouden hoeft te worden maar de zondag dan moet er in de kerk gelezen worden: Gedenk den zondag dat gij dien heiligt…… Echter veranderen we dan Zijn Woord waar onder andere Johannes ons voor waarschuwt in:
Openbaring 22: 19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.
Dit wordt dus maar niet in de tekst veranderd maar wel in de uitvoering! Er wordt in de kerk gelezen: Gedenk den sabbat dag dat gij dien heiligt maar de mensen houden de zondag. Dit is geheel tegenstrijdig met wat de Bijbel ons leert.
Mattheus 5:19 Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Is de hemel en aarde al voorbijgegaan? Zo niet, waarom leert de kerk dan dat er veel meer dan een jota of tittel veranderd is, zelfs een compleet woord, zelfs Gods geheiligde sabbatsgebod? Waarom leert de kerk met het houden van de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat dat Jezus woorden en leer geen waarheid zijn? Christus leert dat er geen jota of tittel van de wet zou veranderen! De kerk die de zondag houdt leert dat het gebod wel veranderd is.
Hebrëen 13:17 Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig.
Paulus schrijft over de voorgangeren van die tijd, de profeten en Christus zelf, die ook de sabbat leerden. Wij moeten deze profeten en Christus gehoorzaam zijn. Onze tegenwoordige voorgangers moeten we ook onderdanig te zijn als deze het Woord recht prediken. Wij moeten met hun zaken die niet naar Gods Woord zijn, zoals de zondag in plaats van de sabbat, bespreken om deze te zuiveren. Als we dit niet doen zijn we zelf medeschuldig aan het ontheiligen van Gods sabbat.
Als de kerk niet openstaat voor verbetering handelt zij tegen Gods Woord en verheft de kerk zich met de kerkelijke leer of kerkorde boven Gods Woord. De kerk kan en mag Gods Woord niet het zwijgen opleggen door mensen te verbieden elkaar Gods leer over de sabbat duidelijk te maken op grond van Gods heilig Woord. Het is een Goddelijke opdracht om elkaar aan te scherpen:
2 Timothëus 3:16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Handelingen 28:27 Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen
Vaak wordt geleerd dat de wetten zoals God deze gaf niet voor de vreemdelingen zijn maar alleen voor de Joden. Gods waarachtige Woord leert dat Zijn heilige wetten, met daarin ook Zijn heilige sabbat, geldt voor de Joden EN de heidenen:
Exodus 20:10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
Exodus 23:12 Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden dag zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste, en dat de zoon uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
Numeri 15:16 Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn en den vreemdeling die bij ulieden als vreemdeling verkeert.
Deuteronomium 5:14 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN, uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw os, noch uw ezel, noch enig van uw vee, noch de vreemdeling, die in uw poorten is; opdat uw dienstknecht, en uw dienstmaagd ruste, gelijk als gij.
Deuteronomium 31:12 Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet.
1 Koningen 8:43 Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen gelijk Uw volk Israël, en om te weten dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis hetwelk ik gebouwd heb.
Prediker 12:13 Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
Jesaja 56:3 En de vreemde, die zich tot den HEERE gevoegd heeft, spreke niet, zeggende: De HEERE heeft mij gans en al van Zijn volk gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre boom.
Jesaja 56:6-7 6 En de vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat hij dien niet ontheilige, en die aan Mijn verbond vasthouden; 7 Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.
Jesaja 58:13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag; en indien gij den sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, die te eren is; en indien gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt;
Jesaja 66:22-23 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Jeremia 3:17 Te dien tijde zullen zij Jeruzalem noemen des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; en zij zullen niet meer wandelen naar het goeddunken van hun boos hart.
Micha 4:1-2 Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.
2 En vele heidenen zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
Markus 2:27 En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat.
Johannes 10:16 Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden één kudde, en één Herder.
Handelingen 13:42 En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.
Romeinen 10:12 Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen.
Romeinen 15:9-10:
9 En de heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk geschreven is: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen. 10 En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen, met Zijn volk.
Romeinen 15:18
Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken,
Handelingen 18:4 En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.
Galaten 3:8 En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.
Galaten 3:29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
Efeze 2:19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods;
Filippenzen 3:16-17
16 Doch waar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelven regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen. 17 Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.
Paulus leert wat Christus leert:
1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
Christus leert wat Zijn Vader Hem en ons leert:
Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
Christus leert Gods geboden te houden:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
Paulus leert zijn maar bovenal Christus’ voorbeeld te volgen, Christus heiligde de sabbat, Paulus heiligde ook de sabbat. zie Handelingen 28:17 en Handelingen 18:4.
Filippenzen 4:9 Hetgeen gij ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.
Paulus leert om te doen wat hij geleerd heeft en wat hij gedaan heeft. Paulus leerde wat de Thora en de profeten leren, geen zondag maar de sabbat en noemde ook het sabbatsgebod heilig!
Pauls heiligde ook de sabbat in navolging van Christus.
21 Veel gestelde vragen over de sabbat
Hieronder vindt u de veel gestelde vragen over de sabbat. U kunt deze ook vinden in het online document op www.zondagofsabbat.com.
21.1 Geldt het sabbatsgebod alleen voor de Joden omdat God dit aan hun heeft bekend gemaakt?
Als de Heere onder andere de 10 geboden geeft dan spreekt Hij:
Exodus 20:
1 TOEN sprak God al deze woorden, zeggende:
2 Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.
3 Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
Hier staat bij: uit Egypte, uit het diensthuis uitgeleid. Als u denkt dat Gods geboden niet voor de heidenen gelden omdat de heidenen niet uit Egypte zijn geleid dan geldt er geen enkel gebod voor de heidenen. Dan zou u ook de andere geboden niet hoeven te houden. Dan zou u ook andere goden mogen dienen!! Uiteraard mag dit niet. Ook de heidenen moeten alle geboden van God houden. Gods Woord leert zelf dat Gods geboden voor alle mensen gelden:
Prediker 12:13
Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
21.2 Is iedereen verloren die Gods sabbat, Zijn geheiligde 7e dag, niet vierde?
Gelukkig niet! Als de zondag in onwetendheid als heilig beschouwd werd dan wil God dit vergeven. Als in onwetendheid de zondag in plaats van Gods geheiligde 7e dag niet geheiligd werd dan was er nog slachtoffer voor de zonden. God kan dan Zijn zegen geven over zaken die in onwetendheid gedaan worden. In ongelovigheid kan men onwetend zijn.
1 Timothëus 1:13b
..maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongelovigheid.
Ongelovigheid is echter zeker zonde:
2 Thessalonicensen 2:12 Opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
U kunt uzelf echter nu niet meer beroepen op onwetendheid. U bent op de hoogte gebracht dat Gods sabbatsgebod het heiligen van de 7e dag vraagt en niet volgens Constantijns’ zondagsgebod de 1e dag. God vraagt ook van u om te gehoorzamen aan Zijn heilige wet met het heilig sabbatsgebod:
Johannes 15:22 Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
Hebreeën 10:26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
In onwetendheid kunnen mensen zondigen. Maar als zij Gods Woord hebben gelezen en horen maar niet doen, maar de nek verharden dan is er geen verontschuldiging meer voor hun zonden. Er is alleen vergeving van zonden als wij onze zonden belijden EN laten:
1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.
Spreuken 28:13 Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.
Een belijdenis dat Gods sabbat, Zijn geheiligde 7e dag, op Gods tijd gevierd zou moeten worden terwijl men dit niet doet is NIET OPRECHT en verwerpelijk voor Gods ogen.
U kunt uzelf niet beroepen op een eerdere bekering en dwalingen vasthouden. Als een mens vergeving van zonden ontvangt maar nog zonden doet dan is voor de gedane zonden ook weer vergeving nodig en mogelijk als men deze belijdt en laat. Als men deze wel belijdt maar niet wil laten dan is men afvallig, ongehoorzaam en wederstrevig.
Gods Woord leert over geloof en ongehoorzaamheid:
Hebreeën 6:4-6
Want het is onmogelijk, degenen die eens verlicht geweest zijn
en de hemelse gave gesmaakt hebben
en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn,
5 En gesmaakt hebben het goede woord Gods
en de krachten der toekomende eeuw,
6 En afvallig worden,
die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering,
als welke zichzelven den Zone Gods wederom kruisigen en openlijk te schande maken.
21.3 Is de eerste dag van de week (zondag), de sabbat?
De sabbat is één van Gods feestdagen, Gods hoogtijden, die op Gods gezette tijd, de 7e dag, gevierd moet worden volgens Gods Woord:
Levitucus 23:1 DAARNA sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. 3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
De sabbat moet gevierd worden op Gods ingestelde tijd. Niet op een andere dag maar op de sabbat, de 7e dag.
De sabbat is de zevende dag die God geheiligd heeft in Zijn Woord, tot een eeuwigdurend teken tussen Hem en Zijn volk. Ook in het Nieuwe Testament is de sabbat nog steeds de dag voor de 1e dag van de week:
Mattheus 28:1 En laat na den sabbat, als het begon te lichten tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdaléna en de andere Maria, om het graf te bezien.
Exodus 20:10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; 11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
Als geleerd wordt dat de sabbat de zondag is dan spreekt men de Bijbel tegen. De zevende dag is een andere dag dan eerste dag. De 7e dag, de sabbat, valt niet op de 1e dag.
21.4 Mag in plaats van het woord sabbat een rustdag gelezen worden?
Nee, God heeft niet een rustdag geheiligd maar dé zevende dag, de sabbatdag, Zijn heilige dag:
Genesis 2:2 Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken.
Door te leren dat de sabbat de zondagse rustdag is of een andere dag kan zijn wordt Gods Woord tegengesproken. De sabbat is de door God geheiligde zevende dag, dé heilige rustdag. Zie ook vraag 21.6.
21.5 Heeft God de sabbat afgeschaft en de zondag hiervoor in de plaats geheiligd?
Nee, God leert ons in de Bijbel niet dat de heiliging van de sabbat, de zevende dag, afgeschaft is. De door God geheiligde zevende dag was er al voor de zondeval en wijst niet heen naar Christus die komen zou. Christus was voor de zondeval voor de mensen niet als Middelaar bekend en nodig. De zevende dag, de sabbat zal geheiligd blijven en zal zelfs in de nieuwe de hemel en op de nieuwe aarde gevierd worden volgens Gods Woord in:
Jesaja 66:22-23 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
God leert dat men in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat zal komen om Hem te aanbidden. Het argument dat hier sprake is van één eeuwige sabbat valt weg omdat er ook geen sprake is van één eeuwige nieuwe maan.
Er zal geen jota of tittel van de wet voorbijgaan voordat de hemel en de aarde voorbijgegaan zullen zijn volgens Mattheüs 5:17 en Lukas 16:17 En het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle.
Christus leert Zijn discipelen en ons juist Zijn heilige geboden te gehoorzamen: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Christus heeft de sabbat zelf ingesteld (bij de schepping), geleerd in Zijn wet, onderhouden en geeft ons opdracht ook de sabbat te leren en te onderhouden zoals Hij deze gehouden heeft, niet anders: Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Er is geen Oud Testamentische sabbatsgebod gewijzigd naar een Nieuw Testamentisch zondagsgebod wat de kerk nog probeert te blijven leren.
Er wordt tegen de Bijbel in geleerd dat er een Nieuwtestamentische dag des Heeren is wat dan de zondag zou zijn. Er is echter geen Nieuwtestamentische dag des Heeren, zie onder andere 2 Petrus 3:10 waar in het Nieuwe Testament staat dat de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht, als een oordeelsdag. De dag des Heeren is ook in het Nieuwe Testament een oordeelsdag, geen geheiligde zondag.
2 Peterus 3:10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.
21.6 Maakt het uit welke dag God geheiligd heeft?
Ja, er is maar één door God geheiligde wekelijkse dag, de zevende dag van de week, de sabbat. God heeft niet in de Bijbel laten schrijven dat de eerste dag van de week, de zondag, geheiligd is. Mensen hebben dit gezegd echter kunnen mensen geen dag heiligen in plaats van Gods sabbat.
God heeft ook niet in de Bijbel laten schrijven dat het niet uitmaakt welke dag men wekelijks heiligt. Hij leert juist de 7e dag te heiligen. Mensen mogen ook geen andere wekelijkse dag afzonderen om in plaats van de sabbat wekelijks bij elkaar te komen omdat God van ons de zevende dag vraagt en ons opdracht geeft op de overige 6 dagen ons werk te doen. Als de dag niet uitmaakt dan wordt Gods gebod ontbonden waarvoor Christus ons waarschuwt:
Exodus 20:8-11 in ontbonden vorm waartegen Christus ons waarschuwt:
8 Gedenkt een dag, dat gij dien heiligt.
9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
10 Maar een dag is een sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee, en alles wat daarin is, en Hij rustte een dag; daarom zegende de HEERE een dag, en heiligde denzelven.
Of
8 Gedenkt de zondag, dat gij dien heiligt.
9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
10 Maar de zondag is een sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee, en alles wat daarin is, en Hij rustte ten eerste dage; daarom zegende de HEERE de zondag, en heiligde denzelven.
Dit gaat recht tegen Gods Woord in. Christus waarschuwt daar tegen in:
Mattheus 5:19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
God alleen kan een dag heiligen en heeft de sabbat, de zevende dag van de week geheiligd als dé wekelijkse rustdag tot Zijn eer. God heeft geen enkele andere dag geheiligd als wekelijkse rustdag en als wekelijkse dag voor een heilige samenroeping volgens:
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
God en Christus leren ons door de profeten en de apostelen, waaronder Paulus, duidelijk in leer en leven dat wij de sabbat, de zevende dag, uit gehoorzaamheid en liefde tot Hem moeten blijven heiligen.
In Zijn wijsheid heeft God niet één bepaald beeld geheiligd waar wij God mee dienen te eren. Als God dit gedaan zou hebben dan zouden wij Hem onteren als wij een ander beeld zouden heiligen / eer geven. Nu heeft God in Zijn Wijsheid één bepaalde dag, de zevende dag van de week, de sabbat geheiligd om Hem te eren. De mensen mogen dan ook geen andere dag heiligen, hiermee onteren we Gods dag en God zelf!
Het is geen dag van ons maar van God:
Jesaja 58:13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag;
Als mensen een bepaalde dag kunnen heiligen dan kan iedereen een andere dag kiezen.
Er is dan geen sprake meer van: één heilige wekelijkse dag (wat God ook gebiedt)
een heilige samenroeping op Zijn heilige dag (wat God ook gebiedt)
21.7 Sabbatsgebod in het Nieuwe Testament?
De heiliging en de rust van deze 7e dag, de sabbat, loopt door heel het Oude Testament en het Nieuwe Testament heen tot en met op de nieuwe aarde. Van de wet zal geen jota of tittel wijzigen volgens Mattheus 5:17-18. Ook het Nieuwe Testament leert de geheiligde sabbat, de 7e dag, de rustdag te vieren tot eer van God.
Hebreeën 4:9-10 leert:
9 Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.
10 Want die ingegaan is in Zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.
Als men op een andere dag dan de 7e dag van de week wil rusten van zijn werken dan rust men niet gelijk God van Zijn werken gerust heeft op de 7e dag. Ook hier leert het Nieuwe Testament om te rusten op Gods sabbat, Zijn geheiligde 7e dag. Het Nieuwe Testament leert geen zondagsgebod maar het sabbatsgebod. Zie hiertoe hoofdstuk 25.
21.8 Is er een dag misgeteld in de geschiedenis zodat de Joden de verkeerde dag sabbat vieren?
De zevendaagse cyclus is ook na Jezus hemelvaart in stand gehouden. Zelfs toen de Joden verstrooid waren over de hele wereld hebben zij, evenals de gelovige heidenen die de sabbat heiligden, altijd de door God ingestelde en geheiligde sabbat gevierd.
Dag verschoven?
Veel mensen moeten Gods Woord gelijk geven dat de sabbat niet de zondag is en zeggen dan maar dat de dag verschoven is en de zondag de sabbat zou zijn. De zondag zou dan de sabbat, de 7e dag, zijn.
Echter: Na de sabbat op de eerste dag van de week gingen de vrouwen na het graf.
Als zondag de 7e dag zou zijn dan is maandag de 1e dag !
De mensen die dit beweren zouden dan, volgens hun eigen inzetting van de opstandingsdag op de eerste dag, op maandag de rustdag moeten houden!
Zij spreken zichzelf maar bovenal Gods Woord tegen.
Satan probeert zelf via de (inter)nationale normen de zondag als 7e dag door te voeren. In België en Nederland geldt tegenwoordig volgens ISO 8601 en NEN 2772 officieel de maandag als de eerste dag. De zondag wordt dan door deze normeringen de 7e dag en de sabbat de 6e dag wat tegen Gods Woord is.
21.9 Is er een sabbat voor de Joden en een zondag voor de Christenen?
De sabbat is niet van de Joden maar van God. De Sabbat is niet een Joods feest maar één van Gods feesten, de sabbat is Zijn heilige dag:
Leviticus 23:23 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, dewelke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden.
3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
Jesaja 56: 7 Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.
Jesaja 58:13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag;
God heeft de zevende dag gezegend en geheiligd als ZIJN heilige dag voor de mens, niet de eerste dag als wekelijkse rustdag in Genesis 2:3 En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken.
Ver voordat er sprake was van een verbond met Israël en voordat er sprake was van Joden heeft God de zevende dag geheiligd. God heeft geen Jood of heiden geschapen op de zesde dag maar de mens, Adam en Eva.
De sabbat is gemaakt voor de mens, Jood en heiden, niet alleen voor de Joden:
Markus 2:27 En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat.
De sabbat is van God voor de mens, niet specifiek voor de Joden maar voor de Jood en heiden.
Zie ook hoofdstuk 20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen.
21.10 Is de zondag een gedenkwaardige dag?
Veel mensen leren dat de zondag de opstandingsdag is van Jezus en dat deze daarom gevierd moet worden. De Bijbel leert niet om de opstandingsdag van Jezus te vieren. De zondag kan dan ook niet als opstandingsdag gevierd worden. De zondag kan ook niet naast de sabbat gevierd worden want God leert ons: Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen.
De donderdag (Hemelvaartsdag) is een zeer gedenkwaardige dag echter is deze ook niet in plaats van de sabbat ingesteld door God. Mensen kunnen deze dag ook niet heiligen in plaats van de sabbat. Hemelvaartsdag wordt ook niet wekelijks maar jaarlijks herdacht.
Christus heeft geen opdracht gegeven om Zijn opstandingsdag te gedenken. Ook niet om de hemelvaart te gedenken. Christus heeft wel opdracht gegeven om Zijn dood te gedenken: 1 Korinthe 11:26b ….zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt.
21.11 Waarom dient het vierde gebod zo nadrukkelijk geleerd te worden?
Omdat het sabbatsgebod een heilig gebod is vanaf het begin tot eind van de Bijbel dient dit gebod ook onderhouden te worden zoals God het van ons allen vraagt. De andere geboden mag en wil Gods volk ook zeker gehoorzamen uit liefde en dankbaarheid tot eer van Hem.
Er is echter zeer veel onkunde over de plaats van de door God geheiligde sabbat in Gods Woord ten gevolge van eeuwenlange leer van de vervangingstheologie (waarin de kerk leerde dat de kerk in plaats van Israël was gekomen) jarenlange overlevering en gewoontes waarbij helaas veel mensen niet willen onderzoeken welke dag God geheiligd heeft als teken tussen Hem en Zijn Volk. Gods Woord leert dat we niet mogen bouwen op oude inzettingen, (oud) vaders, geschiedenis, gewoontes, besluiten of kerkelijke leer, en dergelijke maar dat we uitsluitend Gods Woord moeten te volgen waartoe Christus de discipelen maar ook ons de opdracht geeft:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Lerende en onderhoudende alles wat Christus heeft geleerd en gedaan!
Niet de zondag in plaats van de sabbat, Christus heeft de zondag niet gehouden.
Wilt u het wel anders doen dan Hij leert? Dan gehoorzaamt u Hem niet!
Gedenkt wat uw voorgangeren geleerd hebben. Paulus schrijft over zijn voorgangeren, de profeten. Het gaat hier uiteraard niet over onze voorgangeren na de Bijbelse tijd. Die moesten nog geboren worden toen Paulus dit schreef.
Paulus leert: Volg de leer van de profeten. Zij heiligden ook de sabbat en leren dat wij de sabbat moeten heiligen tot Gods eer.
Hebreeën 13:7-8 Gedenkt uwer voorgangeren(profeten), die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling. 8 Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.
Wat Christus geleerd heeft is niet veranderlijk. Wij hebben de opdracht gekregen te leren en te onderhouden alles wat Hij geboden heeft. God en Christus hebben ons geboden de geheiligde sabbat te vieren.
Jacobus 3:17-18 Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. 18 En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.
De wijsheid en leer die gefundeerd is op Gods heilig Woord dient ten eerste zuiver te zijn. Het vieren van Gods geheiligde sabbat is zuiver volgens Gods Woord kan en mag volgens vers 17 niet veroordeeld worden alsof dit niet zuiver is.
De leer van de zondag in plaats van de sabbat is niet zuiver, is niet volgens Gods zuivere Woord maar wordt gefundeerd op inlegkunde of de geschiedenis na de Bijbel! Er wordt dan toe en af gedaan van Gods heilig Woord waartegen God ons waarschuwt!
Mattheüs 24:11 En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden.
21.12 Heeft de geschiedenis na het Nieuwe Testament geleerd dat de zondag geheiligd is?
Nee. Als de geschiedenis na het Nieuwe Testament zou leren dat de zondag geheiligd is dan is Gods Woord niet volmaakt! Dit zou recht tegen Gods Woord in gaan.
Psalm 19:8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.
Openbaring 22:18
Want Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
Ook het Nieuwe Testament leert ons de door God geheiligde sabbat, de zevende dag te vieren. Na het Nieuwe Testament is de sabbat door Jood en heiden geheiligd. Nadat ook de Christenen zich na het Nieuwe Testament afkeerden van de Joden die Gods sabbat vierden is door de toenmalige keizer in 321 na Christus de zondagsviering (van oorsprong de dag van verering van de zon) verplicht gesteld en de viering van de sabbat verboden. De Christenen hebben toen mogelijk geprobeerd God en de keizer te gehoorzamen en Bijbelteksten gezocht om op de zondag in plaats van de sabbat te kunnen rusten om zo toch de keizer te kunnen gehoorzamen.
Op grond van inlegkunde in teksten heeft de vroegere kerk het zondagsfundament gebouwd en probeert dit nu door middel van censuur in stand te houden. Door velen (maar lang niet allen!) wordt deze inlegkunde blindelings overgenomen en nagepraat. Gods Woord leert ons echter zeer duidelijk zijn geheiligde dag, de sabbat, de zevende dag te vieren. De menselijke geschiedenis na de Bijbel (dus BUITEN de Bijbel om!) leert de zondag te houden. Dit is tegen Gods Woord in. Gods eer wordt gekrenkt als Zijn geheiligde dag niet wordt gevierd en wordt ontheiligd.
De tijd na het Nieuwe Testament waarin dit is gebeurd mag niet boven Gods Woord gesteld worden! De Bijbel is onze leidraad, God en Christus zijn onze Leraars. Onze kerkelijke leer, menselijke leraars, overlevering of bijna 1700 jaar geschiedenis die de zondag leren, wat een gebod is van mensen, staan niet boven de Bijbel, God en Christus:
Markus 7:7-9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen;
8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele.
9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
Christus waarschuwt tegen het houden van allerlei menselijke inzettingen en geboden. Het sabbatsgebod is een heilig gebod van God. De zondag instelling is een inzetting van mensen.
Er is geen sprake van bijna 2000 jaar geschiedenis bij God waarmee Hij ons de vrijheid zou geven om Zijn heilige dag te ontheiligen:
2 Petrus 3:8 Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag.
Jesaja 24:5 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzetting, zij vernietigen het eeuwig verbond.
De 10 geboden van het oude verbond, gelden onveranderd in het nieuwe verbond. Zie ook Jeremia 31.
Deuteronomium 4:2 Gij zult tot dit woord dat ik u gebied, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE uw God, die ik u gebied.
Het 4e gebod, het sabbatsgebod wordt overtreden, de door God geheiligde sabbat wordt ontheiligd door te stellen dat de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat dient te worden gevierd. Mensen kunnen en mogen Gods geheiligde sabbat niet veranderen om welke redenen dan ook. Onze achting voor een bepaalde dag kan Gods geheiligde dag niet veranderen. Dit kan alleen God zelf, echter is God onveranderlijk en heeft Hij nergens in de hele Bijbel zijn geheiligde sabbat veranderd.
De kerk leert tegen zichzelf dat de geschiedenis bewezen heeft dat de zondag geheiligd is. Paulus leert in de Bijbel namelijk: Galaten 1:8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
De kerk die de zondag wil blijven vieren moet bevestigen dat er geen gebod is van God om de zondag te heiligen maar bouwt op de geschiedenis na de Bijbel terwijl de Bijbel leert dat er niets anders geleerd mag worden buiten Gods heilig Woord. De kerkelijke leer (artikel 7 van de NL geloofsbelijdenis) spreekt zichzelf op het punt van de sabbat geheel tegen.
21.13 Heeft God Zijn zegen niet willen geven op de zondag?
God heeft Zijn zegen willen geven op de zondag in de onwetendheid van Zijn volk. Als God een zegen geeft op een dag is dit niet gelijk aan het heiligen van een dag. De enigste wekelijkse dag die God in de Bijbel geheiligd heeft is de sabbat, de 7e dag.
Wie zal ons zeggen hoe vele malen meer Gods zegen had mogen zijn als Jood en heiden de door God geheiligde sabbat altijd hadden gevierd?
21.14 Is de hele wet of een gebod hiervan door het nieuwe verbond afgeschaft?
Nee, heel de wet of een deel hiervan is niet afgeschaft door de nieuwe bedeling (het nieuwe verbond), zie ook Jeremia 31:31-33. Paulus bevestigt dat wij niet onder de wet zijn om daardoor gerechtvaardigd te worden (oude bedeling/verbond) maar dat Christus de vloek der wet heeft weggenomen, dat wij uit genade zalig worden (nieuwe bedeling/verbond) en dan uit dankbaarheid Gods wet willen houden. De wet is niet afgeschaft of veranderd wat Gods Woord en Christus leer en leven ons leert in onder andere Mattheüs 5:17-19. Paulus leert ons ook dat de wet heilig, het gebod heilig rechtvaardig en goed is.
Mattheus 5: 17-19 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. 18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
De wet (Thora!) en wat de profeten ons geleerd hebben (ook over de sabbat!) zijn en worden niet ontbonden. Als er wordt geleerd dat de wet wel ontbonden of veranderd is dan spreken we Christus tegen en maken we Christus tot een leugenaar:
1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
De mens heeft Gods verbond verbroken. God heeft Zijn verbond niet gebroken maar vervuld in Christus waarbij de Wet blijft, zoals Christus ons leert, om zijn geboden te doen uit dankbaarheid. De heilige wet is onveranderd geldig in het oude verbond en in het nieuwe verbond. In het oude verbond om de geboden met geloof te houden tot eer van God waarop God Zijn zegen belooft (Lev. 26), in het nieuwe verbond om Christus nodig te leren krijgen en de wet te doen uit dankbaarheid.
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
In Rom. 7:12 bevestigt Paulus ongeveer 30 jaar na Christus hemelvaart dat de wet heilig en rechtvaardig en goed is! Heilig is onaantastbaar! Het sabbatsgebod van de wet is heilig. Door de zondag te houden in plaats van Gods geheiligde dag te vieren wordt Gods sabbat ontheiligt.
21.15 Sabbatsgebod veranderd door verschijningen van Jezus op een eerste dag der week?
Jezus verscheen 5 keer op dezelfde eerste dag na zijn opstanding. 5 keer op dezelfde dag is niet gelijk aan 5 verschillende eerste dagen van de week zoals helaas wordt beweerd.
Al zou Jezus op verschillende eerste dagen verschenen zijn dan staat er nog steeds niet dan het sabbatsgebod afgeschaft is en ook niet dat de zondag geheiligd is. Er staat juist dat er geen jota of tittel van de wet zou wijzigen. Jezus is op één eerste dag der week 5 keer verschenen. Op deze eerste dag der week geloofden de discipelen zelfs nog niet dat Jezus opgestaan was en waren zij niet bij elkaar om zijn opstanding te gedenken maar vanwege de dag van de eerstelingsgarven.
De week daarna verscheen Jezus voor de 6e keer en wel op de tweede dag der week (na acht dagen, acht dagen na de eerste dag is op maandag). Zie de toelichting op Johannes 20:26 En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!
God en Christus hebben niet geleerd dat de eerste dag voortaan in plaats van de sabbat gevierd zou worden. Hij heeft geleerd: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Jezus beveelt om te blijven in hetgeen Hij geboden en geleerd heeft. Hij heeft de sabbat geboden en geleerd. Wij dienen Hem hierin volgens Zijn opdracht te volgen en Hem niet ongehoorzaam te zijn en tegen te spreken door de zondag te houden tegen Zijn Woord in.
Gods Woord leert nergens dat een verschijning van Jezus Gods wet veranderd heeft. Gods Woord bevestigt juist de onveranderlijkheid van Zijn heilige wet en van Zichzelf.
Jezus is op één en dezelfde eerste dag der week 5 keer verschenen terwijl de gelovigen nog niet wisten dat Hij was opgestaan. De verschijningen van Jezus op dezelfde eerste dag der week na Zijn opstanding zijn als volgt, aan:
1 Maria Magdalena, Johannes 20:15
2 Vrouwen op weg naar Jeruzalem, Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, Mattheüs 28:9
3 Petrus, Lukas 24:34
4 De Emmaüsgangers, Lukas 24:31
5 De discipelen, Joh 20:19
…
Op deze eerste dag der week wisten de discipelen nog niet dat Jezus opgestaan was en waren zij niet bij elkaar om zijn opstanding te gedenken maar vanwege de dag van de eerstelingsgarven, dé dag van hét beweegoffer (in de kerk is deze dag helaas niet meer bekend….). Jezus verscheen op deze door God ingestelde jaarlijkse dag als Levend Beweegoffer voor Zijn Vader. Jezus leert nergens dat die dag voortaan de wekelijkse rustdag zou zijn.
Jezus verscheen 5 keer op dezelfde eerste dag na zijn opstanding. 5 keer op dezelfde dag is niet gelijk aan 5 verschillende eerste dagen van de week zoals helaas wordt beweerd. Al zou Jezus op verschillende eerste dagen verschenen zijn dan staat er nog steeds niet dan het sabbatsgebod afgeschaft is en ook niet dat de zondag geheiligd is.
De week daarna verscheen Jezus voor de 6e keer na acht dagen. Johannes 20:26 En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!
Er staat hier duidelijk NA acht dagen. Acht dagen na zondag is:
Eén dag na zondag is maandag
Twee dagen na zondag is dinsdag
Drie dagen na zondag is woensdag
Vier dagen na zondag is donderdag
Vijf dagen na zondag is vrijdag
Zes dagen na zondag is zaterdag
Zeven dagen na zondag is zondag
Acht dagen na zondag is maandag!
Jezus verscheen na 8 dagen, dit is niet weer op zondag maar op maandag, de tweede dag van de week.
Als het na acht dagen weer de eerste dag der week zou zijn dan staat er nog steeds geen zondagsgebod en ook niet dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is.
God en Jezus hebben niet geleerd dat de eerste dag voortaan in plaats van de sabbat, de 7e dag, gevierd zou worden. Jezus heeft geleerd: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Jezus beveelt om te blijven in hetgeen Hij geboden en geleerd heeft. Hij heeft de sabbat, de 7e dag, geboden en geleerd. Wij dienen Hem hierin volgens Zijn opdracht te volgen en Hem niet ongehoorzaam te zijn en tegen te spreken door de zondag te houden tegen Zijn Woord in.
Gods Woord leert nergens dat een verschijning van Jezus Gods wet verandert heeft. Gods Woord bevestigt juist de onveranderlijkheid van Zijn heilige wet en van Zichzelf.
Op deze tweede dag (onze maandag) geloofden de discipelen wel dat Jezus opgestaan was. Echter is ook hier geen Bijbelse grond om dan de maandag als rustdag te houden in plaats van de door God geheiligde sabbat.
Jezus verscheen deze keren:
– op de eerste dag van van de week als hét Beweegoffer voor Zijn Vader,
Jezus leert daar geen zondagsgebod
– op maandag (na 8 dagen),
Jezus leert daar geen maandaggebod
– door de weeks tijdens het vissen (Joh 21:4),
Jezus leert daar geen ….daggebod
– op donderdag bij Zijn hemelvaart
Jezus leert daar donderdagsgebod en zelfs ook geen geheiligde Hemelvaartsdag!
De gelovigen/discipelen kwamen in het Nieuwe Testament bij elkaar:
– op de dag van de Eerstelingsgarve),
zij heiligden toen geen opstandingsdag of zondag omdat ze nog niet eens wisten dat Jezus
opgestaan was.
– na 8 dagen op maandag
zij heiligden toen geen maandag
– door de weeks tijdens / na vissen (Joh 21:4)
zij heiligden geen doordeweekse dag
– op donderdag
zij heiligden geen donderdag
– dagelijks (Handelingen 2:46)
zij heiligden niet elke dag
– op sabbat (Handelingen 20:7)
zij heiligden wel Gods sabbat!
Hier hebben de vertalers zelfs eerste dag van gemaakt, zie hieronder het Grieks.
– op elken sabbat (Handelingen 13:27)
zij heiligden wel Gods sabbat!
– op sabbatten (Handelingen 13:42)
zij heiligden wel Gods sabbat!
De kerk beweert dat de gelovigen vele keren bij elkaar kwamen op de eerste dag echter blijkt dit niet in Gods Woord te staan. Er is juist vermelding van andere dagen en sabbatten. De kerk past inlegkunde toe om iets in Gods Woord te leggen wat er niet staat en leert zelf Schriftvervalsing om melding te kunnen maken van eerste dag terwijl in inter in het Grieks juist sabbat staat:
Handelingen 20:7 in het Grieks:
In Handelingen 20:7 staat in de Statenbijbel dat Paulus en de discipelen op de eerste dag van de week bij elkaar waren. In het Grieks staat daar echter NIET eerste dag van de week maar: op één van de sabbatten!
De vertalers hebben hier van gemaakt: op de eerste dag van de week.
Dit is Schriftvervalsing wat dominees helaas blijven leren tegen Gods Woord in. Als dominees zelf de grondtekst zouden onderzoeken zien ze dat zij meewerken aan schriftvervalsing.
De bewering van de kerk dat de gelovigen vele malen samen kwamen op de eerste dag blijkt zoals hierboven weergegeven is niet waar te zijn. Deze bewering is onbijbels en gaat tegen Gods Woord in.
De bewering van de kerk dat Jezus’ verschijningen een zondagsgebod leren is onbijbels en gaat tegen Gods Woord in.
De Bijbel leert in het Nieuwe Testament dat Gods sabbat geheiligd werd:
Handelingen 13:42 En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.
Paulus leert dat zelfs de heidenen op sabbat in de synagoge kwamen om Paulus te horen. Zij vroegen zelfs om op de volgende sabbat hem weer te mogen horen!
21.16 Is door de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag de rustdag veranderd?
Nee, de discipelen waren toen op de eerste dag van de week niet bij elkaar om de opstanding te gedenken maar waren die dag samengekomen in opdracht van God (Lev: 23:21) om de eerstelingen, de gebakken broden van de nieuwe oogst, te offeren (Pinksterfeest) wat altijd op de eerste dag van de week gevierd word (Lev 23:15-17). Ook word met het Pinksterfeest de wetgeving door God herdacht. Gods heilige wet werd niet aangepast maar herdacht! De Bijbel leert ons ook niet dat die dag voortaan geheiligd moest worden in plaats van de sabbat. Ook niet dat de sabbat niet meer geheiligd hoeft te worden.
Het Pinksterfeest is door de uitstorting van de Heilige Geest een nog gedenkwaardiger jaarlijks feest geworden.
De Bijbel leert ons ook niet dat door de bekering van 3000 zielen (mannen en vrouwen) op die dag der eerstelingen de eerste dag der week geheiligd is. Ook niet dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is.
De Bijbel leert ons ook niet dat één van de dagen daarna geheiligd werd in plaats van de door God geheiligde sabbat. Toen werd het getal der mannen omtrent 5000 (Handelingen 4:4). Er waren ongetwijfeld ook vrouwen bij zodat het totaal aantal bekeerde zielen nog veel meer was. Er staat niet in de Bijbel dat een groot aantal bekeerden op een bepaalde dag de sabbat afgeschaft heeft en een andere dag geheiligd heeft.
21.17 Moeten we Gods geboden niet letterlijk lezen?
Zeker wel. Christus leert ons dat er van de geboden niet een jota of tittel zou veranderen. Door de geboden niet letterlijk te nemen kunnen we deze aanpassen naar ons eigen inzicht wat echter tegen Gods Woord is en waarmee Christus tegengesproken wordt. Lees Mattheus 5: 17-19 bij het antwoord op vraag 11 en zie de toelichting op deze teksten verderop in dit document onder hoofdstuk 24.
21.18 Is de zevende dag pas geheiligd tijdens de wetgeving op de berg Sinaï?
Nee, de zevende dag is direct na de schepping op dé zevende dag door God geheiligd in: Genesis 2:2-3 Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken.
De geheiligde zevende dag wordt door God in Exodus 16:23 sabbat genoemd, voor de wetgeving op de berg Sinaï die volgt in Exodus 20.
21.19 Is het gebod om de sabbat te heiligen pas ingesteld bij de wetgeving op de Sinaï?
De sabbatswet, de zevende dag was er al voordat de wet op de berg Sinaï gegeven werd. Zodra het volk Israël in de woestijn Sinaï kwam beproefde de Heere of zij Zijn wet wilden gehoorzamen:
Exodus 16:4-5 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke dagmaat op haar dag; opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga, of niet. 5 En het zal geschieden op den zesden dag, dat zij bereiden zullen hetgeen zij ingebracht zullen hebben; dat zal dubbel zijn boven hetgeen zij dagelijks zullen verzamelen.
Exodus 16:23 Hij dan zeide tot hen: Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN! wat gij bakken zoudt, bakt dat, en ziedt, wat gij zieden zoudt; en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring tot den morgen.
Later op hun reis toen het volk bij de berg Sinaï kwam in deze woestijn gaf God Zijn wet op stenen tafelen in Exodus 20.
21.20 Is het heiligen van de sabbat een middelmatige zaak?
Nee, het sabbatsgebod en heel Gods heilige wet is niet een middelmatige zaak die niet belangrijk zou zijn. De wet en de geboden zijn ook in het Nieuwe Testament heilig zoals Paulus ons leert in Romeinen 7:12. In de Bijbel stond zelfs de doodstraf op het ontheiligen van de sabbat wat Paulus zelfs in het Nieuwe Testament herhaald in:
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen;
21.21 Welke teksten geven ons opdracht om de eerste dag van de week, de zondag te heiligen?
Geen enkele tekst geeft ons opdracht om de zondag te heiligen. Er worden enkele teksten uit hun verband gehaald om de zondag te kunnen handhaven tegen Gods Woord in. Als deze teksten in hun context gelezen worden en vergeleken worden met wat de Bijbel in andere teksten leert dan blijkt dat de betekenis heel anders is. Als deze teksten zo uitgelegd worden dat de zondag gehouden dient te worden in plaats van de sabbat dan spreken deze teksten de hele Bijbel, God en Christus tegen met wat Hij ons leert over Zijn geheiligde sabbat. God spreekt Zichzelf niet tegen.
Hieronder staan enkele teksten die uit hun verband worden gehaald om de zondag te kunnen handhaven maar die dan de gehele Bijbel, Gods Woord en Christus leer en leven tegenspreken. Zie voor de toelichting op de volgende uit hun verband gehaalde teksten hoofdstuk 23 en hoofdstuk 24.
Psalmen 118
Romeinen 14
1 Korinthiërs 16
Kolossensen 2
Galaten 4:1-11
Openbaring 1:10
21.22 Welke teksten leren ons de sabbat, de zevende dag van de week te heiligen?
Heel de Bijbel leert ons de door God geheiligde sabbat te vieren. Zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament van de Bijbel leren ons dat de sabbat geheiligd is en zou blijven zelfs nadat de hemel en de aarde voorbijgegaan zijn. God leert ons niet dat de sabbatsheiliging opgehouden is. Ook leert God ons niet dat de eerste dag van de week geheiligd is. Wat God niet geboden heeft maar de mensen hebben geboden zijn inzettingen van mensen waarvoor Christus ons waarschuwt in:
Markus 7:9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
Zie voor enkele teksten die de door God geheiligde sabbat leren de middelste kolom van hoofdstuk 23 en hoofdstuk 24.
21.23 Is de zondag naar Gods naam genoemd als de dag des Heeren?
Nee, de dag des Heeren is een / de oordeelsdag in de hele Bijbel:
2 Petrus 3:10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
Zie hoofdstuk 14 voor wat de Bijbel leert over de dag des Heeren.
Wij weten niet wanneer de dag des Heeren zal komen. Het zal een vreselijke dag zijn voor de onbekeerde maar een heerlijke dag voor de bekeerde mensen. Zie ook hoofdstuk 13 De dag des Heeren is een of dé oordeelsdag.
Gods Woord staat boven alles. De sabbat is zoals de Bijbel leert geen nieuwe / valse leer. Het houden van de zondag spreekt God tegen en is een valse leer.
Is de zondag door God aan Zijn dienst gewijd en geheiligd?
Nee, God heeft de sabbat geheiligd en vraagt ons om op de sabbat samen te komen tot Zijn eer.
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
21.24 Mogen mensen Christus’ opstandingsdag heiliger vinden dan de sabbat?
Mensen mogen en kunnen de eerste dag der week niet hoger achten, zij mogen een bepaalde dag niet heiliger
vinden dan wat God ons daarover in Zijn Woord leert. Mensen kunnen niets heiligen zoals God heiligt. God leert ons niet dat de wekelijkse eerste dag der week heilig is. Juist wel dat de sabbat, de zevende dag, heilig is en blijft.
Als we Christus het hoogst achten dan mogen en willen wij, na onderwezen te zijn door Hem, met al onze tekortkomingen uit dankbaarheid, zoals God het vraagt, al Zijn heilige! geboden houden, tot Zijn eer. Dan ontheiligen wij Gods geheiligde sabbat niet meer als we weten dat God deze van ons vraagt te heiligen.
Zie ook het hoofdstuk 6 over Christuskennis.
21.25 Geeft kennis van Christus het recht om de zondag te houden in plaats Gods sabbat?
Kennis van Christus en onderwijs uit Zijn heilig Woord geeft dat wij Zijn geboden willen onderhouden zoals Hij deze zelf onderhouden en geboden heeft. Zie ook de vorige vraag en hoofdstuk 6 over Christuskennis.
Voor de onbekeerde mensen zijn Gods heilige geboden een tuchtmeester tot Christus. Voor de bekeerde mensen zijn Gods heilige geboden om die te mogen houden uit dankbaarheid tot eer van God. De 10 geboden zijn voor onbekeerde en bekeerde mensen hetzelfde.
21.26 Is het Oude Testament afgeschaft?
Nee, het Oude Testament is niet afgeschaft. Wat de Thora (eerste vijf boeken van Mozes) en de profeten schreven over de eerste komst van Christus in het Oude Testament zijn vervuld, niet ontbonden of afgeschaft zoals Christus ons dit zelf leert in: Mattheus 5:17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. Vervuld door het offer van Christus in onze plaats.
Petrus leert ons in het Nieuwe Testament: 2 Petrus 1:19 En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten;
De apostelen en ook Paulus leerden vanuit het Oude Testament. Zij hadden geen Nieuwe Testament.
De profeten leren ons ook nu nog wat er zal gebeuren in de toekomst.
21.27 Is het heiligen van de sabbat wetticisme?
Nee, wetticisme is het navolgen van geboden die niet door God zijn gegeven!
Wetticisme is het volgen van geboden die door mensen ingesteld zijn.
De zondag is niet door God bevolen als rustdag. Er is geen zondagsgebod door God gegeven. Het zondagsgebod is een mensengebod.
Het houden van de zondag is dus wettisch!
Het houden van de zondag in plaats van Gods geheiligde sabbat is in strijd met Gods Woord. Het vieren van de sabbat is geheel in overeenstemming met wat God en Christus ons in de Bijbel leren.
Zie ook hoofdstuk 8 Is het gehoorzamen van Gods geboden wettisch?
21.28 Is het heiligen van de sabbat het belangrijkste in ons leven?
Nee, het leven tot eer van God is het belangrijkste in ons leven waarbij we Christus nodig dienen te krijgen als Middelaar voor onze zonden waarna we tot eer van God uit dankbaarheid willen gaan leven waarbij we ook Zijn geheiligde sabbat willen vieren zoals God dit van ons vraagt in Zijn Woord en gebiedt in Zijn heilige wet. Dan wil de mens niet zondigen tegen Gods heilige wet met Zijn heilig sabbatsgebod.
1 Johannes 2:3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
Het heilig willen leven is een gevolg van het leren kennen van de zonden, het nodig leren krijgen van Christus en uit dankbaarheid tot eer van Hem te willen leven.
10 geboden vers 9
Och, of wij Uw geboôn volbrachten! Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door ‘t geloof in Christus krachten, Om die te doen uit dankbaarheid.
Zie ook hoofdstuk 6 over Christuskennis.
21.29 Zondag houden omdat er dan kerkdiensten zijn?
Als men de zondag wil houden omdat er dan meer kerkdiensten zijn dan passen we het gebod om de sabbat, de 7e dag, te heiligen aan naar de eigen inzetting. Een eigen gewoonte stelt men dan boven Gods Wet.
Mensen mogen Gods sabbatsgebod niet aanpassen naar hun eigen inzettingen. Op sabbat zijn er in Nederland tal van plaatsen waar men samen kan komen en anders is een samenkomt als huisgemeente door en door Bijbels.
Men mag niet de zondag, de 1e dag, heiligen terwijl God van ons vraagt de 7e dag te heiligen.
In het vierde gebod liggen twee geboden:
Heilig de 7e dag, Zijn sabbat
Doe al uw werk in 6 dagen
De sabbat (7e dag) ontheiligen is zonde tegen Gods vierde gebod.
De zondag (1e dag) heiligen is zonde tegen Gods vierde gebod.
Twee dagen heiligen is ook zonde tegen Gods vierde gebod!
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
God gebiedt dominees en voorgangers om op Zijn sabbat, de geheiligde 7e dag, voor te gaan!
Als men een uitnodiging krijgt voor een feestdag gaat men toch niet een dag later?
Door een dag later te komen veracht men de oproep van de Bruidegom!
Matthéüs 25:10
Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren , gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.
22 Enkele kernteksten met betrekking tot de sabbat uit de Bijbel
Wij mogen alleen de Bijbel laten spreken en niet terug vallen op andere geschriften of de geschiedenis na de Bijbel. Hiertoe zijn hieronder enkele kernteksten weergegeven. Om dit document niet te uitgebreid te maken dient u de context in de Bijbel te lezen.
Enkele teksten, zie verder hoofdstuk 23 (Oude Testament) en 24 (Nieuwe Testament):
Psalmen 19:8-9 | 8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.
De wet is volmaakt, het gebod is zuiver, niet ter verbetering vatbaar. Ook in het Nieuwe Testament bevestigt Paulus dat de wet heilig, het gebod heilig, en rechtvaardig en goed is in Romeinen 7:12. De 10 geboden met ook het sabbatsgebod zijn niet vaag of onduidelijk maar heilig, volmaakt, recht en zuiver! |
Psalmen 94:11 | De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
Ook de gedachten van de mens die zelf met zijn gedachten de eerste dag van de week hoger acht dan de sabbat (wat God ons niet in Zijn Woord leert) zijn ijdelheid! |
Spreuken 30:6 | Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
Een zondagsgebod leren wat God niet leert is toedoen aan Zijn Woorden. Een sabbatsgebod afschaffen wat God niet leert is afdoen aan Zijn Woorden. |
Matthéüs 5:17-19 | 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen.
Christus leert dat de wet (in het Hebreeuws Thora!) niet ontbonden, niet aangepast zal worden maar dat Hij ze vervuld (volkomen onderhouden) heeft om de straf op onze wetsovertreding weg te nemen. Zijn geboden blijven geheel onveranderd zoals Christus leert.
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
De hemel en de aarde zullen eerder voorbijgaan dan dat de kleinste letters van de Wet (Thora!) zullen wijzigen. Het sabbatsgebod is niet gewijzigd. Zijn sabbatten worden zelfs in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde gevierd, zie Jesaja 66:22-23 !
19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
De zondag leren als wekelijkse rustdag gaat rechtstreeks in tegen Christus woorden, zie ook Matthéüs 28:19 en Johannes 15:10 hieronder. |
Matthéüs 7:21 | Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Gods wil die Hij ons leert door Zijn Woord is onder andere het heiligen van Zijn sabbat. Besef wat het inhoudt als u Zijn wil niet wilt doen terwijl u erop gewezen bent op grond van Gods Woord. Dan kunt u niet meer in uw onwetendheid de sabbat ontheiligen. |
Matthéüs 28:19 | Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
Na Zijn opstanding, vlak voor de hemelvaart van Christus leert Hij ons: Onderhoudende alles wat Ik u geboden heb! God en dus ook Jezus heeft ons geboden de door God geheiligde sabbat te heiligen wat Jezus ook in Zijn leven heeft gedaan. Christus heeft niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is. |
Lukas 8:21 | Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die Gods Woord horen en datzelve doen.
Gods Woord leert de sabbat, hoort en volgt dit waarachtige Woord. Heilig Zijn sabbat! |
Johannes 14:15 | Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
Pas de geboden niet aan naar uw eigen inzettingen maar bewaar ze. Christus leert ons dat als we Hem liefhebben dan ook Zijn geboden bewaren, niet aanpassen. Hij herhaalt dit vele keren in de Bijbel. |
Johannes 14:21 | Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren. |
Johannes 15:10
|
Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Zoals Jezus zelf leert dat Hij de geboden Zijns Vaders heeft gehouden gebiedt Hij ons ook om Zijn heilige geboden te houden, niet de rustdag op de eerste dag in plaats van de zevende dag. God heeft de 7e dag geheiligd niet de 1e dag. Jezus heeft heel de Thora met de 10 geboden gehouden, ook heeft Hij de door God geheiligde sabbat geheiligd. Hij leert niet dat dit na Zijn opstanding anders zou worden maar juist dat dit zo zou blijven. Als dit anders had moeten worden dan had Hij dit ons geleerd. Christus leerde juist dat er geen jota of tittel van de wet zou veranderen en dat wij dienen te leren en te onderhouden alles wat Hij ons geboden heeft. |
Johannes 15:14 | Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.
Gij zijt vrienden als gij doet wat Hij u gebiedt, Zijn geboden gehoorzamen met het heiligen van de 7e dag, de sabbat. |
Johannes 15:22 | Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
Als we niet konden weten dat we de sabbat moesten heiligen dan hadden wij geen zonde. Wij leefden dan in onwetendheid hierin. Mensen zijn er nu echter op gewezen vanuit Gods Woord, dat geheel waarachtig is en hebben dan geen voorwendsel (verontschuldiging) voor de sabbatsontheiliging. |
Johannes 15:24 | Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.
Zie de toelichting bij Johannes 15:22 hierboven. |
Johannes 17:1-19
|
1 Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.
2 Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. 3 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt.
Christuskennis betekent het willen volgen van Hem in leer en leven waartoe Hij ons opdracht geeft. Zie ook hoofdstuk 6 over Christuskennis.
4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; 5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. 7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. 8 Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.
Christus heeft de woorden Gods aan ons gegeven, niets anders, geen zondagsgebod.
9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. 10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. 11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij. 12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. 14 Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.
Gods woorden zijn niet anders doorgegeven door Christus.
15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. 16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
Gods Woord met daarin de sabbat is de waarheid, het menselijke zondagsgebod is leugen.
18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
Zoals Christus in de wereld is gezonden door Zijn Vader zo zond Hij de discipelen in de wereld met de opdracht:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Dit waren woorden van Jezus kort voor Zijn heengaan naar Zijn Vader. Vaak vragen mensen over overleden mensen: “wat waren zijn laatste woorden kort voor zijn/haar heengaan?”. Aan die woorden hecht men dan veel waarde aan. Echter aan de laatste woorden van Jezus kort voor Zijn heengaan hecht men geen of weinig waarde om te onderhouden alles wat Hij geboden heeft……
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. |
Romeinen 7: 12 | Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
In het Nieuwe Testament bevestigt Paulus dat de wet (Thora) en het gebod nog steeds heilig, rechtvaardig en goed is. Heilig is onaantastbaar! De mensen hebben de wet, het gebod ontheiligd door te leren dat de wet wel veranderd of afgeschaft is. |
1 Johannes 2:3-7 | 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
Als wij Hem gekend hebben willen wij Zijn geboden bewaren leert de Bijbel ons. We mogen deze niet aanpassen. De sabbatsheiliging is Gods gebod. God heeft geen gebod gegeven om de zondag te heiligen.
4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
Die zegt dat hij/zij Hem kent en zijn geboden, ook het sabbatsgebod, niet bewaart (terwijl men dit weet of kan weten), die is een leugenaar zegt Gods Woord.
5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn.
Het is een kenmerk dat wie Zijn geboden houdt in Hem zijn.
6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Christus heeft in leer en leven niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat opgehouden is maar dat deze zal blijven en zegt duidelijk dat de discipelen maar ook wij Hem daarin moeten volgen!
Als Christus geleerd zou hebben dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft was of afgeschaft zou worden dan zouden zijn beschuldigers geen valse getuigen hebben hoeven te zoeken om Jezus te veroordelen! Op het schenden van de door God geheiligde sabbat stond namelijk de doodstraf.
Handelingen 13:28 En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd dat Hij zou gedood worden.
Jezus had dan eenvoudig ter dood veroordeeld kunnen worden. Jezus heeft het sabbatsgebod niet afgeschaft maar bevestigd dat deze gehouden moet worden gelijk Hij deze gehouden heeft.
6 Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oude gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt.
Er is geen nieuw gebod, het oude gebod blijft. Het woord dat van den beginne geleerd is, is niet veranderd. Christus heeft zelf geleerd dat de wet niet zou veranderen en wij dienen te onderhouden ALLES wat Hij ons geboden heeft uit dankbaarheid. |
1 Johannes 5:2-3 | 2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
Zijn geboden volkomen willen houden, inclusief zijn heilige sabbat, is een kenmerk van de liefde van en tot God. Zijn geboden niet volkomen willen houden en een zondagsgebod vasthouden is in tegenstelling tot de liefde Gods. |
23 Oude Testament over de sabbat en eerste dag der week
Omdat wij niet terug willen en mogen vallen op menselijke geschriften laten we uitsluitend de Bijbel spreken.
Hieronder zijn dan ook alleen Bijbelteksten weergegeven waarbij indien nodig uitleg of toelichting is geschreven in blauw.
Slechts een beperkt aantal vermeldingen van of verwijzing naar de door God geheiligde sabbat, de zevende dag van de week, de wet of Gods geboden en Zijn wil zijn hieronder weergegeven tegenover alle mogelijke vermeldingen van of verwijzingen naar de eerste dag der week als wekelijkse rustdag. Ter samenvatting zijn voornamelijk de kernteksten vermeld, lees echter ook de context waarin deze teksten staan.
Ook de teksten die misbruikt worden om de zondag vast te kunnen houden in plaats van Gods sabbat zijn hier vermeld en van toelichting of uitleg voorzien.
De teksten zijn onderverdeeld in teksten uit het Oude Testament (hoofdstuk 23) en het Nieuwe Testament (hoofdstuk 24). Deze geven allemaal duidelijk aan dat het ontheiligen van de sabbat tegen Gods Woord, de Bijbel is. Uit deze teksten, ook uit het Nieuwe Testament, blijkt dat het vasthouden aan het menselijke zondagsgebod de Bijbel God en Jezus tegenspreken.
Bijbelteksten
▼ |
In deze kolom staan verwijzingen naar de door God geheiligde 7e dag, de sabbat, Zijn heilige wet en Zijn wil.
Niet alle teksten met betrekking tot de sabbat, de wet of Gods geboden en Zijn wil zijn vermeld. Lees en herlees de Bijbel en houdt de Bijbel aan als de enigste betrouwbare bron. ▼ |
Genesis 2:2-3
|
2 Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had.
3 En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken.
De zevende dag heeft God gezegend en geheiligd omdat hij op die dag gerust heeft van Zijn werk, de schepping. Op de eerste dag van de week heeft God niet gerust maar gewerkt, de eerste dag van de week is niet de door God ingestelde rustdag maar de zevende dag, waaraan God in Exodus 16 de naam sabbat gaf, voor de wetgeving op de Sinaï.
De eerste dag van de week wordt in heel de Bijbel niet als de wekelijkse rustdag genoemd. Dit kan ook niet want God heeft de zevende dag als wekelijkse rustdag geheiligd en niet de eerste dag van de week, ook niet in het Nieuwe Testament. Wat God geheiligd heeft mag de mens niet ontheiligen.
Al voor de zondeval heeft God de zevende dag gezegend en geheiligd wat ook in het 4e gebod herhaald wordt ter inscherping in Exodus 20:11, 31:17, Deuteronomium 5:12, 15 en door de hele Bijbel.
Voor de wetgeving op de Sinaï was onder andere de sabbatswet er al vanaf de schepping zoals blijkt uit:
Genesis 26:5 Daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam geweest is, en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten.
Exodus 16:4 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Ik zal voor ulieden brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke dagmaat op haar dag; opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga, of niet. 5 En het zal geschieden op den zesden dag, dat zij bereiden zullen hetgeen zij ingebracht zullen hebben; dat zal dubbel zijn boven hetgeen zij dagelijks zullen verzamelen.
Exodus 16:23 Hij dan zeide tot hen: Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN! wat gij bakken zoudt, bakt dat, en ziedt, wat gij zieden zoudt; en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring tot den morgen.
Exodus 18:16 Wanneer zij een zaak hebben, zo komt het tot mij, dat ik richte tussen den man en tussen zijn naaste; en dat ik hun bekend make Gods instellingen en Zijn wetten.
Mozes maakte voordat de wet op de Sinaï gegeven werd in Exodus 20 al Gods instellingen en Zijn wetten bekend aan het volk Israël.
Er is geen sprake van een ceremonieel deel van de instelling van de sabbat omdat er voor de zondeval geen ceremoniën waren die heen wezen naar Christus. God bevestigde dat alles voor de zondeval zeer goed was.
Na Zijn dood heeft Jezus niet op de eerste dag van de week gerust. Hij heeft zelfs juist op de door God geheiligde sabbat, de 7e dag, gerust van Zijn volbrachte Middelaarswerk. De sabbat is de door God zelf ingestelde, geheiligde en door Hem genoemde eeuwige sabbat. |
Genesis 26:5 | Daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam geweest is, en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten.
De heiliging van de zevende dag, de sabbat, was er vanaf de schepping. Voordat de 10 geboden in stenen tafelen werd geschreven door God, op de berg Sinaï, kende Abraham de wet en de 10 geboden al, hij heeft Gods bevel, geboden, inzettingen en wetten onderhouden!
De Israëlieten werden er bij bepaald de zevende dag, de sabbat, te heiligen. Dit gebeurde voor de wetgeving op stenen tafelen volgens Exodus 16:23 Hij dan zeide tot hen: Dit is het dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN;
Het sabbatsgebod was er al voor de wetgeving in Exodus 20, vanaf de schepping en werd als uiterst belangrijk gebod (waar in de Bijbel zelfs de doodstraf op staat) in de 10 geboden opgenomen.
Zelfs de heidenen kenden de wet van nature zonder dat zij deze hadden, zie Romeinen 2:14 Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen die der wet zijn, dezen de wet niet hebbende, zijn zichzelven een wet; |
Exodus 3:5 | En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig land.
De plaats waar Mozes stond was heilig land. Voor de mens was er geen onderscheid zichtbaar tussen de grond waar Mozes stond en de grond daarachter. Maar wat God geheiligd heeft kan de mens niet als onheilig beschouwen.
Niet de grond achter de braambos is heilig maar de plaats die God heilig noemt. Zo is niet de dag na de sabbat heilig (zondag) maar de zevende dag, de sabbat. |
Exodus 12:16
Pascha |
En op den eersten dag zal er een heilige verzameling zijn; ook zult gij een heilige verzameling hebben op den zevenden dag; er zal geen werk in dezelve gedaan worden; maar wat van iedere ziel gegeten zal worden, datzelve alleen mag van ulieden toegemaakt worden.
Het gaat hier over het Pascha dat op de 14e Nisan geslacht moest worden met daarop aansluitend het feest der ongehevelde broden dat 7 dagen duurt. De eerste dag van dit feest was er een heilige verzameling, ook op de zevende dag. Het gaat hier niet over de eerste dag van de week maar over de eerste dag van het feest wat elk jaar weer op een andere dag viel. Zie ook de toelichting op Exodus 31:13-18. Zie ook www.bijbelsefeesten.com. |
Exodus 13:9 | En het zal u zijn tot een teken op uw hand, en tot een gedachtenis tussen uw ogen, opdat de wet des HEEREN in uw mond zij,
God leert ons in de 10 geboden de sabbat. Spreek, leer en leef naar de heilige wet met de sabbat en spreek niet met uw mond een zondagsgebod wat een leugen is. |
Exodus 15:26 | En zeide: Is het dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden en houdt al Zijn inzettingen, zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester. |
Exodus 16:4 | Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan en verzamelen elke dagmaat op haar dag, opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga of niet.
De Heere beproeft Zijn volk of het Zijn wet houdt voordat de wet op de Sinaï gegeven werd. Zijn wet en de sabbatswet was er al voor de wetgeving op de Sinaï die volgt in Exodus 20, namelijk vanaf de zevende dag. |
Exodus 16:23-29
|
23 Hij dan zeide tot hen: Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN! wat gij bakken zoudt, bakt dat, en ziedt, wat gij zieden zoudt; en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring tot den morgen.
Mozes noemt hier de geheiligde zevende dag de sabbat: Morgen is de 7e dag, de rust, de heilige sabbat (sabbat = rust), des Heeren. De rustdag is niet de zondag (eerste dag van de week) maar de sabbat (zevende dag van de week).
24 En zij legden het op tot den morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het stonk niet, en er was geen worm in. 25 Toen zeide Mozes: Eet dat heden, want het is heden de sabbat des HEEREN; gij zult het heden op het veld niet vinden. 26 Zes dagen zult gij het verzamelen; doch op den zevenden dag is het sabbat, op denzelven zal het niet zijn. 27 En het geschiedde aan den zevenden dag, dat sommigen van het volk uitgingen, om te verzamelen; doch zij vonden niet. 28 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Hoe lang weigert gijlieden te houden Mijn geboden en Mijn wetten? 29 Ziet, omdat de HEERE ulieden den sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u aan den zesden dag voor twee dagen brood; een ieder blijve in zijn plaats! dat niemand uit zijn plaats ga op den zevenden dag!
Gegeven heeft wijst er nogmaals op dat de sabbat er al was. Omdat de sabbat er al was geeft Hij voor twee dagen brood op de zesde dag. De sabbat dient geheiligd te blijven.
Niemand mocht uit zijn plaats om manna te verzamelen op de door God geheiligde zevende dag.
30 Alzo rustte het volk op den zevenden dag! |
Exodus 18:16 | Wanneer zij een zaak hebben, zo komt het tot mij, dat ik richte tussen den man en tussen zijn naaste; en dat ik hun bekendmake Gods instellingen en Zijn wetten.
Gods wetten waren al bekend voor de wetgeving op de Sinaï die volgt in Exodus 20. |
Exodus 18:20 | En verklaar hun de instellingen en de wetten, en maak hun bekend den weg waarin zij wandelen zullen, en het werk dat zij doen zullen. |
Exodus 19:5 | Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijn stem zult gehoorzamen en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijne. |
Exodus 19:7 | En Mozes kwam en riep de oudsten des volks, en stelde voor hun aangezichten al deze woorden die de HEERE hem geboden had. |
Exodus 19:16-19 | 16 En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was. 17 En Mozes leidde het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden aan het onderste des bergs. 18 En de ganse berg Sinai rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer. 19 Toen het geluid der bazuin gaande was, en zeer sterk werd, sprak Mozes; en God antwoordde hem met een stem.
Hierna geeft God Zijn geboden. Bedenk onder welke ontzagwekkende omstandigheden God Zijn geboden heeft gegeven. Zijn geboden zijn niet stilzwijgend aangepast, ze zijn helemaal niet aangepast volgens Christus woorden. |
Exodus 20:6 | En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden.
God belooft barmhartigheid aan hen die Hem liefhebben en Zijn geboden, met het sabbatsgebod, gehoorzamen. |
Exodus 20:8-11
|
8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt.
Wij moeten de door God geheiligde sabbat gedenken en heiligen. Degenen die dit Goddelijk gebod uit liefde tot Hem willen doen worden door de kerk die de zondag leert als dwalenden beschouwd terwijl deze kerk dit niet met de Bijbel aan kan tonen. Het is voluit Bijbels om God te gehoorzamen.
9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; 11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
Gods ingestelde rustdag is de door God geheiligde sabbat en moeten we zoals God zelf zegt dan ook niet op een andere dag gedenken waarop God niet heeft gerust. Gedenken doen we op de dag zoals ingesteld is door God.
God zelf heeft de sabbat geheiligd, tot een heilig gebruik afgezonderd, tot eer van Hem.
Op Zijn heilige sabbat dienen we Hem te eren om Zijn schepping waar Hij Heer en Meester van is.
De wet met het sabbatsgebod geldt ook voor de vreemdeling. Zie hoofdstuk 20. |
Exodus 23:12 | Zes dagen zult gij uw werken doen, maar op den zevenden dag zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste en dat de zoon uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
De sabbat is ook voor de vreemdeling om deze te vieren tot eer van God. |
Exodus 31:13-18 | 13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Gij zult evenwel Mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden bij uw geslachten; opdat men wete dat Ik de HEERE ben, Die u heiligt.
Het onderhouden van Zijn heilige sabbat uit geloof is een teken dat de Heere het is die u heiligt. Het sabbatsgebod is niet alleen voor de kinderen Israëls, anders zouden al Gods wetten alleen voor hen zijn. Jezus gaf de discipelen de opdracht om de geboden en het evangelie ook aan de heidenen te verkondigen!
14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is; wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken. 15 Zes dagen zal men het werk doen, doch aan den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN; wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Op ontheiliging van Gods sabbat stond zelfs de doodstraf wat aangeeft hoe belangrijk God deze dag vindt. Beaamt u ook dat God onveranderlijk is?
16 Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten tot een eeuwig verbond.
De door God geheiligde sabbat is een heiligheid des Heeren!
De sabbat is een eeuwigdurend verbond en is niet alleen voor Israël, ook voor de heidenen, zie hoofdstuk 20.
17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE in zes dagen den hemel en de aarde gemaakt en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.
Een teken in eeuwigheid, niet tijdelijk. Zie ook Mattheüs 5:18.
18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinai te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.
De Heere heeft Zijn woorden zelf onuitwisbaar in steen gegraveerd en gezegd dat deze zullen blijven totdat de hemel en de aarde voorbijgegaan zijn, zelfs blijft het sabbatsgebod op de nieuwe aarde van kracht volgens Jesaja 66:22-23.
De twee stenen tafelen lagen in de ark der getuigenis. Daar mocht niemand in kijken. Op het kijken hierin stond de doodstraf al. Laat staan dat men deze eruit mocht halen en een heilig gebod zou kunnen wijzigen!
|
Exodus 34:21 | Zes dagen zult gij arbeiden, maar op den zevenden dag zult gij rusten; in den ploegtijd en in den oogst zult gij rusten.
Hoe druk de mens is of welke reden de mens wil verzinnen: op de zevende dag zult gij rusten. |
Exodus 35:2-3
|
2 Zes dagen zal men het werk doen; maar op den zevenden dag zal ulieden heiligheid zijn, een sabbat der rust den HEERE; al wie daarop werk doet, zal gedood worden.
3 Gij zult geen vuur aansteken in enige uwer woningen op den sabbatdag.
Geen vuur ontsteken om daarmee te werken.
De zevenden dag is een heiligheid, een heilige tijd! Mensen kunnen geen andere tijd in plaats van de heilige tijd instellen. Zie ook Lev. 10:1-3. |
Leviticus 16:31 | Dat zal u een sabbat der rust zijn, opdat gij uw zielen verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting.
Hier is sprake van de Grote Verzoendag, niet van de wekelijkse sabbat. |
Leviticus 18:3 | Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan, waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun inzettingen niet wandelen.
Al houdt heel de wereld de zondag wat een menselijke inzetting is en geen Goddelijk gebod dan dienen wij toch God te gehoorzamen. |
Leviticus 19:3 | Een ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE uw God.
Wel uw vader en moeder vrezen volgens Zijn wet en niet Gods sabbatten houden volgens dezelfde wet? Uiteraard mag men Gods woorden niet aanpassen en Zijn heilige wet geweld aandoen. |
Leviticus 19:30 | Gij zult Mijn sabbatten houden en Mijn heiligdom zult gij vrezen; Ik ben de HEERE. |
Leviticus 20:7-8 | 7 Daarom, heiligt u en weest heilig; want Ik ben de HEERE uw God.
8 En onderhoudt Mijn inzettingen en doet dezelve; Ik ben de HEERE, Die u heiligt.
Een heilig leven is het willen leven naar Gods wet (heiligmaking) waarin ons onder andere de sabbat wordt geleerd. |
Leviticus 22:31 | Daarom zult gij Mijn geboden houden en dezelve doen; Ik ben de HEERE. |
Leviticus 23:3 | Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
God vraagt van ons de zevende dag als sabbat der rust te vieren EN samen te komen. God vraagt niet van ons om op de zondag samen te komen. Bijna alle kerken houden op Gods heilige sabbat hun deuren gesloten en belemmeren, de door God bevolen heilige samenroeping op Zijn geheiligde 7e dag, de sabbat! |
Leviticus 23:6-21 | 5 In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.
6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten. 7 Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen.
De eersten dag is hier de eerste dag van het feest der ongezuurde broden dat zeven dagen gevierd word. Deze dag valt elk jaar op een andere dag. Het gaat hier niet over de eerste dag van de week maar van het 7 dagen durende feest.
8 Maar gij zult zeven dagen vuuroffer den HEERE offeren; en op den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen; geen dienstwerk zult gij doen. 9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 10 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen. 11 En hij zal die garf voor het aangezicht des HEEREN bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen.
Het was een Goddelijke instelling om jaarlijks na het Pascha, op de dag na de eerst volgende sabbat (altijd op de eerste dag der week) de eerstelinggarven te offeren.
De eerstelinggarve word altijd jaarlijks op de dag na de eerste sabbat na het Pascha geofferd. De verschijning van Jezus was op deze dag na de sabbat, op de dag der eerstelingsgarven. De discipelen waren toen bij elkaar vanwege deze feestdag, niet als samenkomst om Zijn opstanding te gedenken omdat zij toen nog niet geloofden dat Jezus opgestaan was maar als samenkomst vanwege dit feest wat een eeuwigdurend jaarlijks feest is.
12 Gij zult ook op den dag, als gij die garf bewegen zult, bereiden een volkomen lam, dat eenjarig is, ten brandoffer den HEERE; 13 En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin. 14 En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groen aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. 15 Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn; 16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren. 17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE.
Het is in vers 16 weer een Goddelijke instelling om jaarlijks 7 sabbatten te tellen vanaf de sabbat na Pascha. De dag na de zevende sabbat is de Pinksterdag (50e dag). Deze valt altijd op de eerste dag van de week. De eerstelingen (de eerste twee broden van de nieuwe oogst) worden dan als beweegoffer God aangeboden. Vanwege deze door God ingestelde jaarlijkse feestdag, waren de discipelen toen bij elkaar. Zij waren niet bij elkaar om de eerste dag van de week in plaats van de sabbat te heiligen.
De pinksterdag, die altijd valt op de dag na de zevende sabbat na Pascha, dus altijd op de eerste dag der week, is een jaarlijkse heilige feestdag (vers 21). Op deze door God ingestelde feestdag werd de wetgeving herdacht. Gods heilige wet werd hier niet aangepast maar juist herdacht. Op deze jaarlijkse feestdag werd ook de Heilige Geest uitgestort.
Er staat nergens dat de reden van deze samenkomst aangeeft dat de sabbat afgeschaft is of de eerste dag van de week geheiligd is als wekelijkse rustdag.
18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE. 19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden. 20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester. 21 En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten.
|
Leviticus 23:32 | Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negende der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.
Hier is sprake van de Grote Verzoendag, niet van de wekelijkse sabbat. Het gaat hier om Gods dag-indeling. Bij zonsondergang begint de nieuwe dag volgens Gods scheppingsdagen en hier in deze tekst. De mensen hebben de tijden en de wet veranderd wat volgens Daniël 7:25 zou gebeuren tegen Gods Woord in. |
Leviticus 23:38 | Behalve de sabbatten des HEEREN, en behalve uw gaven en behalve al uw geloften en behalve al uw vrijwillige offers, dewelke gij den HEERE geven zult.
Hier is sprake van het loofhuttenfeest / feest der inzameling, niet van de wekelijkse sabbat. |
Leviticus 24:8 | Op elken sabbatdag geduriglijk zal men dat voor het aangezicht des HEEREN toerichten, vanwege de kinderen Israëls, tot een eeuwig verbond. |
Leviticus 25:2 | Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen zijn in dat land dat Ik u geve, dan zal dat land rusten, een sabbat den HEERE. |
Leviticus 25:4 | Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat den HEERE; uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden.
De Heere gebiedt zelfs voor het land een sabbatsrust, een jaar van rust. |
Leviticus 26:2 | Mijn sabbatten zult gij houden en Mijn heiligdom zult gij vrezen; Ik ben de HEERE. |
Leviticus 26:34 | Dan zal het land aan zijn sabbatten een welgevallen hebben, al de dagen der verwoesting, en gij zult in het land uwer vijanden zijn; dan zal het land rusten en aan zijn sabbatten een welgevallen hebben. |
Leviticus 26:35 | Al de dagen der verwoesting zal het rusten, overmits het niet rustte in uw sabbatten, als gij daarin woondet. |
Leviticus 26:43 | Als het land om hunnentwil zal verlaten zijn geweest en aan zijn sabbatten een welgevallen gehad hebben, wanneer het om hunnentwil verwoest was, en zij aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen zullen gehad hebben; daarom, en omdat zij Mijn rechten hadden verworpen en hun ziel van Mijn inzettingen gewalgd had.
Ook het land heeft zijn sabbatten, elk 7e jaar. |
Numeri 15:16 | 16 Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn en den vreemdeling die bij ulieden als vreemdeling verkeert.
Er is geen onderscheid in Gods wetten voor de Joden en de heidenen. Alle 10 geboden met daarin het sabbatsgebod zijn heilig, onveranderd voor Jood en heiden. Zie hoofdstuk 20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen. |
Numeri 15:32,35 | 32 Als nu de kinderen Israëls in de woestijn waren, zo vonden zij een man, hout lezende op den sabbatdag.
….. 35 Zo zeide de HEERE tot Mozes: Die man zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem met stenen stenigen buiten het leger.
De Heere eiste de doodstraf wat aangeeft hoe heilig de door God geheiligde sabbat is. God is niet veranderlijk, wat Hij geheiligd heeft blijft geheiligd. Op diefstal (overtreding van het 8e gebod: gij zult niet stelen) stond zelfs de doodstraf niet.
God dreigt of straft nergens in Gods Woord voor het niet houden van de eerste dag van de week. God straft wel voor het niet heiligen van de sabbat.
De door God geheiligde sabbat was er al vanaf de schepping. Zie Genesis 26:5. |
Numeri 23:19 | God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?
Als de mensen tegen Gods Woord in leren dat de sabbat afgeschaft is en de zondag daar voor in de plaats is gekomen dan maken we God tot een leugenaar. Zie 1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; |
Numeri 23:20 | Zie, ik heb ontvangen te zegenen; dewijl Hij zegent, zo zal ik het niet keren.
Zelfs Mozes kon de zegen van de Heere niet keren. Zo kan de kerk de heiliging van de sabbat door God niet veranderen naar de zondag. |
Numeri 28:9-10 | Maar op den sabbatdag twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. 10 Het is het brandoffer des sabbats op elken sabbat, boven het gedurig brandoffer en zijn drankoffer.
|
Deuteronomium 4:2 | Gij zult tot dit woord dat ik u gebied, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE uw God, die ik u gebied.
Dit woord zegt God zelf. Jezus bevestigt dit in Mattheus 5:17-19 en Lukas 16:17. Wie oren heeft om te horen die hore! |
Deuteronomium 5:10 | En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden. |
Deuteronomium 5:12 | Onderhoud den sabbatdag, dat gij dien heiligt, gelijk als de HEERE uw God u geboden heeft. |
Deuteronomium 5:14-15 | 14 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw os, noch uw ezel, noch enig van uw vee, noch de vreemdeling die in uw poorten is; opdat uw dienstknecht en uw dienstmaagd ruste gelijk als gij.
15 Want gij zult gedenken dat gij een dienstknecht in Egypteland geweest zijt, en dat de HEERE uw God u vandaar heeft uitgeleid door een sterke hand en een uitgestrekten arm; daarom heeft u de HEERE uw God geboden, dat gij den sabbatdag houden zult.
De Heere geeft hier een aanvullende reden waarom de Joden de door God geheiligde sabbat ook moeten onderhouden: omdat Hij ze uitgeleid heeft uit Egypte.
In Exodus 20 geeft de Heere de hoofdreden voor het heiligen van de door God geheiligde sabbat die voor Jood en heiden geldt: Exodus 20:11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee, en alles wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
De mensen dienen de sabbat te vieren omdat God deze heiligde.
De Joden dienen de sabbat te vieren omdat God deze heiligde EN omdat Hij ze uitgeleid heeft uit Egypte. |
Deuteronomium 5:22 | Deze woorden sprak de HEERE tot uw ganse gemeente op den berg, uit het midden des vuurs, der wolk en der donkerheid, met grote stem, en deed daar niets toe; en Hij schreef ze op twee stenen tafelen en gaf ze mij.
God deed daar niets toe! God heeft de geboden ook daarna niet veranderd. Ze zijn nog steeds heilig ! onaantastbaar.
God schreef ze zelf onuitwisbaar op twee stenen tafelen. Ze werden bewaard in de heilige Ark der getuigenis waar zelfs niemand in mocht kijken. |
Deuteronomium 5:29 | Och, dat zij zulk een hart hadden om Mij te vrezen en al Mijn geboden te allen dage te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen welging in eeuwigheid! |
Deuteronomium 6:6-9
|
6 En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn.
Deze woorden zijn de 10 geboden zoals beschreven in Deuteronomium 5.
7 En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat.
Inscherpen is het onuitwisbaar leren van Zijn heilige wet aan onze kinderen. Zoals ook Gods heilige geboden onuitwisbaar in stenen tafelen gegraveerd zijn door God. God gebiedt Zijn wet met het heilige sabbatsgebod in te scherpen geen zondagsgebod.
8 Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen. 9 En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.
Gij zult deze geboden (geen andere!) altijd in gedachten houden en hiernaar leven. |
Deuteronomium 7:9 | Gij zult dan weten, dat de HEERE uw God die God is, die getrouwe God, Dewelke het verbond en de weldadigheid houdt dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden, tot in duizend geslachten. |
Deuteronomium 7:11 | Houd dan de geboden en de inzettingen en de rechten, die ik u heden gebied, om die te doen. |
Deuteronomium 8:6 | En houd de geboden des HEEREN uws Gods, om in Zijn wegen te wandelen en om Hem te vrezen. |
Deuteronomium 10:5 | En ik keerde mij, en ging af van den berg, en legde de tafelen in de kist, die ik gemaakt had; en aldaar zijn zij, gelijk als de HEERE mij geboden heeft.
De twee stenen tafelen met daarop de 10 geboden werden bewaard in de ark der getuigenis in het heilige der heilige van de tabernakel. Geen mens mocht daarin kijken, laat staan een letter of heel woord veranderen.
Als men daarin keek werd men door God gedood. Als men het sabbatsgebod niet hield werd men ook gedood. |
Deuteronomium 10:12 | Nu dan, Israël, wat eist de HEERE uw God van u, dan den HEERE uw God te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben, en den HEERE uw God te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel; |
Deuteronomium 11:1 | DAAROM zult gij den HEERE uw God liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel en Zijn inzettingen en Zijn rechten en Zijn geboden.
God liefhebben en Zijn onveranderlijke geboden houden horen bij elkaar! |
Deuteronomium 11:18-22 | 18 Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen;
19 En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat; 20 En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten; 21 Opdat uw dagen, en de dagen uwer kinderen, in het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft hun te geven, vermenigvuldigen, gelijk de dagen des hemels op de aarde. 22 Want zo gij naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die te doen, den HEERE, uw God, liefhebbende, wandelende in al Zijn wegen, en Hem aanhangende;
Het onderhouden van Gods geboden is een teken dat je God wilt dienen en Hem uit genade toebehoort. Gedenken met je hoofd en hart en doen met de daad.
Zie ook de toelichting op Deuteronomium 6:6-9. |
Deuteronomium 12: 32 | Al dit woord, hetwelk ik ulieden gebiede, zult gij waarnemen om te doen; gij zult daar niet toedoen, en daarvan niet afdoen.
Mensen hebben Gods gebod om de sabbat te heiligen zonder schaamte veranderd naar de zondag en leren dat God dit goed vindt terwijl God dit ons nergens in Zijn Woord leert! Gods Woord leert juist dat Hij het ontheiligen van Zijn sabbat niet goed vindt. |
Deuteronomium 13:4 | Den HEERE uw God zult gij navolgen en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen en Hem aanhangen. |
Deuteronomium 13:5 | En diezelve profeet, of dromen-dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.
Zo is ook het zondagsgebod niet volgens de leer van God in de Bijbel. God leert ons het heiligen van Zijn sabbat. |
Deuteronomium 17:11 | Naar de mond der wet, die zij u zullen leren, en naar het oordeel, dat zij u zullen zeggen, zult gij doen; gij zult niet afwijken van het woord, dat zij u zullen aanzeggen, ter rechterhand of ter linkerhand. |
Deuteronomium 17:19 | En het zal bij hem zijn en hij zal daarin lezen al de dagen zijns levens, opdat hij den HEERE zijn God lere vrezen, om te bewaren al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om die te doen. |
Deuteronomium 27:26 | Vervloekt zij, die de woorden dezer wet niet zal bevestigen, doende dezelve. En al het volk zal zeggen: Amen. |
Deuteronomium 28:9 | De HEERE zal u Zichzelven tot een heilig volk bevestigen, gelijk als Hij u gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN uws Gods zult houden en in Zijn wegen wandelen. |
Deuteronomium 28:58-59 | 58 Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden dezer wet, die in dit boek geschreven zijn, om te vrezen dezen heerlijken en vreselijken Naam, den HEERE uw God,
59 Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het zullen grote en gewisse plagen en boze en gewisse krankten zijn. |
Deuteronomium 30:16
|
Want ik gebied u heden den HEERE uw God lief te hebben, in Zijn wegen te wandelen, en te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen en Zijn rechten, opdat gij leeft en vermenigvuldigt, en de HEERE uw God u zegene in het land waar gij naartoe gaat om dat te erven. |
Deuteronomium 31:11-13 | 11 Als gans Israel zal komen, om te verschijnen voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, in de plaats, die Hij zal verkoren hebben, zult gij deze wet voor gans Israel uitroepen, voor hun oren;
12 Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet.
De wet, inclusief het sabbatsgebod, geldt ook voor de vreemdelingen. Zie hoofdstuk 20.
13 En dat hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om dat te erven. |
Jozua 1:8 | Dat het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles, wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult gij verstandelijk handelen.
Leer de wet. Het zondagsgebod staat niet in de wet. Het sabbatsgebod wel, houdt u hieraan. |
Jozua 23:6 | Zo weest zeer sterk om te bewaren en om te doen alles wat geschreven is in het wetboek van Mozes; opdat gij daarvan niet afwijkt ter rechter- noch ter linkerhand; |
Jozua 24:24
|
En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE onzen God dienen, en wij zullen Zijn stem gehoorzamen. |
1 Samuël 12:14 | Zo gij den HEERE zult vrezen en Hem dienen en naar Zijn stem horen en den mond des HEEREN niet wederspannig zijn, |
1 Samuël 15:22 | Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan brandofferen, en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen.
Gehoorzaam de stem des Heeren die de sabbat leert. Gehoorzaam geen stem van mensen die de zondag leren. |
1 Koningen 2:3 | En neem waar de wacht des HEEREN uws Gods, om te wandelen in Zijn wegen, om te onderhouden Zijn inzettingen en Zijn geboden en Zijn rechten en Zijn getuigenissen, gelijk geschreven is in de wet van Mozes; opdat gij verstandiglijk handelt in al wat gij doen zult, en al waarheen gij u wenden zult; |
1 Koningen 3:14 | En zo gij in Mijn wegen wandelen zult, onderhoudende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David gewandeld heeft, zo zal Ik ook uw dagen verlengen. |
1 Koningen 6:12 | Aangaande dit huis dat gij bouwt, zo gij wandelt in Mijn inzettingen en doet Mijn rechten en onderhoudt al Mijn geboden, wandelende in dezelve, zo zal Ik Mijn woord met u bevestigen, dat Ik tot uw vader David gesproken heb; |
1 Koningen 8:40-43 | 41 Zelfs ook aangaande den vreemde, die van Uw volk Israël niet zal zijn, maar uit verren lande om Uws Naams wil komen zal,
42 (Want zij zullen horen van Uw groten Naam en van Uw sterke hand en van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis, 43 Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen gelijk Uw volk Israël, en om te weten dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis hetwelk ik gebouwd heb.
Alle volken der aarde dienen God te kennen en te vrezen GELIJK Gods volk Israël! Dezelfde God met dezelfde wetten, dezelfde wekelijkse heilige 7e dag, de sabbat, voor Jood en heiden. |
1 Koningen 8:58 | Neigende tot Zich ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen en om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen en Zijn rechten, dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft. |
1 Koningen 8:61 | En ulieder hart volkomen zij met den HEERE onzen God, om te wandelen in Zijn inzettingen en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen dage. |
1 Koningen 9:4 | En zo gij voor Mijn aangezicht wandelen zult gelijk als uw vader David gewandeld heeft, met volkomenheid des harten en met oprechtheid, om te doen naar al wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen en Mijn rechten houden zult, |
1 Koningen 18:17-18 | 17 En het geschiedde als Achab Elía zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerder Israëls? 18 Toen zeide hij: Ik heb Israël niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten hebt en de Baäls nagevolgd zijt.
Degenen die Gods geboden en Zijn sabbatsgebod willen gehoorzamen hebben de kerk niet beroerd maar zij en hun vaders die de geboden des Heeren hebben veranderd, Gods sabbat verachten en de dag ter verering vande zon heiligen. |
2 Koningen 4:23 | En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan noch sabbat. En zij zeide: Het zal wél zijn.
De door God geheiligde sabbat wordt hier geheiligd terwijl het voor de man niet vreemd was dat zijn vrouw op sabbat of nieuwe maan een reis naar de man Gods zou maken. |
2 Koningen 11:5 | En hij gebood hun, zeggende: Dit is de zaak die gij doen zult: een derde deel van u, die op den sabbat ingaan, zullen de wacht waarnemen van het huis des konings; |
2 Koningen 11:7 | En de twee delen van ulieden, allen die op den sabbat uitgaan, die zullen de wacht van het huis des HEEREN waarnemen bij den koning. |
2 Koningen 11:9 | De oversten dan van honderd deden naar al wat de priester Jójada geboden had en namen ieder zijn mannen die op den sabbat ingingen, met degenen die op den sabbat uitgingen; en zij kwamen tot den priester Jójada. |
2 Koningen 17:34
|
Tot op dezen dag toe doen die naar de eerste wijzen; zij vrezen den HEERE niet en zij doen niet naar hun inzettingen en naar hun rechten en naar de wet en naar het gebod dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van Jakob, dien Hij den naam Israël gaf. |
2 Koningen 23:3
|
De koning nu stond aan den pilaar en maakte een verbond voor des HEEREN aangezicht om den HEERE na te wandelen, en Zijn geboden en Zijn getuigenissen en Zijn inzettingen met ganser harte en met ganser ziele te houden |
2 Koningen 22:13 | 13 Gaat heen, vraagt den HEERE voor mij en voor het volk en voor het ganse Juda, over de woorden dezes boeks dat gevonden is; want de grimmigheid des HEEREN is groot, dewelke tegen ons aangestoken is, omdat onze vaderen niet gehoord hebben naar de woorden dezes boeks, om te doen naar al wat voor ons geschreven is. |
1 Kronieken 9:32 | En uit de kinderen der Kahathieten, uit hun broederen, waren enigen over de broden der toerichting, om die alle sabbatten te bereiden. |
1 Kronieken 16:15 | Gedenkt tot in der eeuwigheid Zijn verbond, het woord dat Hij ingesteld heeft tot in het duizendste geslacht; |
1 Kronieken 22:12 | Alleenlijk de HEERE geve u kloekheid en verstand, en geve u bevel over Israël, en dat om te onderhouden de wet des HEEREN uws Gods. |
1 Kronieken 23:31 | En tot al het offeren der brandoffers des HEEREN op de sabbatten, op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden, in getal, naar de wijze onder hen, geduriglijk voor het aangezicht des HEEREN; |
2 Kronieken 2:4 | Zie, ik zal een huis voor den Naam des HEEREN mijns Gods bouwen om Hem te heiligen, om reukwerk der welriekende specerijen voor Zijn aangezicht aan te steken, en voor de toerichting des gedurigen broods en voor de brandoffers des morgens en des avonds, op de sabbatten en op de nieuwe maanden en op de gezette hoogtijden des HEEREN onzes Gods; hetwelk voor eeuwig is in Israël. |
2 Kronieken 6:31 | Opdat zij U vrezen, om te wandelen in Uw wegen, al de dagen die zij leven zullen op het land dat Gij onzen vaderen gegeven hebt.
in Uw wegen = naar Uw geboden |
2 Kronieken 8:13 | Zelfs naar den eis van elken dag offerende, naar het gebod van Mozes, op de sabbatten en op de nieuwe maanden en op de gezette hoogtijden, drie malen in het jaar: op het feest van de ongezuurde broden , en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten. |
2 Kronieken 23:4 | Dit is de zaak die gij doen zult: een derde deel van u, die op den sabbat ingaan, van de priesters en van de Levieten, zullen tot portiers der dorpels zijn; |
2 Kronieken 23:8 | En de Levieten en gans Juda deden naar alles wat de priester Jójada geboden had; en zij namen een ieder zijn mannen die op den sabbat inkwamen, met degenen die op den sabbat uitgingen; want de priester Jójada had aan de verdelingen geen verlof gegeven. |
2 Kronieken 30:7-8
|
7 En zijt niet als uw vaders en als uw broeders, die tegen den HEERE, den God hunner vaderen, overtreden hebben; waarom Hij hen tot verwoesting overgegeven heeft, gelijk als gij ziet. 8 Verhardt nu ulieder nek niet gelijk uw vaderen; geeft den HEERE de hand en komt tot Zijn heiligdom, hetwelk Hij geheiligd heeft tot in eeuwigheid, en dient den HEERE uw God; zo zal de hitte Zijns toorns van u afkeren.
Hizkia vermaant hier het pascha te vieren. God vermaant ons ook Zijn geheiligde sabbat te vieren. |
2 Kronieken 31:3 | Ook het deel des konings van zijn have tot de brandoffers, tot de brandoffers des morgens en des avonds, en de brandoffers der sabbatten en der nieuwe maanden en der gezette hoogtijden; gelijk geschreven is in de wet des HEEREN. |
2 Kronieken 36:21 | Opdat het woord des HEEREN vervuld werd, door den mond van Jeremía, totdat het land aan zijn sabbatten een welgevallen had; het rustte al de dagen der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld waren. |
Nehémia 9:14 | En Gij hebt hun Uw heiligen sabbat bekendgemaakt; en Gij hebt hun geboden en inzettingen en een wet bevolen, door de hand van Uw knecht Mozes.
De heilige sabbat wordt apart genoemd. Dit benadrukt de hoge heiligheid van de sabbat. |
Nehémia 9:16 | Maar zij en onze vaders hebben trotselijk gehandeld, en zij hebben hun nek verhard en niet gehoord naar Uw geboden; |
Nehémia 9:29
|
En Gij hebt tegen hen betuigd, om hen te doen wederkeren tot Uw wet, maar zij hebben trotselijk gehandeld en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder teruggetogen en hun nek verhard, en niet gehoord. |
Nehémia 10:31 | Ook als de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat of op een anderen heiligen dag van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis. |
Nehémia 10:33 | Tot het brood der toerichting en het gedurig spijsoffer en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondoffers, om verzoening te doen over Israël; en tot alle werk van het huis onzes Gods |
Nehémia 13:15-22
|
15 In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden op den sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op den sabbatdag; en ik betuigde tegen hen ten dage, als zij eetwaren verkochten.
16 Daar waren ook Tyriers binnen, die vis aanbrachten, en alle koopwaren, die zij op den sabbat verkochten aan de kinderen van Juda en te Jeruzalem. 17 Zo twistte ik met de edelen van Juda, en zeide tot hen: Wat voor een boos ding is dit, dat gijlieden doet, en ontheiligt den sabbatdag? 18 Deden niet uw vaders alzo, en onze God bracht al dit kwaad over ons en over deze stad? En gijlieden maakt de hittige gramschap nog meer over Israel, ontheiligende den sabbat. 19 Het geschiedde nu, als de poorten van Jeruzalem schaduw gaven, voor den sabbat, dat ik bevel gaf, en de deuren werden gesloten; en ik beval, dat zij ze niet zouden opendoen tot na den sabbat; en ik stelde van mijn jongens aan de poorten, opdat er geen last zou inkomen op den sabbatdag.
De poorten van Jeruzalem waren op de sabbat normaal geopend volgens Jeremia 17:21-28. Nehemia sloot de poorten bij uitzondering om de handel op de door God geheiligde sabbat stil te leggen.
20 Toen vernachtten de kramers, en de verkopers van alle koopwaren, buiten voor Jeruzalem, eens of tweemaal. 21 Zo betuigde ik tegen hen, en zeide tot hen: Waarom vernacht gijlieden tegenover den muur? Zo gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van dien tijd af kwamen zij niet op den sabbat. 22 Voorts zeide ik tot de Levieten, dat zij zich zouden reinigen, en de poorten komen wachten, om den sabbatdag te heiligen. Gedenk mijner ook in dezen, mijn God! en verschoon mij naar de veelheid Uwer goedertierenheid. |
Job 36:11 | Indien zij horen en Hem dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in lieflijkheden. |
Psalmen 1:2 | 2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. |
Psalmen 10:4 | De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoogsteekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn dat er geen God is.
Onderzoek Gods Woord, ook zijn geboden! Door dit te weigeren gehoorzamen we niet aan God en stellen we onze eigen gedachten boven Gods Woord.
Door een zondagsgebod te onderhouden wat niet van God is zondigt men en doet men alsof er geen God is waartegen men dan zondigt. |
Psalmen 27:4 | Eén ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de lieflijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.
Onderzoek Gods Woord, ook zijn geboden! |
Psalmen 19:8-9 | 8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
Gods wet is zuiver, volmaakt. Er mag niets toe of afgedaan worden!
9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.
De geboden zijn niet vaag of onduidelijk maar recht en zuiver, zelfs heilig! Het sabbatsgebod was en is niet ter verbetering vatbaar. De wet is hier in het Oude Testament maar ook in het Nieuwe nog volmaakt.
Zie ook het Nieuwe Testament: Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed. |
Psalmen 25:10 | Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren. |
Psalmen 40:9 | Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. |
Psalmen 50:16-17 | 16 Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond?
17 Dewijl gij de kastijding haat, en Mijn woorden achter u henenwerpt.
Door de sabbat te verwerpen worden Zijn woorden verworpen! |
Psalmen 78:10 | Zij hielden Gods verbond niet, en weigerden te wandelen in Zijn wet. |
Psalmen 86:11
|
Leer mij, HEERE, Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams.
Het zondagsgebod wordt niet in de Bijbel geleerd, het zondagsgebod is geen waarheid. Het sabbatsgebod wordt wel in de Bijbel geleerd, het sabbatsgebod is wel waarheid.
Alleen Gods Woord is de volledige waarheid, waarin ons ook het gebod van de sabbat wordt geleerd. Niet de menselijke geschriften of geschiedenis na Gods Woord die de zondag leren i.p.v. de wekelijkse sabbat. |
Psalmen 89:2 | Ik zal de goedertierenheden des HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekendmaken van geslacht tot geslacht.
Het is ook ons aller opdracht om Gods waarheid bekend te maken tot Zijn eer. |
Psalmen 89:31-35
|
31 Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;
32 Indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; 33 Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen. 34 Maar Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet feilen. 35 Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen.
Gods Woord en zijn beloften aan David zijn onveranderlijk zoals Hij het ons zelf leert in deze Psalm. |
Psalmen 92:1 | EEN psalm, een lied, op den sabbatdag. |
Psalmen 94:11 | De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
Ook de gedachte van de mens die zelf de eerste dag hoger acht dan Gods sabbat is ijdelheid! Een damp. |
Psalmen 94:12 | Welgelukzalig is de man, o HEERE, dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,
Gods wet leert wat goed is, geen kerkwet, kerkleer of dogma. |
Psalmen 103:17-18 | 17 Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen;
18 Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen. |
Psalmen 118
|
Deze Psalm wordt misbruikt om de door God geheiligde sabbat te wijzigen in de zondag.
1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. 2 Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. 3 Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. 4 Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. 5 Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.
David had de Heere in zijn benauwdheid aangeroepen. De Heere heeft hem verhoord.
6 De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen? 7 De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten. 8 Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen. 9 Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.
David vertrouwt op de Heere.
10 Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. 11 Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.
David heeft de heidenen overwonnen.
12 Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. 13 Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen. 14 De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest. 15 In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden. 16 De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden. 17 Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.
David zal de Heere loven voor Zijn hulp en bijstand.
18 De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven. 19 Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven. 20 Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan. 21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt. 22 De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.
David die eerst veracht was geweest, is nu tot koning geworden, een hoofd des hoeks.
23 Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen. 24 Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn.
Dit is de dag die de Heere gegeven heeft dat David zijn vijanden die hem omringden als bijen overwon.
Deze tekst wordt berijmd uit zijn verband gehaald! In de berijmde (gezongen) Psalmen is er van deze tekst gemaakt: Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God geheiligd heeft;
Er staat echter: Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft. De overwinningsdag van de overwinning op de vijanden die David kreeg van de Heere. Er staat in de Bijbel in deze tekst niets over een geheiligde dag! Ook staat daar niets over een verandering van de sabbat!
Deze tekst wordt verdraaid, vervolgens wordt er een betekenis ingelegd die er niet staat en wordt er zelfs een zondagsgebod van gekneed en wordt Gods sabbatsgebod teniet gedaan en vertrapt tegen Gods Woord in:
Markus 7:9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel teniet, opdat gij uw inzetting zoudt onderhouden.
Er staat in Psalm 118 niet dat de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen.
Zie ook Handelingen 4:11, Jesaja 28:16, Romeinen 9:32-33 en 1 Petrus 2:6 waar ook sprake is van de (Hoek)Steen (daar met een hoofdletter) die wijst op Christus maar waar echter geen sprake is van de dag en ook al helemaal geen sprake is van de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat
Uit de context van Psalmen 118:24 blijkt duidelijk dat het over de dag van Davids overwinning gaat.
25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed. 26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN. 27 De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar. 28 Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen. 29 Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalmen 119 | 1 Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
Het eerste vers leert al dat de oprechten de wet des Heeren gehoorzamen. In het Hebreeuws staat ook hier voor wet: תורה = Thora! Heel de leer van de vijf boeken van Mozes waarin de 10 geboden staan. Onthoudt dat wet = Thora, dit zijn niet alleen de 10 geboden.
2 Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken; 3 Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen. 4 HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal. 5 Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren! 6 Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden. 7 Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. 8 Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer. 9 Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord. 10 Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. 11 Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou. 12 HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen. 13 Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds. 14 Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom. 15 Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten. 16 Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten. 17 Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware. 18 Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. 19 Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. 20 Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.
God zal oordelen volgens Zijn heilige onveranderlijke wet met het heilige sabbatsgebod! Niet naar onze aangepaste wet met de menselijke zondagswet!
21 Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. 22 Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden. 23 Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht. 24 Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden. 25 Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.
Leef naar Gods Woord, niet naar mensen inzettingen!
26 Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen. 27 Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. 28 Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord. 29 Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet. 30 Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.
Gods Woord is de waarheid. Wat Gods Woord leert is waarheid.
31 Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet. 32 Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben. 33 He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe. 34 Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte. 35 Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust. 36 Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid. 37 Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen. 38 Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is. 39 Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed. 40 Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid. 41 Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging; 42 Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.
Degenen die Gods geboden aanpassen smaden degenen die naar Gods geboden willen leven. Maar de smaders worden weerlegd met Gods Woord.
43 En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. 44 Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos. 45 En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. 46 Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen. 47 En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb. 48 En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten. 49 Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. 50 Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. 51 De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken. 52 Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost. 53 Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten. 54 Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen. 55 HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard. 56 Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb. 57 Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren. 58 Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging. 59 Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen. 60 Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden. 61 De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten. 62 Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid. 63 Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden. 64 HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen. 65 Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord. 66 Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. 67 Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord. 68 Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen. 69 De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte. 70 Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet. 71 Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. 72 De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. 73 Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. 74 Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. 75 Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt. 76 Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht. 77 Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking. 78 Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden. 79 Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen. 80 Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde. 81 Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt. 82 Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten? 83 Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten. 84 Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers? 85 De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet. 86 Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij. 87 Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten. 88 Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden. 89 Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen. 90 Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; 91 Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten. 92 Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan. 93 Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. 94 Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht. 95 De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen. 96 In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd. 97 Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag. 98 Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij. 99 Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn. 100 Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb. 101 Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden. 102 Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd. 103 Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond! 104 Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden. 105 Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad. 106 Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid. 107 Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord. 108 Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. 109 Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet. 110 De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen. 111 Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid. 112 Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe. 113 Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief. 114 Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt. 115 Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren. 116 Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope. 117 Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken. 118 Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen. 119 Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief. 120 Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen. 121 Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers. 122 Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken. 123 Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid. 124 Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen. 125 Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen. 126 Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken. 127 Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud. 128 Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat. 129 Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel. 130 De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende. 131 Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden. 132 Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. 133 Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen. 134 Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden. 135 Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen. 136 Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden. 137 Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht. 138 Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden. 139 Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. 140 Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief. 141 Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet. 142 Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid. 143 Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen. 144 De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven. 145 Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren. 146 Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden. 147 Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt. 148 Mijn ogen komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten. 149 Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht. 150 Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet. 151 Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. 152 Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt. 153 Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten. 154 Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging. 155 Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet. 156 HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten. 157 Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet. 158 Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden. 159 Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid. 160 Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid. 161 Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord. 162 Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt. 163 Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief. 164 Ik loof U zeven maal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid. 165 Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot. 166 O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden. 167 Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief. 168 Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U. 169 Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord. 170 Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging. 171 Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. 172 Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. 173 Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren. 174 O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking. 175 Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen. 176 Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten. |
Spreuken23:23 | Koop de waarheid en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid en tucht en verstand.
Zoek de waarheid in Gods Woord om tot eer van Hem te leven naar Zijn heilige geboden. |
Spreuken 30:6 | Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
Doe niet tot Zijn woorden: voeg er niets aan toe! Opdat gij niet leugenachtig bent.
God heeft de zondag niet geboden te heiligen zoals Zijn sabbat. Mensen zeggen dat de zondag geheiligd is. Er wordt dan toe en afgedaan van Gods woorden! |
Prediker 3:14 | Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht.
Zondagsheiliging is toedoen en afdoen aan Gods sabbatsgebod wat God verbiedt. |
Prediker 8:5 | Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaarworden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten.
De kerk die de zondag leert zegt: die Gods sabbatsgebod onderhoudt en niet het zondagsgebod wordt onder censuur gezet. De kerk handelt hiermee rechtstreeks tegen Gods Woord. |
Prediker 12:10 | De Prediker zocht aangename woorden uit te vinden; en het geschrevene is recht, woorden der waarheid.
Wat God ons leert in Zijn woord, ook over de sabbat is recht, waarheid, onveranderd. |
Prediker 12:13 | Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
Het einde van de zaak, de conclusie is: Vrees God, en houd Zijn geboden! Dit geldt voor alle mensen, Jood en heiden dienen de geboden te houden. Er is geen onderscheid in Zijn heilige (onaantastbare) geboden voor Joden of heidenen. Zie hoofdstuk 20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen. |
Jesaja 1:13 | Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden en sabbatten en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen.
Het ontbrak het volk aan oprechte gehoorzaamheid zodat het uiterlijk onderhouden van Gods wetten dan een gruwel voor God zijn. God vraagt het onderhouden van Zijn heilige geboden uit liefde tot Hem. Ook de sabbatten zijn niet afgeschaft! |
Jesaja 8:16 | Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder Mijn leerlingen.
Verzegel de wet, תורה = Thora, bescherm deze tegen aantasting! |
Jesaja 8:20 | Tot de Wet en tot de Getuigenis; zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben.
Degenen die niet leren wat de wet, boeken van Mozes (de Thora en niet alleen de 10 geboden) en de profeten leren hebben geen dageraad. |
Jesaja 10:1 | Wee dengenen, die ongerechte inzettingen inzetten, en den schrijvers, die moeite voorschrijven;
Wee degenen die ook een zondagsgebod leren terwijl de Bijbel dit niet leert. |
Jesaja 24:5
|
Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzetting, zij vernietigen het eeuwig verbond.
Ook het 4e gebod wordt overtreden door te leren dat de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat moet worden gevierd. Mensen kunnen zijn geheiligde sabbat niet veranderen. Door de zondag te vieren in plaats van de sabbat wordt Gods gebod overtreden. |
Jesaja 25:7
|
En Hij zal op dezen berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natiën bedekt zijn.
De onwetendheid of dwaling in Goddelijke zaken is zelfs wereldwijd maar dit wil God wegnemen. Heel de wereld is niet wijzer dan God. Een eeuwenoud gebruik is niet een Goddelijk gebod. |
Jesaja 29:13
|
Want de Heere heeft gezegd: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn;
De Joden hadden al mensengeboden, geboden die God niet had gegeven. Er is ook geen zondagsgebod van God. Het zondagsgebod is een mensengebod. Het onderhouden van mensengeboden is wettisch. |
Jesaja 42:24
|
Wie heeft Jakob tot een plundering overgegeven, en Israël den rovers? Is het niet de HEERE, Hij tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen in Zijn wegen en zij hoorden niet naar Zijn wet. |
Jesaja 48:17-18 | 17 Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert, wat nut is, Die u leidt op den weg, dien gij gaan moet.
18 Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheid als de golven der zee. |
Jesaja 56
|
1 Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht, en doet gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden.
2 Welgelukzalig is de mens, die zulks doet, en des mensen kind, dat daaraan vasthoudt; die den sabbat houdt, zodat gij dien niet ontheiligt, en die zijn hand bewaart van enig kwaad te doen.
De mens, Jood en heiden, die daar aan vasthoudt; die den sabbat houdt….! Er is geen Christelijke zondag! Zie hoofdstuk 20 Gods heilige sabbatswet geldt ook voor de vreemdelingen.
3 En de vreemde, die zich tot den HEERE gevoegd heeft, spreke niet, zeggende: De HEERE heeft mij gans en al van Zijn volk gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre boom.
De heidenen zijn niet van de Joden onderscheiden. Ook voor de heidenen geldt de door God geheiligde sabbat met een belofte:
4 Want alzo zegt de HEERE van de gesnedenen, die Mijn sabbatten houden, en verkiezen hetgeen, waartoe Ik lust heb, en vasthouden aan Mijn verbond; 5 Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwigen naam zal Ik een ieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden. 6 En de vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat hij dien niet ontheilige, en die aan Mijn verbond vasthouden;
De vreemden dienen ook de door God geheiligde sabbat te vieren.
7 Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.
God heeft Zijn verbond niet verbroken. De mensen hebben dit verbroken. Hij belooft in deze tekst Zijn zegen aan een ieder, Jood en heiden, die de door God geheiligde sabbat houdt en vasthoudt aan Zijn verbond.
Gods huis is een bedehuis voor alle volken. Geen huis voor Joden die de door God geheiligde sabbat houden en Christenen die de zondag houden. Eén God, één bedehuis, één Wet met één heilige sabbat.
|
Jesaja 58:2 | 2 Hoewel zij Mij dagelijks zoeken, en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen, |
Jesaja 58:13-14 | 13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag; en indien gij den sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, die te eren is; en indien gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt;
14 Dan zult gij u verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft het gesproken.
Er staat Mijn heiligen dag, niet uw heiligen dag. Het is Gods heilige sabbat die wij niet kunnen en mogen veranderen. Er is maar één wekelijkse door God geheiligde dag, de sabbat.
God wil hen zegenen die Zijn sabbat wil vieren tot eer van Hem. |
Jesaja 59:21
|
Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik in Uw mond gelegd heb, die zullen van Uw mond niet wijken, noch van den mond Uws zaads, noch van den mond van het zaad Uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe.
De Woorden van God heeft Hij gelegd in de mond van Christus om Zijn volk te onderwijzen. Deze woorden zullen niet wijken van Christus en ook niet van Zijn volk (Uws zaads). Ook niet van het nageslacht van Zijn volk tot in eeuwigheid. Wat Christus ons geleerd heeft blijft tot in der eeuwigheid zoals Hij ons de opdracht gegeven heeft vlak voor zijn hemelvaart: lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. |
Jesaja 65:2
|
Ik heb Mijn handen uitgebreid, den gansen dag, tot een wederstrevig volk, die wandelen op een weg die niet goed is, naar hun eigen gedachten;
De zondag in plaats van de sabbat is ook een gedachte, een bedenksel van mensen. De gedachten van mensen zijn echter ijdelheid, zie Psalmen 94:11 De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn. |
Jesaja 66:2 | Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de HEERE; maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft.
De Heere wil genade verlenen aan een ieder die Christus nodig heeft leren krijgen voor zijn zonden en die voor Zijn Woord met daarin Zijn heilige geboden beeft, ontzag heeft en eerbied betoont. |
Jesaja 66:22-23 | 22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan.
23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
God en Christus leren dat men in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat zal komen om Hem te aanbidden. Het argument dat hier sprake is van één eeuwige sabbat valt weg omdat er ook geen sprake is van één eeuwige nieuwe maan.
De door God geheiligde sabbat zal zelfs op de nieuwe aarde gevierd worden en is dus ook hier geen afgeschafte dag maar blijvend tot in der eeuwigheid zoals ook hier in het oude testament staat. Zie ook Openbaring 21:1 en 22:14 |
Jeremia 2:6 | Vau . En Hij heeft Zijn hut met geweld afgerukt als een hof, Hij heeft Zijn vergaderplaats verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten den hoogtijd en den sabbat, en Hij heeft in de gramschap Zijns toorns den koning en den priester smadelijk verworpen.
|
Jeremia 6:16
|
Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel. Maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen.
Vraagt naar, onderzoekt, de oude paden, wat de profeten geleerd hebben, en wandelt daarin. Maar de mensen verharden hun hart om niet naar de geboden te leven.
Mensen willen de oude paden van hun eigen leraars (uit de tijd na de Bijbel) aanhouden. Maar de Heere leert dat we de oude paden van de profeten en Zijn Woord moeten volgen! |
Jeremia 7:26 | Doch zij hebben naar Mij niet gehoord, noch hun oor geneigd, maar zij hebben hun nek verhard, zij hebben het erger gemaakt dan hun vaderen.
Verhard uw nek niet en leer wat Christus ons leert, niet wat anders. Zo ook niet de zondag in plaats van de sabbat. |
Jeremia 8:4-9
|
4 Zeg wijders tot hen: Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en niet weder opstaan? Zal men afkeren, en niet wederkeren?
Zal men zo ook afkeren van de sabbat? Dan zal men ook weer moeten wederkeren tot de door God geheiligde sabbat.
5 Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren weder te keren.
Er is ook geen zondagsgebod. Houd niet vast aan een menselijke leer maar keer weder tot wat God ons leert in Zijn Woord.
6 Ik heb geluisterd en toegehoord, zij spreken dat niet recht is, er is niemand, die berouw heeft over zijn boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert zich om in zijn loop, gelijk een onbesuisd paard in den strijd.
Zij spreken niet dat recht is en hebben geen berouw. Zo is er ook geen berouw over het ontheiligen van de wekelijkse sabbat. God heeft zijn geheiligde dag niet afgeschaft. Zijn gebod is heilig, rechtvaardig en goed.
7 Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif, en kraan, en zwaluw, nemen den tijd hunner aankomst waar; maar Mijn volk weet het recht des HEEREN niet.
Zelfs de dieren weten hun tijden. Zo dienen de mensen Gods kalender aan te houden en Zijn geheiligde dag te vieren tot Zijn eer.
8 Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons! Ziet, waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden.
Hoe zegt gij dat de wet des Heeren bij u is als gij die niet gehoorzaamt!
9 De wijzen zijn beschaamd, verschrikt en gevangen; ziet, zij hebben des HEEREN woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben?
Het verwerpen van Gods geboden is het verwerpen van het Woord van God! |
Jeremia 10:2 | Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten.
De zondag is een heidense dag ter verering van de zon die ingesteld is door keijzer Constantijn in 321 na Christus vanuit anti Joodse motieven! Leer deze niet tegen Gods Woord in. |
Jeremia 17:20-27 | 20 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, om niet te horen en om de tucht niet aan te nemen.
21 Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en draagt geen last op den sabbatdag, noch brengt in door de poorten van Jeruzalem. 22 Ook zult gijlieden geen last uitvoeren uit uw huizen op den sabbatdag, noch enig werk doen; maar gij zult den sabbatdag heiligen, gelijk als Ik uw vaderen geboden heb. 23 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, om niet te horen, en om de tucht niet aan te nemen. 24 Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk naar Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last door de poorten dezer stad op den sabbatdag inbrengt, en gij den sabbatdag heiligt, dat gij geen werk daarop doet; 25 Zo zullen door de poorten dezer stad ingaan koningen en vorsten, zittende op den troon van David, rijdende op wagenen en op paarden, zij en hun vorsten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem; en deze stad zal bewoond worden in eeuwigheid.
God beloofde dat Jeruzalem voor eeuwig bewoond zou worden als de sabbatdag geheiligd zou blijven.
26 En zij zullen komen uit de steden van Juda, en uit de plaatsen rondom Jeruzalem, en uit het land van Benjamin, en uit de laagte, en van het gebergte, en van het zuiden, aanbrengende brandoffer, en slachtoffer, en spijsoffer, en wierook, en aanbrengende lofoffer, ten huize des HEEREN. 27 Maar indien gij naar Mij niet zult horen, om den sabbatdag te heiligen, en om geen last te dragen als gij op den sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur in haar poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren, en niet worden uitgeblust.
God zou zijn straffen geven als de sabbatdag ontheiligd zou worden. |
Jeremia 19:15
|
Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Zie, Ik zal over deze stad en over al haar steden al het kwaad brengen dat Ik over haar gesproken heb; omdat zij hun nek verhard hebben, om Mijn woorden niet te horen. |
Jeremia 31:31-33
|
31 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken;
32 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de HEERE; 33 Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
Het oude verbond (rechtvaardiging en zegen op gehoorzamen van de wet uit het geloof) hebben de mensen verbroken. God heeft een nieuw verbond gegeven (rechtvaardiging uit genade door Christus gehoorzaamheid aan de wet).
De rechtvaardigmaking en zegen door het onderhouden van de wet uit het geloof is niet meer mogelijk voor de mens (oude verbond), alleen door genade (nieuwe verbond) is rechtvaardigmaking mogelijk.
God zal na het geven van het nieuwe verbond Zijn heilige wet in hun binnenste geven om die te doen uit dankbaarheid! Het uiterlijk onderhouden van de geboden tot rechtvaardigmaking heeft plaatsgemaakt voor het vanuit ons hart onderhouden van dezelfde heilige, onveranderlijke geboden uit dankbaarheid.
De wet zelf is niet afgeschaft of veranderd onder het nieuwe verbond zoals God ons hier en in de hele Bijbel leert. |
Klaagliederen 2:6 | En Hij heeft Zijn hut met geweld afgerukt, als een hof, Hij heeft Zijn vergaderplaats verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten den hoogtijd en den sabbat, en Hij heeft in de gramschap Zijns toorns den koning en den priester smadelijk verworpen.
De Heere heeft Zijn sabbat doen vergeten vanwege de ongehoorzaamheid! |
Klaagliederen 3:40 | Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE.
Onderzoek Gods Woord, ook zijn geboden en laat ons wederkeren tot den Heere en Zijn geboden gehoorzamen! |
Ezechiël 12:2 | Mensenkind, gij woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien en niet zien, oren hebben om te horen en niet horen, want zij zijn een wederspannig huis.
Ogen hebben om te zien en oren hebben om te horen wat God ons ook leert in zijn Woord over de sabbat maar toch blind en doof. |
Ezechiël 18:19 | Maar gijlieden zegt: Waarom? Draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon die recht en gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhouden en die gedaan heeft, gewisselijk leven. |
Ezechiël 18:21 | Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven. |
Ezechiël 20:12 | Daartoe ook gaf Ik hun Mijn sabbatten, om een teken te zijn tussen Mij en tussen hen, opdat zij zouden weten dat Ik de HEERE ben, Die hen heilig.
Het vieren van de door God ingestelde heilige sabbat is een teken tussen God en Zijn volk. |
Ezechiël 20:13 | Maar het huis Israëls werd wederspannig tegen Mij in de woestijn; zij wandelden in Mijn inzettingen niet, en verwierpen Mijn rechten; dewelke, zo ze een mens doet, zal hij door dezelve leven; en zij ontheiligden Mijn sabbatten zeer, dat Ik zeide Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen in de woestijn, om hen te verdoen. |
Ezechiël 20:16-21 | 16 Daarom dat zij Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden na.
17 Doch Mijn oog verschoonde hen, dat Ik hen niet verdierf, en geen voleinding met hen maakte in de woestijn. 18 Maar Ik zeide tot hun kinderen in de woestijn: Wandelt niet in de inzettingen uwer vaderen, en onderhoudt hun rechten niet, en verontreinigt u niet met hun drekgoden.
Ook de inzettingen van onze (bekeerde) vaderen zijn niet heilig. Gods wil is heilig.
19 Ik ben de HEERE, uw God, wandelt in Mijn inzettingen, en onderhoudt Mijn rechten, en doet dezelve. 20 En heiligt Mijn sabbatten, en zij zullen tot een teken zijn tussen Mij en tussen ulieden, opdat gij weet, dat Ik, de HEERE, uw God ben.
Het onderhouden van de door God geheiligde sabbatten is een teken tussen God en Zijn volk. Nergens in de Bijbel staat dat het houden van de zondag een teken is tussen de Heere en Zijn volk.
21 Maar die kinderen waren ook wederspannig tegen Mij; zij wandelden niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet waar om die te doen; dewelke, zo ze een mens doet, zal hij door dezelve leven; zij ontheiligden Mijn sabbatten, dat Ik zeide Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in de woestijn. |
Ezechiël 20:24 | Omdat zij Mijn rechten niet gedaan hadden, maar Mijn inzettingen verworpen en Mijn sabbatten ontheiligd hadden, en hun ogen achter de drekgoden hunner vaderen waren. |
Ezechiël 22:8 | Mijn heilige dingen hebt gij veracht, en Mijn sabbatten hebt gij ontheiligd. |
Ezechiël 22:26 | Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd.
Zo maakt de kerk met de zondag ook geen onderscheid tussen het heilige (de door God geheiligde sabbat) en het onheilige (de zondag). |
Ezechiël 23:38 | Nog hebben zij Mij dit gedaan: zij hebben Mijn heiligdom ten zelven dage verontreinigd en Mijn sabbatten ontheiligd. |
Ezechiël 36:27 | En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen en Mijn rechten zult bewaren en doen.
Gods inzettingen zijn ook Gods feesten. Wat God geboden heeft kan een mens niet aanpassen. De mens dient deze volgens Zijn Goddelijke opdracht te bewaren en te gehoorzamen. |
Ezechiël 44:24 | En over een twistzaak zullen zij staan om te richten; naar Mijn rechten zullen zij haar richten; en zij zullen Mijn wetten en Mijn inzettingen op al Mijn gezette hoogtijden houden en Mijn sabbatten heiligen. |
Ezechiël 45:17 | En het zal den vorst opliggen te offeren de brandoffers en het spijsoffer en het drankoffer, op de feesten en op de nieuwe maanden en op de sabbatten, op alle gezette hoogtijden van het huis Israëls; hij zal het zondoffer en het spijsoffer en het brandoffer en de dankoffers doen, om verzoening te doen voor het huis Israëls. |
Ezechiël 46:1 | ALZO zegt de Heere HEERE: De poort van het binnenste voorhof die naar het oosten ziet, zal de zes werkdagen gesloten zijn, maar op den sabbatdag zal ze geopend worden; ook zal ze geopend worden op den dag van de nieuwe maand. |
Ezechiël 46:3 | Ook zal het volk des lands aanbidden voor de deur derzelver poort, op de sabbatten en op de nieuwe maanden, voor het aangezicht des HEEREN. |
Ezechiël 46:4 | Het brandoffer nu dat de vorst den HEERE zal offeren, zal op den sabbatdag zijn zes volkomen lammeren en een volkomen ram; |
Ezechiël 46:12 | En als de vorst een vrijwillig offer zal doen, een brandoffer of dankoffers tot een vrijwillig offer den HEERE, zo zal men hem de poort openen die naar het oosten ziet; en hij zal zijn brandoffer en zijn dankoffers doen, gelijk als hij zal gedaan hebben op den sabbatdag; en als hij weder uitgaat, zal men de poort sluiten, nadat hij uitgegaan zal zijn. |
Daniël 7:25 | En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.
De tijden en de wet zijn veranderd door mensen wat Daniel al profeteerde.
De door God ingestelde dagen beginnen met de avond als de zon ondergaat en eindigt met zonsondergang. De mensen zijn er zo aan gewend dat de dagen om 24:00 ’s nachts beginnen dat zij niet eens opmerken dat Gods dagen niet om 24:00 beginnen! God heeft zijn dag-indeling echter nooit veranderd!
Genesis 1:5 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
Lukas 24:29 En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven.
Leviticus 23:32: Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negende der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.
De door God ingestelde geheiligde dag (tijd) is de sabbat zoals deze in Zijn wet staat beschreven. Veel mensen hebben van onze vaderen af (na de Bijbel) de zondag gehouden onder dwang, velen bleven de sabbat heiligen die daar zelfs om werden vermoord. God heeft echter Zijn geheiligde sabbat in de Bijbel niet veranderd! |
Daniël 9:10
|
En wij hebben de stem des HEEREN onzes Gods niet gehoorzaamd, dat wij in Zijn wetten wandelen zouden, die Hij gegeven heeft voor onze aangezichten, door de hand Zijner knechten, de profeten. |
Daniël 9:13
|
Gelijk als in de wet van Mozes geschreven is, alzo is al dat kwaad over ons gekomen; en wij smeekten het aangezicht des HEEREN onzes Gods niet, afkerende van onze ongerechtigheden en verstandiglijk acht gevende op Uw waarheid. |
Hoséa 2:10 | En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.
Vanwege hun zonden zal God de uiterlijke godsdienst wegnemen met de vreugde en troost daarvan totdat zij zich zullen bekeren. Dan zullen zij zich weer mogen verblijden met Gods in gestelde feesten, nieuwe maanden en sabbatten, zie ook Jesaja 66:22-23. |
Hoséa 4:6 | 6 Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl gij de kennis verworpen hebt, heb Ik u ook verworpen, dat gij Mij het priesterambt niet zult bedienen; dewijl gij de wet uws Gods vergeten hebt, zal Ik ook uw kinderen vergeten.
Door het ontbreken van kennis van Gods Woord heeft men Gods wet vergeten. |
Hoséa 8:12 | Ik schrijf hem de voortreffelijkheden Mijner wet voor, maar die zijn geacht als wat vreemds.
Zoals Efraïm de voortreffelijke wet niet wilde houden willen velen ook Gods voortreffelijke wet niet houden met het sabbatsgebod. Zij zien het sabbatsgebod ook als wat vreemds en volgen de kerkwet met de zondag. |
Hoséa 14:10 | Want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen.
Gods Woord is niet onduidelijk maar recht en zuiver, het (sabbats)gebod heilig, rechtvaardig en goed. |
Amos 8:5 | Zeggende: Wanneer zal de nieuwe maan overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen? En de sabbat, dat wij koren mogen openen? Verkleinende de efa, en den sikkel vergrotende, en verkeerdelijk handelende met bedrieglijke weegschalen; |
Micha 4:2
|
En vele heidenen zullen heengaan en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
De heilige onveranderde wet, in het Hebreeuws: תורה = Thora, zal ook voor de heidenen uitgaan, verkondigd worden in de toekomst na Micha, na het oude testament voor Jood en heiden. Er zal geen zondagswet uitgaan! |
Zacharia 1:-6 | 3 Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Keert weder tot Mij, spreekt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik weder tot ulieden keren, zegt de HEERE der heirscharen.
4 Weest niet als uw vaderen, tot dewelke de vorige profeten riepen, zeggende: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Bekeert u toch van uw boze wegen, en uw boze handelingen; maar zij hoorden niet, en zij luisterden niet naar Mij, spreekt de HEERE. 5 Uw vaderen, waar zijn die? En de profeten, zullen zij in eeuwigheid leven? 6 Nochtans Mijn woorden en Mijn inzettingen, die Ik Mijn knechten, den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders niet getroffen? zodat zij wederkerende zeiden: Gelijk als de HEERE der heirscharen gedacht heeft ons te doen, naar onze wegen en naar onze handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan. |
Zacharia 7:12 | En zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij niet hoorden de wet en de woorden die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten, waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE der heirscharen.
Door de wet niet te willen horen zoals God ons deze leert door middel van Zijn profeten (het gaat ook hier niet over onze voorvaderen of dominees) wordt het hart verhard als een diamant. |
Maleachi 2:8-10 | 8 Maar gij zijt van den weg afgeweken, gij hebt er velen doen struikelen in de wet, gij hebt het verbond met Levi verdorven, zegt de HEERE der heirscharen.
9 Daarom heb Ik ook u verachtelijk en onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht aanneemt in de wet. 10 Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom handelen wij dan trouwelooslijk de een tegen den ander, ontheiligende het verbond onzer vaderen? |
Maleachi 3:6-7 | 6 Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs! niet verteerd. 7 Van uwer vaderen dagen af zijt gij afgeweken van Mijn inzettingen, en hebt ze niet bewaard; keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen; maar gij zegt: Waarin zullen wij wederkeren?
Keer weder tot Hem naar Zijn inzettingen. De mensen leren tegen Gods Woord in dat God wel veranderlijk is door de sabbat te ontheiligen en de zondag hiervoor in de plaatst te stellen wat tegen Gods Woord en Jezus’ leer is. Vervolgens zeggen de sabbatschenders: Waarin zullen wij wederkeren? |
24
25 Nieuwe Testament over de sabbat en eerste dag der week
Nieuwe testament: | |
Bijbelteksten
▼ |
In deze kolom staan verwijzingen naar de door God geheiligde 7e dag, de sabbat, Zijn heilige wet en Zijn wil. Niet alle teksten met betrekking tot de sabbat, wet of Gods geboden en Zijn wil zijn vermeld. Lees en herlees de Bijbel en houdt de Bijbel aan als de enigste betrouwbare bron.
▼ |
Matthéüs 5:17-19 | 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen.
Christus leert dat de wet, in het Hebreeuws: תורה = Thora! (en in vers 19 nog krachtiger dat de geboden van de wet) niet ontbonden, niet aangepast zullen worden maar dat Hij ze vervuld (volkomen onderhouden) heeft om de straf op onze wetsovertreding weg te nemen. Zijn geboden blijven geheel onveranderd zoals Christus leert.
Veel kerken leren tegen Christus woorden in dat het sabbatsgebod wel ontbonden is, in deels ceremonieel (wat heen zou wijzen naar Jezus) en deels zedelijk (blijvend). Gods Woord leert dit nergens. De 7e dag, de sabbat, was er al voor de zondeval zodat er van een ceremonieel deel niet eens sprake is. Bovenal mag geen enkel gebod volgens Christus woorden ontbonden worden:
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
De hemel en de aarde zouden eerder voorbijgaan dan dat de kleinste letters van de Wet, de Thora, zullen wijzigen. Zijn sabbatten worden zelfs in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde gevierd, zie Jesaja 66:22-23 !
19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
De wet blijft onveranderd zelfs nadat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde is gemaakt. Hoe vaak dient dit gezegd te zijn door Christus voordat Zijn woorden geloofd worden? Eén keer, twee keer (zie ook Lu 16:17) of…? Na één keer moeten we Zijn woorden al geloven!
De door God geheiligde sabbat en Mattheus 5:17-19 + Lukas 16:17 en de Bijbel zijn geheel in overeenstemming met elkaar.
Er wordt helaas gezegd dat Christus met de Wet een leer bedoeld die niet letterlijk gelezen dient te worden als het doel maar goed is. Uiteraard is dit een leugen. Al Gods heilige wetten moeten we letterlijk gehoorzamen. Christus leert in vers 19 dat niet alleen van de Wet maar ter benadrukking ook van de kleinste afzonderlijke geboden niets ontbonden zal en mag worden, geen kleinste deel van een letter. Zo kan en mag de door God geheiligde sabbat niet ontbonden worden. Christus zegt dat zelfs de kleinste letter van de minste geboden niet aangepast mag worden.
God verheerlijken op een doordeweekse dag is zeker goed maar dit kan niet samengaan met het ontheiligen van de door God geheiligde sabbat. Ook niet wekelijks omdat het vierde gebod gebiedt om ook 6 dagen te werken (al ons werk doen).
De zondag en Mattheus 5:17-19 + Lukas 16:17 zijn geheel in tegenspraak met elkaar. |
Matthéüs 5:20 | Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij dan der schriftgeleerden en der farizeeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.
Christus leert dat bij het geloof het strikt leven naar de wet nodig is. Er mag niets van de Thora, en 10 geboden anders worden geleerd, zie vers 19. |
Matthéüs 5:43-44 | 43 Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten 44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent hen die u vervloeken; doet wel dengenen die u haten; en bidt voor degenen die u geweld doen en die u vervolgen;
De Schriftgeleerden en Farizeeën ontbonden het zesde gebod (gij zult niet doodslaan, we dienen juist elkaar lief te hebben) in: – naaste liefhebben – vijanden haten
Christus leert dat geen enkel gebod ontbonden mag worden in vers 18 en 19. Ook het 4e gebod (gedenk de sabbatdag) mag niet ontbonden worden. |
Matthéüs 7:21-24
|
21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
De wil des Vaders is ook het heiligen van Zijn geheiligde sabbat!
22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? 23 En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! 24 Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft.
Er staat horen en doen, God heeft Zijn wil, niet veranderd. |
Matthéüs 7:26 | 26 En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft; |
Matthéüs 10:24-25 | 24 De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.
25 Het zij den discipel genoeg dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beëlzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!
Volgelingen van Christus, ook dominees, mogen zich niet boven Zijn leer stellen maar moeten zich richten naar wat Hij ons leert. Christus leert onder andere Zijn heilige geboden te houden, ook de sabbat. |
Matthéüs 12:1-12
|
1 In dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken, en te eten.
2 En de Farizeen, dat ziende, zeiden tot Hem: Zie, Uw discipelen doen, wat niet geoorloofd is te doen op den sabbat. 3 Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem waren? 4 Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun, die met hem waren, maar den priesteren alleen. 5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn? 6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is. 7 Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet v van Christus eroordeeld hebben. 8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.
Jezus is een Heere, ook van de sabbat. Hij heeft zeggenschap over de sabbat en leert hier hoe de sabbat gehouden dient te worden naar Gods Woord en niet naar alle door de Joden gemaakte eigen regels. God en Jezus hebben de zevende dag geheiligd bij de schepping. Hij heeft deze niet afgeschaft. Hij is nog steeds Heere, ook van de sabbat.
9 En van daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge. 10 En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem mochten beschuldigen). 11 En Hij zeide tot hen: Wat mens zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? 12 Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen.
Christus leert dat het wel geoorloofd is om goed te doen voor de medemens tegen wat de Joden toen leerden met hun eigen regels. Hij schaft de sabbat niet af maar leert dat de sabbat er is voor de mens en niet de mens voor de sabbat. De mens is er niet om allerlei eigen regels voor de sabbat te maken. |
Matthéüs 12:5
|
Of hebt gij niet gelezen in de Wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn?
Christus leert dat het werk in Gods huis op de sabbatdagen geoorloofd is. |
Matthéüs 12:8 | 8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. |
Matthéüs 13:14-16
|
14 En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
Elke zondag wordt de wet gelezen met het gebod om de door God geheiligde sabbat te heiligen en niet de zondag. Echter zegt Jezus hier al dat de horenden doof zijn en de zienden het niet opmerken.
15 Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze.
Niet willen horen en niet willen zien! Zij willen zich niet bekeren van hun dwaling.
16 Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen. |
Matthéüs 15:3 | Maar Hij antwoordende zeide tot hen: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods door uw inzetting?
De Farizeeën stelden hun inzettingen en overleveringen boven Gods Woord. Gods heilige sabbat wordt ook in onze tijd overtreden door de oude menselijke inzetting van de zondag. Alleen Gods Woord heeft gezag, geen tradities of oude inzettingen. |
Matthéüs 15:6-9
|
6 En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting.
Door de zondag te leren tegen Gods Woord in wordt het vierde gebod, het sabbatsgebod krachteloos gemaakt!
7 Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: 8 Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; 9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.
De eerste dag van de week, de zondag, is niet door God geheiligd. Het houden van de zondag is een gebod van mensen waarmee zij tevergeefs God willen dienen. God heeft de sabbat geheiligd en wil gediend worden door het onderhouden van al Zijn heilige geboden. |
Matthéüs 17:5b | Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!
Luistert naar Hem, naar Christus. Hij leert Zijn discipelen maar ook onze voorgangers: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. |
Matthéüs 19:17 | En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Eén, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden.
Christus wil de jongeling leren dat het onderhouden van de geboden niet mogelijk is en dat het eeuwige leven alleen uit genade door het geloof verkregen kan worden. Christus heeft de geboden of een enkele gebod niet afgeschaft of gewijzigd zoals Hij ons heeft geleerd. |
Matthéüs 22:37 | 37 En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.
38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Christus leert dat de wet aan deze twee geboden hangt (God liefhebben en onze naaste liefhebben). Als zegt God lief te hebben dan wilt u al Zijn heilige geboden houden. Lees 1 Johannes 2:3 en verder. Christus leert ons geen verandering maar bevestigt ook hier de wet. |
Matthéüs 23:23
|
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere niet nalaten.
Christus vermaant de Schriftgeleerden en Farizeeën dat ze het hele wet moeten houden met geloof. Christus heeft niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft zou worden. |
Matthéüs 24:20 | Doch bidt dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
‘s Winters zou het leed zwaarder zijn. Als men op de sabbat moest vluchten dan zou Gods dag worden ontheiligd. Volgens Jezus zou de door God geheiligde sabbat dan nog gehouden worden. Zelfs nog in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Er zou geen kleinste letter van de wet voorbijgaan. Op de sabbat was het volgens de Joodse regels ook niet geoorloofd goederen te dragen.
Jezus zegt dit niet omdat op de sabbat de poorten gesloten zouden zijn. De poorten waren op de sabbat open volgens Jeremia 17:21-28 zie boven. Nehemia sloot de poorten bij uitzondering om de handel op de door God geheiligde sabbat stil te leggen. |
Matthéüs 24:35 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Als geleerd wordt dat Zijn heilige sabbat wel gewijzigd is naar de zondag maken we Jezus tot een leugenaar want Hij heeft gezegd dat Zijn woorden geenzins voorbij zullen gaan. |
Matthéüs 26:59 | En de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis tegen Jezus, opdat zij Hem doden mochten; en vonden niet.
Jezus heeft niet geleerd dat de sabbat afgeschaft zou zijn of worden. Anders hadden de Joden hem zeker om die reden kunnen doden. Wat Jezus ons niet heeft geleerd mogen de mensen niet leren. Wij dienen te onderhouden alles wat Hij ons geboden heeft zoals Hij ons opdracht geeft in de Bijbel. Wat de mensen leren over de zondag in plaats van de sabbat, of dat zij sabbat vieren op de zondag (wat niet kan, de 7e dag is niet de 1e dag), zijn mensengeboden die Jezus leer en leven tegenspreken. |
Matthéüs 28:1 | EN laat na den sabbat, als het begon te lichten tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdaléna en de andere Maria, om het graf te bezien.
Dit is de eerste vermelding van: eerste dag der week (na Zijn opstanding). Dit betreft de eerste dag van de week na de opstanding.
Nog 5 vermeldingen over de eerste dag der week gaan over dezelfde 1e dag na zijn opstanding en niet over andere eerste dagen!
Zie ook Markus 16:1.
Sabbat = zevende dag Zondag = eerste dag
Zoals hierboven in de tekst staat is de dag na de zevende dag (sabbat) de eerste dag, tegenwoordig zondag.
Er zijn in de Bijbel totaal 6 vermeldingen van gebeurtenissen op en 5 verschijningen van Jezus op dezelfde eerste dag der week na Zijn opstanding. Zoals de Bijbel leert waren zij op die dag bij elkaar vanwege Gods opdracht om jaarlijks op deze dag samen te komen, zie Leviticus 23:6-12.
De verschijningen van Jezus op dezelfde eerste dag der week na Zijn opstanding aan: 1 Maria Magdalena, Johannes 20:15 2 Vrouwen op weg naar Jeruzalem, Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, Mattheüs 28:9 3 Petrus, Lukas 24:34 4 Emmausgangers, Lukas 24:31 5 Discipelen, Joh 20:19
Zij wisten op deze dag nog niet eens dat Jezus opgestaan was. Er staat ook hier niets over een heiliging van deze eerste dag als wekelijkse rustdag.
Er wordt beweerd dat Jezus diverse keren op een eerste dag der week is verschenen. Jezus is echter diverse keren op dezelfde 1e eerste dag der week verschenen na zijn opstanding, namelijk 5 keer. 5 keer op dezelfde dag is niet gelijk aan 5 keer op een eerste dag der week.
Al zou Jezus op verschillende eerste dagen zijn verschenen dan nog staat er geen wijziging van Gods sabbatsgebod.
Het is inlegkunde van de kerk om te leren dan Jezus op diverse eerste dagen van de week is verschenen EN dat dit een zondagsgebod leert.
De week daarna was op de tweede dag der week (na acht dagen, niet op den achtste dag). Zie Johannes 20:26 En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!
Na Zijn sterven vergaderde Jezus met Zijn discipelen: op donderdag, de Hemelvaartsdag, Handelingen 1:4
Verder verscheen Jezus: op maandag (na 8 dagen), Johannes 20:26 door de week tijdens het vissen, Johannes 21:4
Er is één 1e dag dat Jezus verschenen is, 5x op dezelfde dag. De overige verschijningen waren op andere dagen!
Zie ook hoofdstuk 21.15 over Jezus verschijningen.
Er staat niet in de Bijbel dat de verschijning op de eerste dag der week de door God geheiligde sabbat heeft afgeschaft. Dit hebben de mensen geleerd en keizer Constantijn heeft in 321 na Christus de zondagsviering verplicht gesteld. Er staat ook niet dat de zondag in de plaats is gekomen voor de door God geheiligde sabbat. Zoals ook niet in de Bijbel staat dat de hemelvaart (die op donderdag plaatsvond), de door God geheiligde sabbat heeft afgeschaft en de donderdag daar voor in de plaats zou zijn gekomen. |
|
Matthéüs 28:19 | Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
Na Zijn opstanding, vlak voor de hemelvaart van Christus leert Hij ons te onderhouden alles wat Christus geboden heeft! God en dus ook Jezus heeft ons geboden de door Hem geheiligde sabbat te heiligen wat Jezus ook in Zijn leven heeft gedaan. Christus heeft niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is. |
|
Markus 1:21 | En zij kwamen binnen Kapérnaüm; en terstond op den sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, leerde Hij. | |
Markus 2:23-28 | 23 En het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen begonnen, al gaande, aren te plukken.
24 En de Farizeen zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op den sabbatdag, wat niet geoorloofd is? 25 En Hij zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen, wat David gedaan heeft, als hij nood had, en hem hongerde, en dengenen, die met hem waren? 26 Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van Abjathar, den hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren, en ook gegeven heeft dengenen, die met hem waren? 27 En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat.
Christus zegt zelf dat de door God geheiligde sabbat voor de mens is gemaakt, Jood en heiden. De door God geheiligde zevende dag werd ingesteld bij de schepping voordat er sprake was van Joden. Er is geen onderscheid in de sabbat voor de Joden en de heidense rustdag. Er bestaat geen Joodse sabbat, alleen de door God geheiligde sabbat. De heidenen hielden ook ELKEN sabbat, zie Handelingen 13:27. Zie ook hoofdstuk 20.
28 Zo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van den sabbat. Hij is Heere, ook van de sabbat. Jezus heeft de sabbat zelf gegeven, Hij heeft deze bij de schepping zelf geheiligd, Hij heiligde deze in Zijn leven, Hij beschermde deze, er zal geen kleinste letter van voorbijgaan. Jezus schaft de sabbat niet af. Of geloven we Christus woorden niet en spreken we Hem voluit tegen door de zondag te leren tegen Zijn Woord in?
Romeinen 11:36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
Als we Christus voorbeeld moeten volgen volgens 1 Johannes 2:1-6 dan moeten wij dit ook hierin doen en Hem niet tegenspreken, zie ook Mt 5:17-19 en Lu 16:17. |
|
Markus 3:2-4 | 2 En zij namen Hem waar, of Hij op den sabbat hem genezen zou, opdat zij Hem beschuldigen mochten.
3 En Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta op in het midden. 4 En Hij zeide tot hen: Is het geoorloofd op sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te doden? En zij zwegen stil.
Jezus leert dat het geoorloofd is om op de door God geheiligde sabbat goed te doen. Hij leert niet dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is. |
|
Markus 6:2 | En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen die Hem hoorden, ontzetten zich, zeggende: Vanwaar komen Dezen deze dingen? En wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden? | |
Markus 7:1-16
|
1 En tot Hem vergaderden de Farizeeën, en sommigen der Schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren;
2 En ziende, dat sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is, met ongewassen handen brood aten, berispten zij hen. 3 Want de Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij dat zij eerst de handen dikmaals wassen, houdende de inzettingen der ouden. 4 En van de markt komende, eten zij niet, tenzij dat zij eerst gewassen zijn. En vele andere dingen zijn er, die zij aangenomen hebben te houden, als namelijk de wassingen der drinkbekers, en kannen, en koperen vaten, en bedden. 5 Daarna vraagden Hem de Farizeeën en de Schriftgeleerden: Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het brood met ongewassen handen? 6 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij. 7 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen; 8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele.
Zoals de Joden hun eigen aanvullingen op de wet hadden zo is het houden van de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat een eigen gebod! Het Goddelijke gebod, de heiliging van de sabbat, wordt nagelaten, de door God geheiligde sabbat wordt ontheiligd.
9 En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden.
Het gebod Gods wordt door de menselijke inzettingen teniet gedaan! Het sabbatsgebod is een Goddelijk gebod. Er is geen zondagsgebod ! Er is ook geen afschaffing van het sabbatsgebod. Door het mensengebod van de zondag wordt Gods gebod van de sabbat te niet gedaan.
10 Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder; en: wie vader of moeder vloekt, die zal den dood sterven. 11 Maar gijlieden zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: Het is korban (dat is te zeggen, een gave), zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen, die voldoet. 12 En gij laat hem niet meer toe, iets aan zijn vader of zijn moeder te doen;
13 Makende alzo Gods woord krachteloos door uw inzetting, die gij ingezet hebt; en vele dergelijke dingen doet gij.
Menselijke instellingen, zoals onder anders ook de instelling van de zondag door mensen, maken Gods Woord krachteloos. De ontheiliging van de sabbat wordt niet meer als ontheiliging gezien omdat de instelling van de mensen (het zondagsgebod) Gods instelling van de sabbat krachteloos maakt.
14 En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide Hij tot hen: Hoort Mij allen en verstaat. 15 Er is niets van buiten den mens in hem ingaande, hetwelk hem kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen. 16 Zo iemand oren heeft om te horen, die hore. |
|
Markus 12:30-31 | 30 En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
Liefhebben is Zijn geboden houden uit dankbaarheid zoals Hij deze gehouden heeft en waar Hij ons opdracht toe geeft: Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
31 En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze.
Uw naaste liefhebben is hem/haar ook vanuit Gods Woord onderwijzen. |
|
Markus 14:55 | En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet.
Zie voor toelichting Mattheüs 26:59 |
|
Markus 16:1-2 | Dit is de tweede vermelding van eerste dag der week. Dit is dezelfde eerste dag als in Mt 28:1 EN als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdaléna en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden. 2 En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
Zie ook Matthéüs 28:1. De vrouwen heiligden de sabbat en gingen na de sabbat naar het graf.
De vrouwen heiligden de sabbatten (zowel de wekelijkse als de jaarlijkse). Zij heiligden de eerste dag, de zondag, niet. Zij wisten nog niet eens dat Jezus opgestaan was. Er staat ook hier niets over een heiliging van de eerste dag. |
|
Markus 16:9 | Dit is de 3e vermelding van eerste dag der week. Dit is dezelfde eerste dag als in Mt 28:1.
Er staat ook hier niets over een heiliging van de eerste dag. De opstanding heeft niet stilzwijgend de geheiligde sabbat afgeschaft zoals ook de hemelvaart dit niet heeft gedaan. Maria heiligde de sabbat door de dag daarna naar het graf te gaan. Zij heiligde de zondag niet. |
|
Lukas 4:4 | En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.
Gods woorden zijn ons in de Bijbel gegeven. De Bijbel leert ons de door God geheiligde sabbat te heiligen. |
|
Lukas 4:16 | En Hij kwam te Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge, en stond op om te lezen.
Jezus maakte hier op de sabbat voor het eerst bekend dat Hij de Messias was waar de profeten over schrijven. Hij vierde de door God geheiligde sabbat zoals altijd. |
|
Lukas 4:31-33
|
31 En Hij kwam af te Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatdagen.
32 En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht. 33 En in de synagoge was een mens, hebbende een geest eens onreinen duivels; en hij riep uit met grote stemme,
Jezus vierde en leerde op de door God geheiligde sabbat in de synagoge. |
|
Lukas 6:1-9 | 1 En het geschiedde op den tweeden eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten aren, en aten ze, die wrijvende met de handen.
2 En sommigen der Farizeen zeiden tot hen: Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op de sabbatten? 3 En Jezus, hun antwoordende, zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed, wanneer hem hongerde, en dengenen, die met hem waren? 4 Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, en de toonbroden genomen en gegeten heeft, en ook gegeven dengenen, die met hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten, dan alleen den priesteren.
5 En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.
6 En het geschiedde ook op een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor. 7 En de Schriftgeleerden en de Farizeen namen Hem waar, of Hij op den sabbat genezen zou; opdat zij enige beschuldiging tegen Hem mochten vinden. 8 Doch Hij kende hun gedachten, en zeide tot den mens, die de dorre hand had: Rijs op, en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond overeind. 9 Zo zeide dan Jezus tot hen: Ik zal u vragen: Wat is geoorloofd op de sabbatten, goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te verderven?
Jezus leert welke werken geoorloofd waren op de sabbat, Hij leert niet dat de door God geheiligde sabbat niet meer gehouden wordt, veranderd is of veranderen zal zoals Hij bevestigd in onder andere Mattheus 5:17-19 maar juist dat deze blijft. |
|
Lukas 6:46-49 | 46 En wat noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg?
Wat zegt en vraagt Jezus? Gedenkt den sabbatdag dat gij dien heiligt….! De mensen kunnen roemen in God en toch niet doen wat Hij vraagt namelijk onder andere het heiligen van de door God geheiligde sabbat. Wie roemt in God doet hetgeen Hij zegt.
47 Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is.
Er staat: Die Mijn woorden hoort, en doet, die zijn verstandig volgens vers 48. Die Zijn woorden hoort en verdraait, die zijn onverstandig volgens vers 49.
48 Hij is gelijk een mens, die een huis bouwde, en groef, en verdiepte, en leide het fondament op een steenrots; als nu de hoge vloed kwam, zo sloeg de waterstroom tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was op de steenrots gegrond. 49 Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk een mens, die een huis bouwde op de aarde zonder fondament; tegen hetwelk de waterstroom aansloeg, en het viel terstond, en de val van datzelve huis was groot.
Die Zijn woorden hoort en doet is gelijk een wijze bouwer. Maar die ze hoort en niet doet is gelijk een dwaze bouwer. |
|
Lukas 8:21 | Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die Gods Woord horen en datzelve doen. | |
Lukas 11:28 | Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren.
Er staat: horen en bewaren! Er staat niet: horen en aanpassen! |
|
Lukas 12:47 | En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden. | |
Lukas 13:10 | En Hij leerde op den sabbat in een der synagogen. | |
Lukas 13:14-16 | 14 En de overste der synagoge, kwalijk nemende dat Jezus op den sabbat genezen had, antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen in welke men moet werken; komt dan in dezelve en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats.
15 De Heere dan antwoordde hem en zeide: Gij geveinsde, maakt niet een iegelijk van u op den sabbat zijn os of ezel van de kribbe los, en leidt hem heen om te doen drinken? 16 In deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, zie, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band op den dag des sabbats? |
|
Lukas 14:1-5 | 1 En het geschiedde, als Hij gekomen was in het huis van een der oversten der Farizeen, op den sabbat, om brood te eten, dat zij Hem waarnamen.
2 En ziet, er was een zeker waterzuchtig mens voor Hem. 3 En Jezus, antwoordende, zeide tot de wetgeleerden en Farizeen, en sprak: Is het ook geoorloofd op den sabbat gezond te maken? 4 Maar zij zwegen stil. En Hij nam hem, en genas hem, en liet hem gaan. 5 En Hij, hun antwoordende, zeide: Wiens ezel of os van ulieden zal in een put vallen, en die hem niet terstond zal uittrekken op den dag des sabbats? |
|
Lukas 14:26
|
Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder, en vrouw en kinderen, en broeders en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.
Haten is hier: minder belangrijk vinden.
Wij moeten Christus lief hebben, zijn geboden gehoorzamen inclusief het sabbatsgebod, boven onze familie, kerkelijke leer of kerkwet en zelfs boven ons eigen leven. Wie dit niet wil kan Zijn discipel niet zijn. |
|
Lukas 16:16 | 16 De wet en de profeten zijn tot op Johannes; van dien tijd af wordt het Koninkrijk Gods verkondigd, en een iegelijk doet geweld op hetzelve.
Waar de profeten en de ceremoniële wet naar wezen is in de tijd van Johannes vervuld. De tien geboden gelden ook nog in het Nieuwe Testament, het profetisch woord is zeer vast, maar de wet en de profeten worden geweld aangedaan. De woorden van de profeten in het Oude Testament worden veracht, de wet wordt verdraaid, de sabbat, de zevende dag wordt ontheiligd! |
|
Lukas 16:17 | En het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle.
Christus leert: Er is niets van de wet veranderd.
Veel mensen leren: Het vierde gebod van de 10 geboden van de wet is wel veranderd, de sabbat is afgeschaft, de zondag is ingesteld. Dan maakt men Christus tot een leugenaar.
God en Christus kunnen niet liegen, de mens is de leugenaar die de zondag leert in plaats van de sabbat, de 7e dag zoals Gods Woord zelf leert in 1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
In de tijd van Johannes was er nog geen zondagsgebod ingesteld door de mens. |
|
Lukas 16:29 | Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de Profeten; dat zij die horen.
30 En hij zeide: Neen, vader Abraham; maar zo iemand van de doden tot hen heenging, zij zouden zich bekeren. 31 Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de Profeten niet horen, zo zullen zij ook, al ware het dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
Jezus leert dat de Wet, de Thora die Mozes geschreven heeft en de Profeten gelezen en geleerd dienen te worden en dat de mensen daarnaar moeten horen en doen. De wet en de profeten leren ons dat de door God geheiligde sabbat de door God geheiligde dag is. Jezus leert NIET dat de Wet en de Profeten afgeschaft of veranderd zijn! |
|
Lukas 21:33 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Degenen die de zondag leren beweren dat Gods Woorden wel veranderd zijn. Zij maken God en Christus tot een leugenaar en zij zijn nog trots op hun zondagsgebod ook. |
|
Lukas 23:54 | En het was de dag der voorbereiding, en de sabbat kwam aan. | |
Lukas 23:56 | En wedergekeerd zijnde, bereidden zij specerijen en zalven; en op den sabbat rustten zij naar het gebod. | |
Lukas 24:1 | Dit is de 4e vermelding van eerste dag der week. Dit is dezelfde eerste dag als in Mt 28:1
EN op den eersten dag der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen die zij bereid hadden, en sommigen met haar.
Er staat ook hier niets over een heiliging van de eerste dag. De vrouwen heiligden juist de sabbat en gingen na de sabbat naar het graf met de specerijen. |
|
Lukas 24:13-36
|
13 En zie, twee van hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig stadiën van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus;
Denzelfden dag, dit is de 1e eerste dag van de week na zijn opstanding.
14 En zij spraken samen onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd waren. 15 En het geschiedde, terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden, dat Jezus Zelf bij hen kwam, en met hen ging. 16 En hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden. 17 En Hij zeide tot hen: Wat redenen zijn dit, die gij, wandelende, onder elkander verhandelt, en waarom ziet gij droevig? 18 En de een, wiens naam was Kleopas, antwoordende, zeide tot Hem: Zijt Gij alleen een vreemdeling te Jeruzalem, en weet niet de dingen, die dezer dagen daarin geschied zijn? 19 En Hij zeide tot hen: Welke? En zij zeiden tot Hem: De dingen aangaande Jezus den Nazarener, Welke een Profeet was, krachtig in werken en woorden, voor God en al het volk. 20 En hoe onze overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd hebben. 21 En wij hoopten, dat Hij was Degene, Die Israel verlossen zou. Doch ook, benevens dit alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied zijn. 22 Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn; 23 En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen, dat Hij leeft. 24 En sommigen dergenen, die met ons zijn, gingen heen tot het graf, en bevonden het alzo, gelijk ook de vrouwen gezegd hadden; maar Hem zagen zij niet. 25 En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben!
Wij dienen alles te geloven wat de profeten gesproken hebben. De profeten en Christus hebben ook altijd de door God geheiligde sabbat geheiligd en geleerd.
26 Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? 27 En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was. 28 En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder gaan zou. 29 En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven.
De dag is gedaald als de zon over het hoogste punt van de dag is.
30 En het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had, gaf Hij het hun. 31 En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht. 32 En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende? 33 En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren;
Zij waren niet daar omdat zij de eerste dag van de week heiligden in plaats van de sabbat. Zij geloofden namelijk nog niet dat Christus was opgestaan. Zij waren vergaderd op die dag vanwege het feest der eerstelingen op die dag.
34 Welke zeiden: De Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien. 35 En zij vertelden, hetgeen op den weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods. 36 En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! |
|
Lukas 24:44 | En Hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen.
Christus heeft de wet vervuld, dat is: volmaakt gehouden wat wij niet konden. God vraagt van ons Zijn wet te houden uit dankbaarheid, tot eer van Hem. Niet om daardoor nog gerechtvaardigd te kunnen worden en Zijn zegen te verkrijgen door het geloof (het oude verbond). Christus heeft de wet niet afgeschaft of gewijzigd volgens Zijn eigen woorden in Mt 5:17-19.
Nergens in de Wet van Mozes, de profeten en de Psalmen staat dat de sabbatsheiliging ophield als Christus opgestaan zou zijn. Er staat juist dat de door God geheiligde sabbat blijft en dat er niets van 10 geboden gewijzigd zou worden. |
|
Lukas 47:47-48 | 47 En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden.
48 Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn, die zal met weinige slagen geslagen worden. En een iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geeist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen.
De zondag kan in onwetendheid in plaats van de door God geheiligde sabbat gehouden worden, dat wil niet zeggen dat het goed is, daarom moeten wij elkander aanscherpen. Zie ook Hebreeën 10:24-26. |
|
Johannes 1:17
|
17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.
De eis der wet is er nog maar niet om daardoor gerechtvaardigd te worden maar om die te doen uit dankbaarheid. De vloek van de wet is weggenomen door Christus. |
|
Johannes 3:11
|
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken wat Wij weten, en getuigen wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan.
Jezus en Johannes (Wij) spreken wat Wij weten (uit het Oude Testament) en getuigen wat Wij gezien hebben, niet iets anders, ook geen zondagsheiliging. Maar de mensen geloven niet. |
|
Johannes 3:32 | En hetgeen Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij; en Zijn getuigenis neemt niemand aan.
Jezus leert geen andere leer dan Hij van de Vader geleerd heeft maar Hij wordt niet geloofd. Zijn woorden worden tegengesproken. |
|
Johannes 3:36 | Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
Deze tekst leert ons dat wie ongehoorzaam is aan Zijn opdracht het leven (het eeuwige leven) niet zal zien (niet zal binnengaan in de hemel) maar de toorn Gods op hem zal blijven (in de eeuwige verdoemenis).
De Zoon, Christus, leert ons vlak voor Zijn hemelvaart: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. |
|
Johannes 4:19-24 | 19 De vrouw zeide tot Hem: Heere, ik zie dat Gij een profeet zijt.
20 Onze vaders hebben op dezen berg aangebeden, en gijlieden zegt dat te Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden.
De Samaritanen baden op de berg Gerizim. De Joden op de Berg Sion.
21 Jezus zeide tot haar: Vrouw, geloof Mij, de ure komt wanneer gijlieden noch op dezen berg, noch te Jeruzalem den Vader zult aanbidden. 22 Gijlieden aanbidt wat gij niet weet; wij aanbidden wat wij weten; want de Zaligheid is uit de Joden; 23 Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken die Hem alzo aanbidden. 24 God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.
Het evangelie is ook voor de heidenen buiten Israël die niet zoals de Israëlieten naar Jeruzalem zullen kunnen opkomen. Jezus leert dat God een Geest is die op elke plaats aangebeden zal en moet worden met een gelovig hart. De Heere Jezus zegt hier niets over de sabbat alsof deze afgeschaft zou zijn, anders zou dat ook niet overeenkomen met wat Christus in de Bijbel leert over de sabbat. |
|
Johannes 4:34 | Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is dat Ik doe den wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbreng.
God en de Zoon zijn één. Christus leert niets anders dan wat God leert. God en Christus leren dezelfde wet en geboden.
Christus gebiedt ons Zijn voorbeeld te volgen en te leren en niet onze eigen wil te doen met het houden van de zondag tegen Zijn heilige geboden in.
Matthéüs 28:19Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Zie ook Johannes 5:19 en 30. |
|
Johannes 5:9-10
|
9 En terstond werd de mens gezond, en nam zijn beddeken op en wandelde. En het was sabbat op denzelven dag.
10 De Joden zeiden dan tot dengene, die genezen was: Het is sabbat; het is u niet geoorloofd het beddeken te dragen. 11 Hij antwoordde hun: Die mij gezond gemaakt heeft, Die heeft mij gezegd: Neem uw beddeken op, en wandel. 12 Zij vraagden hem dan: Wie is de Mens, Die u gezegd heeft: Neem uw beddeken op, en wandel? 13 En die gezond gemaakt was, wist niet, Wie Hij was; want Jezus was ontweken, alzo er een grote schare in die plaats was. 14 Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede. 15 De mens ging heen, en boodschapte den Joden, dat het Jezus was, Die hem gezond gemaakt had. 16 En daarom vervolgden de Joden Jezus, en zochten Hem te doden, omdat Hij deze dingen op den sabbat deed. 17 En Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. 18 Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak, maar ook zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende. Jezus leerde hun de door God geheiligde sabbat op de juiste wijze te houden en niet zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden deden met eigen gemaakte regels. Jezus leert dat het op de sabbatdagen geoorloofd is om goed te doen. |
|
Johannes 5:19 | Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks.
Zie ook Johannes 4:34 |
|
Johannes 5:22 | Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
In hun onwetendheid kunnen mensen zondigen. Maar nu zij Gods Woord hebben, kunnen lezen, horen maar niet doen, ook de sabbat niet heiligen, zo hebben zij geen verontschuldiging voor hun zonden. |
|
Johannes 5:24 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.
Jezus’ woorden leren onder ander het onderhouden van de door God geheiligde sabbat, niet de zondag. Die Zijn woorden hoort, gehoorzaamt en gelooft in Hem (God) dat Zijn zonden uit genade vergeven zijn die is zalig. |
|
Johannes 5:30 | Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft. | |
Johannes 5:38-39
|
38 En Zijn woord hebt gij niet in u blijvende; want gij gelooft Dien niet, Dien Hij gezonden heeft.
Gelooft u Jezus’ woorden dat er geen jota of tittel van de wet voorbij zou gaan?
39 Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen.
Onderzoek is een Goddelijke opdracht! Zie ook 2 Timothëus 3:14-17 |
|
Johannes 5:43-46
|
43 Ik ben gekomen in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen.
De kerk gelooft Christus woorden niet als zij vasthoudt aan de zondag terwijl Christus zegt dat er geen jota of tittel van de wet voorbij zou gaan en dat wij dienen te leren wat Hij ons geleerd heeft, wat Hij van de Vader gehoord heeft. We mogen niet bouwen op een andere grond (andere leraars, geschiedenis of wat dan ook buiten de Bijbel) maar alleen op Gods Woord.
44 Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt?
Mensen zoeken de eer van mensen door niet af te wijken van wat de meesten doen maar zoeken de eer, de wil van God met onder andere Zijn heilige sabbat, niet.
45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt. 46 Want indien gij Mozes geloofdet, zo zoudt gij Mij geloven; want hij heeft van Mij geschreven.
Als Mozes werd geloofd dan zouden we ook Christus woorden geloven Die ons leert om de geboden te houden gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft (Joh. 15:10). |
|
Johannes 7:19 | Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Wat zoekt gij Mij te doden?
Christus vermaant de Joden dat zij de wet niet hielden wat zij wel dienden te doen maar niet om daardoor gerechtvaardigd te worden. |
|
Johannes 7:22-23 | 22 Daarom, Mozes heeft ulieden de besnijdenis gegeven (niet dat zij uit Mozes is, maar uit de vaderen), en gij besnijdt een mens op den sabbat.
23 Indien een mens de besnijdenis ontvangt op den sabbat, opdat de wet van Mozes niet gebroken worde, zijt gij toornig op Mij, dat Ik een gehelen mens gezond gemaakt heb op den sabbat? |
|
Johannes 7:49 | Maar deze schare, die de wet niet weet, is vervloekt.
Gelooft u dat Johannes een zondagswet bedoelt die niet in Gods Woord staat? Uiteraard bedoelt Johannes Gods heilige wet met het sabbatsgebod! |
|
Johannes 7:51 | Oordeelt ook onze wet den mens, tenzij dat zij eerst van hem gehoord heeft, en verstaat, wat hij doet? | |
Johannes 8:12 | Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
Jezus vraagt ons Hem te volgen in leer en leven. Jezus heiligde in Zijn leven, de 7e dag, de sabbat, zoals Hij deze zelf ingesteld heeft bij de schepping. |
|
Johannes 8:31-32 | 31 Jezus dan zeide tot de Joden die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen,
32 En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
De waarheid, het waarachtige geloof zal ons vrijmaken van de vloek van de wet die door genade weggenomen is.
Er is geen sprake van vrijmaken van de gehoorzaamheid aan de wet maar van de vloek. Gods wet mag en wil Gods volk uit dankbaarheid houden. |
|
Johannes 8:46-47 | 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet? 47 Die uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt. | |
Johannes 8:55 | En gij kent Hem niet, maar Ik ken Hem; en indien Ik zeg, dat Ik Hem niet ken, zo zal Ik ulieden gelijk zijn, dat is een leugenaar; maar Ik ken Hem, en bewaar Zijn woord.
Christus kent Zijn Vader en bewaart Zijn woord. Christus heiligde ook de sabbat. |
|
Johannes 8:56 | Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien, en is verblijd geweest.
Mijn dag is de dag van de komst van Christus in het vlees die Abraham door het geloof mocht zien. Mijn dag is niet de dag des Heeren. De dag des Heeren is in heel de Bijbel een / de oordeelsdag. Zie hoofdstuk 13. |
|
Johannes 9:14 | En het was sabbat als Jezus het slijk maakte en zijn ogen opende.
Op de door God geheiligde sabbat is het geoorloofd om goed te doen. |
|
Johannes 9:31 | En wij weten dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is en Zijn wil doet, dien hoort Hij. | |
Johannes 10:4 | En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen.
Kennis van Christus geeft dat men Hem wil volgen in leer en leven. Hij leert de geboden te houden zoals Hij deze gehouden heeft, niet anders. |
|
Johannes 10:16 | Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één kudde en één Herder.
De vreemdelingen / heidenen zullen ook toegebracht worden tot Zijn volk. Ook uit de heidenen zullen mensen bekeerd worden. Zij zullen Zijn stem horen en gehoorzaam zijn aan zijn geboden en Zijn leer volgen. Het zal één kudde worden, zonder onderscheid tussen Jood en heiden. |
|
Johannes 10:35
|
34 Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden?
35 Indien de wet die goden genaamd heeft, tot welke het woord Gods geschied is, en de Schrift niet kan gebroken worden;
De Schrift, de Thora en de profeten, kan niet gebroken worden. Als God de sabbat geheiligd heeft en Jezus gezegd heeft dat de wet niet zou veranderen (Mt 5:17-19) dan mogen en kunnen de mensen het sabbatsgebod niet wijzigen in een zondagsgebod en God tegenspreken.
36 Zegt gijlieden tot Mij, Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert God; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon? 37 Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet; 38 Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem. |
|
Johannes 12:40 | Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze. | |
Johannes 12:42-43 | 42 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeeën wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. 43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God.
Vele oversten geloofden ook in Hem maar beleden Hem niet. Velen geloven ook nu dat de sabbat de door God geheiligde dag is maar belijden het niet om niet uit de kerk geworpen te worden omdat zij de mensen meer eren dan God. God vraagt om Hem te dienen, niet om mensen te dienen. Wij dienen God te vrezen en niet de mensen. |
|
Johannes 12:48-50 | 48 Die Mij verwerpt en Mijn woorden niet ontvangt, heeft die hem oordeelt: het Woord dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.
Het Woord (met de wet) zal hem oordelen ten laatsten dage! Zijn Woord gebied de sabbat. Naar dit Woord zal men geoordeeld worden.
49 Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal en wat Ik spreken zal. 50 En Ik weet dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft.
Christus leert wat God Hem geleerd en geboden heeft. Christus heeft ook de sabbat geleerd en geheiligd. Ook geeft Christus ons de opdracht te leren zoals Hij ons geleerd heeft. De mensen kunnen en mogen niet tegen Gods wil de zondag leren in plaats van Gods heilige wekelijkse dag, de sabbat. |
|
Johannes 14:15 | Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.
Uit liefde tot Christus wil Gods volk Zijn geboden bewaren, onderhouden, niet wijzigen. God leert hiermee ook dat wie Zijn geboden niet wil houden uit dankbaarheid Hem niet oprecht lief heeft. |
|
Johannes 14:21
|
Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.
Christus zal zichzelf aan degene openbaren die uit geloof Zijn geboden houdt. Christuskennis en het houden van Zijn heilige geboden horen bij elkaar. |
|
Johannes 15:10
|
Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Zoals Jezus de geboden Zijns Vaders heeft gehouden gebiedt Hij ook ons te doen. Jezus heeft alle 10 geboden gehouden, ook heeft Hij de door God geheiligde sabbat geheiligd. Hij leert in de Bijbel niet dat dit na Zijn opstanding anders zou zijn. Als dit anders had moeten worden dan had Hij dit ons geleerd. Christus leerde juist dat er geen jota (de kleinste letter) of tittel van de wet zou veranderen. |
|
Johannes 15:14-21
|
14 Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.
15 Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt.
Jezus heeft niet geleerd dat de sabbat afgeschaft is of zou worden. Wat Hij van de Vader gehoord heeft dat heeft Hij ons geleerd. Hij heeft niets anders geleerd dan wat Zijn Vader in de Bijbel heeft laten opschrijven.
16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. 17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. 18 Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. 19 Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. 20 Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren.
De mensen die Zijn Woord en Zijn heilige geboden niet bewaren zullen de mensen die Zijn Woord wel gehoorzamen en bewaren tegenstaan, verdrukken, het zwijgen op willen leggen en vervolgen.
21 Maar al deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft.
Dit zullen zij doen aan degenen die Zijn Woord bewaren omdat zij Hem (God) niet (recht) kennen en wat Hij leert in de Bijbel. |
|
Johannes 15:22 | Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
Als we niet konden weten dat we de sabbat moesten heiligen dan hadden wij geen zonde. Wij leefden dan in onwetendheid hierin. De mensen kunnen dit echter wel weten uit Gods Woord, dat geheel waarachtig is en hebben dan geen voorwendsel (verontschuldiging) voor de sabbatsontheiliging. |
|
Johannes 15:24 | Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.
Zie de toelichting bij Johannes 15:22 hierboven. |
|
Johannes 16:13-15 | 13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
14 Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.
Wat Christus geleerd heeft zal de Heilig Geest u leren. God, Christus en de Heilige Geest leren wat God ons in Zijn Woord heeft geleerd, zonder verandering. In de Bijbel staat niet dat de uitstorting van de Heilige Geest de zondag heeft veranderd in de wekelijkse rustdag. Deze uitstorting was op de eerste dag van het Pinksterfeest dat altijd jaarlijks op de eerste dag der week valt. Door de uitstorting is dit Pinksterfeest een nog gedenkwaardiger jaarlijks feest geworden. |
|
Johannes 17:17 | Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid.
Gods Woord is de waarheid. Als Gods Woord de wekelijkse sabbat leert dan is dit de waarheid. Als de geschiedenis na de Bijbel (buiten de Bijbel om!) de zondag leert i.p.v. de wekelijkse sabbat dan is dit een leugen. |
|
Johannes 18:20
|
Jezus antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de Joden van alle plaatsen samenkomen; en in het verborgen heb Ik niets gesproken.
Jezus heeft niets in het verborgen gesproken, alles is openbaar! Als de sabbat afgeschaft had moeten worden dan had Hij ons dit geleerd! |
|
Johannes 20:1 | Dit is de 5e vermelding van eerste dag der week. Dit is dezelfde eerste dag als in Mt 28:1.
EN op den eersten dag der week ging Maria Magdaléna vroeg, als het nog duister was, naar het graf, en zag den steen van het graf weggenomen.
Er staat hier niets over een heiliging van de eerste dag.
De door God geheiligde sabbat werd toen ook gehouden, de vrouwen heiligden de door God geheiligde sabbat en gingen op de eerste dag der week naar het graf.
|
|
Johannes 20:19 | Dit is de 6e vermelding van eerste dag der week. De 6 vermeldingen zijn van dezelfde eerste dag der week na Zijn opstanding.
Niet 6 vermeldingen van andere eerste dagen!
Als het dan avond was op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren waar de discipelen vergaderd waren, om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden en zeide tot hen: Vrede zij ulieden.
De avond die hier beschreven wordt is aan het eind van de eerste dag voor zonsondergang nadat hij op deze dag verschillende keren is verschenen.
Gods dagen hebben twee avonden, volgens onder andere: Exodus 29:39 Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden.
Gods dagen, zoals nog steeds, beginnen met een avond (de nacht): Genesis 1:5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de eerste dag.
Gods avonden op één dag: 1e avond (nacht): als de zon ondergaat, dan begint de nieuwe dag 2e avond: als de zon over het hoogste punt is gekomen totdat de zon ondergaat
Tussen twee avonden, wat 11x in de Bijbel voorkomt, betekent: nadat de zon over het hoogste punt is maar voor zonsondergang. Wij zouden zeggen in de (na) middag.
Omdat Christus hier in dit Bijbelvers aan het eind van de eerste dag verscheen is hier sprake van de avond als de zon over het hoogste punt is gekomen.
Er is hier geen sprake van de avond na zonsondergang omdat dan een nieuwe dag begint en dit dan op de tweede dag zou zijn terwijl er duidelijk bij staat dat het de avond van de eerste dag is.
Er staat niet dat zij toen bijeen waren in plaats van op de door God geheiligde sabbat. De discipelen waren op deze eerste dag van de week niet bij elkaar om de opstanding herdenken, zij geloofden toen nog niet dat Jezus opgestaan was. Zij waren bij elkaar op deze dag vanwege het feest der eerstelingen. Zie Leviticus 23:6 en Matthéüs 28:1.
Met Jezus verschijning op de eerste dag der week is de eerste dag van de week niet ingesteld als geheiligde dag en is de door God geheiligde sabbat niet afgeschaft.
Zijn verschijning 8 dagen later, op de tweede dag van de week (zie Johannes 20:26), heeft ook de tweede dag van de week niet ingesteld als geheiligde dag in plaats van de door God geheiligde sabbat. |
|
Johannes 20:26 | En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!
Hiervan wordt gezegd dat dit op de eerste dag der week was. Acht dagen na de eerste dag der week (vers 1) geeft maandag. Zie hoofdstuk 21.15 met Jezus verschijningen.
Als er zou staan ten achtste dage dan wordt in de Bijbel veelal de eerste dag meegeteld en zou de eerste dag van de week bedoeld worden. Er staat echter duidelijk in de Bijbel na acht dagen wat de tweede dag van de week is!
Als NA acht dagen weer de eerste dag der week zou zijn staat er nog steeds niet dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is. |
|
Handelingen 2:1 | 1 En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.
Het pinkster-feest valt altijd op de dag na de sabbat.
God heeft in het Oude Testament al ingesteld dat de Pinksterdag jaarlijks op de dag na de sabbat gevierd moest worden, elk jaar op de eerste dag van de week. De discipelen waren toen bij elkaar vanwege deze feestdag, niet als samenkomst om Zijn opstanding te gedenken maar als samenkomst vanwege dit feest wat een eeuwigdurend jaarlijks feest is.
Zie Leviticus 23:15-22
Het feest van de eerstelingen (de eerste broden van de nieuwe oogst) die als Beweegoffer God werden aangeboden wordt in de Bijbel Pinksterfeest genoemd. |
|
Handelingen 2:42 | En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Er staat niet in de Bijbel dat de eerste Christenen zondag hielden i.p.v. de wekelijkse sabbat te heiligen. Er staat: Zij volhardden in de leer van de apostelen.
De apostelen volhardden in de leer van Christus: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Christus heeft de zondag niet geleerd. Christus volhardde in de leer en geboden van Zijn vader: Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
God de Vader leert ons Zijn heilige geboden met als vierde gebod: Exodus 20:8 Gedenk den sabbatdag, dat gij dien heiligt. 9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods,
– God leerde Christus Zijn heilige geboden te onderhouden. – Christus leerde de apostelen Gods heilige geboden te onderhouden zoals Hij gedaan heeft. – De apostelen leerden de mensen Gods heilige geboden te onderhouden. – De mensen volhardden in deze leer en onderhielden ook de leer van de sabbat zoals uit deze tekst blijkt.
De eerste Christen hielden Gods geboden zoals deze tekst ons leert. Zij heiligden de sabbat, niet de eerste dag in plaats van de sabbat. Zelfs de heidenen heiligden de sabbat. Zie ook Handelingen 13:42. |
|
Handelingen 3:22 | Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere uw God zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen in alles wat Hij tot u spreken zal; | |
Handelingen 2:46
|
En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij tezamen met verheuging en eenvoudigheid des harten;
De christenen waren dagelijks bij elkaar. De eerste dag der week na de opstanding toen Jezus verscheen geloofden ze eerst niet dat Jezus opgestaan was. Na acht dagen, op de tweede dag der week, geloofden zij het wel. Zie ook Matthéüs 28:1 |
|
Handelingen 5:29 | Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen.
Gods gebod is: gedenk den sabbatdag, de 7e dag, dat gij dien heiligt. Het menselijke gebod is: gedenk de zondag, de 1e dag, tegen Gods Woord in! |
|
Handelingen 7:51-53 | 51 Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij.
52 Wien van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? En zij hebben gedood degenen die tevoren verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, van Welken gijlieden nu verraders en moorders geworden zijt; 53 Gij, die de wet ontvangen hebt door bestellingen der engelen, en hebt ze niet gehouden.
Stefanus vermaant de Joden dat zij de wet, in het Grieks: nomon = Thora, niet hebben gehouden, niet bewaard. Zo is de wet na de Bijbel ook niet gehouden en is het vierde gebod zelfs door mensen ! aangepast naar de zondag. |
|
Handelingen 9:31
|
De gemeenten dan door geheel Judéa en Galiléa en Samaría hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd.
De vreze des Heeren is ook het houden van Zijn heilige geboden waar het heiligen van de sabbat een onderdeel van is:
Prediker 12:13 Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. |
|
Handelingen 13:14-15, 27, 39-44
|
14 En zij, van Perge het land doorgaande, kwamen te Antiochië, een stad in Pisidië; en gegaan zijnde in de synagoge op den dag des sabbats, zaten zij neder.
15 En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er enig woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt.
Ongeveer 20 jaar na de opstanding wordt de sabbatdag nog geheiligd! De wet, de Thora, met het heilig sabbatsgebod en de profeten werden gelezen en geleerd op de sabbat. Er staat niet in de Bijbel dat de eerste dag van de week vanaf de tijd van de apostelen na Christus opstanding is geheiligd in plaats van de sabbat. Juist de door God geheiligde sabbat wordt ongeveer 20 jaar na Christus opstanding nog steeds geheiligd.
27 Want die te Jeruzalem wonen, en hun oversten, Dezen niet kennende, hebben ook de stemmen der profeten, die op elken sabbat dag gelezen worden, Hem veroordelende, vervuld;
Elke sabbatdag wordt dan nog steeds geheiligd.
39 En dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt. 40 Ziet dan toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is in de profeten: 41 Ziet, gij verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het u iemand verhaalt. 42 En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.
De Joden EN heidenen heiligden ook hier de sabbat. Zij vroegen niet om de volgende dag (zondag) te komen om het Woord uit te leggen! Zij baden Paulus of hij op de door God geheiligde sabbat hun zou leren. Ze zagen uit naar de volgende sabbat, niet naar de volgende dag, niet naar de zondag. Als de zondag gehouden werd hadden de heidenen niet gevraagd naar de volgende sabbat (een week later) maar naar de volgende dag!
Zij vroegen niet oppervlakkig of Paulus dit op de eerste dag van de week wilde doen maar baden of hij hen wilde onderwijzen op de door God geheiligde sabbat. Bidden is een heilige verrichting!
Paulus en ook de apostelen leerden niet dat de heidenen op de eerste dag van de week samen moesten komen. Anders had Paulus hun dit zeker geleerd echter zou hij dan Gods Woord tegenspreken die ons leert om op de zevende dag samen te komen. De door God geheiligde sabbat bleef geheiligd. Zelfs de eerste Christenen uit de heidenen heiligden de door God geheiligde sabbat hier in het Nieuwe Testament.
43 En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods. 44 En op den volgenden sabbat kwam bijna de gehele stad samen, om het Woord Gods te horen.
Jood en heiden kwamen op de door God geheiligde sabbat om het Woord van God te horen. De heidenen hebben later afstand genomen van de Joden en van Gods wet en geboden en dachten zelfs dat zij in de plaats van de Joden waren gekomen. |
|
Handelingen 15: 5-10 | 5 Maar, zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden.
Sommigen leerden dat de wet van Mozes nog gehouden moest worden om daardoor gerechtvaardigd te worden. Dit is uiteraard niet zo. Er is alleen rechtvaardigmaking uit genade.
6 En de apostelen en de ouderlingen vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten. 7 En als daarover grote twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen, en geloven. 8 En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons; 9 En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof.
Er is geen onderscheid in zalig worden uit genade tussen de Joden en de heidenen.
10 Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen? 11 Maar wij geloven door de genade des Heeren Jezus Christus zalig te worden, op zulke wijze als ook zij.
De Farizeeën die gelovig waren geworden dachten dat men nog besneden moest worden en de wet van Mozes moest onderhouden om gerechtvaardigd te kunnen worden. Paulus leert dat de heidenen niet besneden hoeven te worden en dat wet van Mozes niet gehouden moet worden om hierdoor de zaligheid te verdienen. Zalig worden kan alleen uit genade.
Paulus schaft de wet van Mozes niet af maar de rechtvaardigmaking hierdoor! Want hij leert ook:
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen;
Onthoud heel uw leven bij al uw vragen over de wet: zalig worden uit genade, niet door gehoorzaamheid aan de wet zalig zijn met gehoorzaamheid aan de wet van Mozes, de Thora, met de 10 geboden
Volgens Paulus in Rom. 7:12 is de wet (Thora) en de geboden nog steeds heilig en dienen onveranderd onderhouden te worden uit dankbaarheid.
Romeinen 12:7 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. |
|
Handelingen 15:19-21 | 19 Daarom oordeel ik dat men degenen die uit de heidenen zich tot God bekeren, niet beroere,
20 Maar hun zal aanschrijven dat zij zich onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed. 21 Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
De wet van Mozes, de Thora !, wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen en geleerd. Niet alleen de 10 geboden maar de hele Thora. Niet op zondag maar op de sabbat.
Paulus leert: val de heidenen niet lastig met de eis van het onderhouden van de wetten om daardoor gerechtvaardigd te worden. Ook de heidenen worden alleen uit genade zalig .
Onderhoudt de hele wet van Mozes maar niet als voorwaarde om rechtvaardig te worden maar uit dankbaarheid.
Blijkbaar worden de zonden zoals genoemd in vers 20 bij de heidenen nog gevonden waartegen Paulus hier als aanvulling op de wet van Mozes waarschuwt. De wet van Mozes (Thora !) kenden ze al maar zij volharden in de zonden die nog eens benoemd moeten worden om die ook te laten.
Lukas 16:29b Zij hebben Mozes en de Profeten; dat zij die horen.
Nogmaals voor de mensen, de dominees en leraars die hun hart verharden en niet willen horen wat God leert in het NIEUWE TESTAMENT over de geschriften van Mozes, de Thora: Handelingen 15:21 Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
Let op: elken sabbat, ongeveer 20 jaar na de opstanding van Christus worden ook hier de vijf boeken van Mozes (de Thora) met de 10 geboden gelezen en geleerd.
Nogmaals: Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen; |
|
Handelingen 15: 24 | Nademaal wij gehoord hebben dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelend gemaakt, zeggende dat gij moet besneden worden en de wet onderhouden, welken wij dat niet bevolen hadden,
De wet moet niet onderhouden worden om gerechtvaardigd te worden maar uit dankbaarheid. Zie de toelichting op vers 5. |
|
Handelingen 16:13-14 | 13 En op den dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen die samengekomen waren.
14 En een zekere vrouw met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatíra, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.
Op de dag des sabbat preekte Paulus. |
|
Handelingen 17:1-2
|
1 En door Amfipolis en Apollonia hun weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was.
2 En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften,
Paulus gewoonte was dat hij de door God geheiligde sabbat heiligde en in de synagoge de Schriften uitlegde. |
|
Handelingen 17:11 | En dezen waren edeler dan die te Thessaloníca waren, als die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.
Onderzoek Gods Woord, ook zijn geboden! |
|
Handelingen 18:4
|
En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.
Paulus verbleef bij Áquila. Zijn dagelijkse werk was toen tenten maken. Hij heiligde elke sabbat. Er staat niet dat Paulus de zondag heiligde. Het gebod leert 6 dagen werken en de zevende dag, de sabbat gedenken, heiligen. Ook voor Paulus is de eerste dag van de week (zondag) een normale werkdag. Hij reisde zelfs op deze dag, zie Handelingen 20:7. |
|
Handelingen 20:7 | Dit is de 7e vermelding van eerste dag der week.
7 En op den eersten dag der week,
In het Grieks staat er in Handelingen 20:7 niet op de eerste dag der week maar:
De vertalers hebben het woord sabbat (de 7e dag) gewijzigd naar eerste dag van de week (zondag)! Dit is Schriftvervalsing!
Pauls en de gelovigen waren op een sabbat bij elkaar. Dit is trouwens één van de sabbatten van de omertelling waar 7 sabbatten geteld worden tot het Pinksterfeest (Grieks: Pentecoste, Hebreeuwse: Shavot).
…., als de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen; en hij strekte zijne rede uit tot den middernacht. 8 En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren.
Stel dat u niet wilt lezen dat er sabbat staat in het Grieks en daar nog eerste dag voor wilt blijven lezen dan geldt het volgende:
Met deze tekst wordt dan tegen de leer van de Bijbel gezegd dat er vanaf de apostelen op de eerste dag der week samengekomen werd in plaats van op de sabbat. Paulus heiligde echter elke sabbat. Dit is de enigste plaatst met een vermelding van een godsdienstige samenkomst op de eerste dag der week (in het Grieks dus sabbat!!).
Er staat ook hier niet dat de eerste dag der week geheiligd diende te worden in plaats van de sabbat.
Gods dag-indeling: De door God ingestelde dagen beginnen ’s avonds na zonsondergang, zie ook Leviticus 23:32: Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negende der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten (dit betreft hier jaarlijkse de Verzoendag).
De avond aansluitend op de door God geheiligde sabbat is de avond (het begin) van eerste dag der week waarop de discipelen bijeen waren en Paulus zijn toespraak hield tot middernacht. De jongeling Eutychus viel volgens vers 12 na middernacht uit het raam (jonge of bijna volwassen man, knecht).
Er staat dat de discipelen hier bij elkaar waren om brood te breken. Er staat niet dat ze bij elkaar waren op de eerste dag van de week om deze dag te heiligen. De discipelen waren dagelijks in de tempel EN van huis tot huis brood brekende waar ook het brood breken niet gekoppeld is aan de eerste dag van de week. Handelingen 2:46 En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij tezamen met verheuging en eenvoudigheid des harten,
Zij waren bij elkaar voor middernacht, in het begin van de avond op de eerste dag der week. De eerste dag begon zodra op de sabbat de zon onderging. Let op de vele lichten in de opperzaal en het uitstrekken van zijn rede tot middernacht op de eerste dag der week. Na 24:00 is het volgens Gods dag-indeling nog steeds de eerste dag!
Ze waren bij elkaar om brood te breken. Paulus zou des daags (overdag) verreizen. Er staat hier niet en nergens in de Bijbel dat de reden van deze bijeenkomst was dat de eerste dag van de week in plaats van de door God geheiligde sabbat gekomen was. Paulus leerde ook hier niet dat de eerste dag van de week de nieuwe door God geheiligde rustdag zou zijn.
Als hier sprake zou zijn van de Heeren Avondmaal dan is dit in de Bijbel niet gekoppeld aan de eerste dag van de week. In Lukas 22 hield en leerde Jezus des Heeren Avondmaal (geen heilig avondmaal, zie www.avondmaal.com) op de dag van Zijn Pascha. Dit was niet op de eerste dag van de week.
Vervolg van Handelingen 20: 9 En een zeker jongeling, met name Eutychus, zat in het venster en met een diepen slaap overvallen zijnde, alzo Paulus lang tot hen sprak, door den slaap nederstortende, viel van de derde zoldering nederwaarts, en werd dood opgenomen.
Paulus strekte zijn rede uit tot middernacht. Eutychus viel na middernacht uit het raam, zie vers 7. Volgens de hedendaagse tijdrekening dan op maandag. Volgens Gods tijdrekening op de eerste dag.
Handelingen 20: 10 Doch Paulus, afgekomen zijnde, viel op hem, en hem omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem. 11 En als hij weder boven gegaan was, en brood gebroken en wat gegeten had, en lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo.
Stel dat hier niet Gods dag-indeling (na zonsondergang begint Gods nieuwe dag) maar onze hedendaagse dag-indeling aangehouden wordt waarbij om middernacht de volgende dag begint dan is het volgende van toepassing: Paulus preekte tot middernacht. Na middernacht viel Eutychus uit het raam. Eutychyus viel dan op maandag uit het raam! Het brood breken (eten) gebeurde na middernacht en dan dus op de tweede dag der week, op maandag. Als de door God geheiligde sabbat veranderd zou zijn (wat niet zo is) door brood breken (wat eten is) dan zouden we op maandag rustdag moeten houden!
Er staat niet in de Bijbel dat brood breken de door God geheiligde sabbat heeft veranderd.
Paulus sprak volgens Handelingen 20:11 tot de dageraad toe. Dit is nog steeds op de eerste dag van de week volgens Gods dag-indeling (na zonsondergang begint de volgende dag) en vertrok zelfs des daags, overdag, tussen zonsopgang en zonsondergang, op zondag! Ook hieruit blijkt dat de geheiligde sabbat niet afgeschaft is. Paulus heiligde deze door niet op de door God geheiligde sabbat maar op zondag te vertrekken.
Al zou Paulus op een andere dag zijn vertrokken dan staat er nog steeds niet dat de heiliging van de 7e dag afgeschaft is en de zondag geheiligd is!
Lees en herlees wat de Bijbel leert! Als geleerd wordt dat met vers 7 de zondag ingesteld is in plaats van Gods geheiligde sabbat (wat er NIET staat!) dan is dit in strijd met de hele Bijbelse leer over Gods heilige sabbat! De context leert juist dat de sabbat geheiligd bleef door Paulus. Lees het hele hoofdstuk goed.
12 En zij brachten den knecht levende, en waren bovenmate vertroost.
|
|
Handelingen 20:20 | Hoe ik niets achtergehouden heb van hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen,
Paulus leert duidelijk dat hij NIETS achtergehouden heeft van de leer in het openbaar en bij de mensen thuis. Paulus heeft niet geleerd dat de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat geheiligd dient te worden en dat de sabbat afgeschaft is. Als dit zo zou zijn dan had Paulus dit ons zeker geleerd zoals hij hier zelf schrijft. Paulus heiligde zelfs elke sabbat volgens Handelingen 18:4. Dit heeft Lukas geschreven rond 60 na Christus, ongeveer 27 jaar na Christus hemelvaart.
Als de zondag geheiligd had moeten worden in plaats van de sabbat dan had Paulus dit volgens zijn eigen woorden zeker geleerd. Echter heeft Paulus dit niet geleerd anders hadden de Joden een reden gehad om hem te doden. Paulus bevestigt dat hij niet tegen de keizer en de Bijbelse wet geleerd heeft in Handelingen 25:8 |
|
Handelingen 20:26-30
|
26 Daarom betuig ik ulieden op dezen huidigen dag, dat ik rein ben van het bloed van u allen.
27 Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al den raad Gods.
Paulus leert hier nogmaals duidelijk dat hij niets achtergehouden heeft in zijn leer. Hij heeft de zondag niet geleerd in plaats van de sabbat.
28 Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. 29 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen; 30 En uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich.
Paulus waarschuwt hen al dat zijn woorden verdraaid zullen worden na zijn vertrek. De verdraaiing van de Bijbelse leer over de sabbat is wereldwijd verbreid tegen Gods woord in. |
|
Handelingen 21:20-21
|
20 En zij, dat gehoord hebbende, loofden den Heere, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden van Joden er zijn, die geloven; en zij zijn allen ijveraars van de wet.
21 En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, zeggende: dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijze der wet wandelen.
De gelovige Joden waren nog ijveraars van de wet en wilden nog door het uiterlijk houden van de wet gerechtvaardigd worden. Paulus leert dat de rechtvaardigmaling niet door het uiterlijk onderhouden van de wet verkregen wordt maar uit genade. Paulus werd echter beschuldigd alsof hij leerde dat de wet niet meer gehouden diende te worden echter leert hij dat de wet wel gehouden dient te worden maar niet om daarmee de rechtvaardigmaking te verdienen.
Paulus leert dat de besnijdenis niet nodig was en de geboden niet uiterlijk gehouden dienen te worden om de rechtvaardigmaking daarmee te verdienen. De heilige (onveranderbare) geboden dienen gehouden te worden uit dankbaarheid voor de verdienste van Christus aan het kruis voor Zijn volk zoals Paulus leert in Rom 7:12 waar hij de wet en de geboden heilig noemt. |
|
Handelingen 21:25
|
25 Doch van de heidenen die geloven, hebben wij geschreven en goedgevonden, dat zij niets dergelijks zouden onderhouden, dan dat zij zich wachten van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij.
Paulus leert dat de gelovige heidenen de ceremoniële inzettingen niet hoefden te onderhouden en dat zij zich niet verontreinigen zouden van hetgeen dat den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij.
Paulus leert hier niet dat de wet met de 10 geboden niet meer gehouden hoeven te worden. Dit zou Christus tegenspreken Die ons leert de geboden te onderhouden gelijkerwijs Hij deze onderhouden heeft in Johannes 15:10.
Paulus leerde hiervoor als dat de wet van Mozes aan de heidenen geleerd zou worden nadat zij eerst deze vier zonden afgelegd zouden hebben:
Handelingen 15:21 Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
|
|
Handelingen 22:12-14 | 12 En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis hebbende van al de Joden, die daar woonden,
Ananias hield de wet met het sabbatsgebod, lang na Christus hemelvaart!
13 Kwam tot mij, en bij mij staande, zeide tot mij: Saul, broeder, word weder ziende! En ter zelfder ure werd ik ziende op hem.
14 En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u tevoren verordineerd om Zijn wil te kennen, en den Rechtvaardige te zien, en de stem uit Zijn mond te horen.
God en Christus hebben geen zondagsgebod geleerd. Gods wil is ons geleerd: gedenk den sabbatdag dat gij dien heiligt. |
|
Handelingen 23:29 | Welken ik bevond beschuldigd te worden over vragen hunner wet; maar geen beschuldiging tegen hem te zijn, die den dood of banden waardig is.
Paulus had niet geleerd dat de sabbat afgeschaft zou zijn of zou worden. Anders hadden de Joden een reden gehad om hem te doden. De Joden hebben hem hier nooit van kunnen beschuldigen. |
|
Handelingen 24:12-14
|
12 En zij hebben mij noch in den tempel gevonden tot iemand sprekende, of enige samenrotting des volks makende, noch in de synagogen, noch in de stad;
13 En zij kunnen niet bewijzen, waarvan zij mij nu beschuldigen.
Paulus kwam om te bidden in Jeruzalem en bewijst dat hij met niemand in discussie was gegaan (ook niet over de geheiligde sabbat) en geen samenrotting maakte.
14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is;
Paulus leert juist dat hij God dient en gelooft in alles wat in de wet en de profeten geschreven is. De profeten leren geen afschaffing van de 10 geboden, alleen van de ceremoniële wet.
Paulus bevestigt hier dat hij alles gelooft en leert (diene) wat in de wet en in de profeten geschreven is, ook de sabbat. De mensen zeiden zelfs van Paulus dat hij tot een sekte behoort maar maakten daardoor Gods Woord tot een leugen.
Leert Gods Woord en wet de door God geheiligde sabbat?: Ja Leert Gods Woord en wet de wekelijkse zondag? Nee
Leren de profeten de door God geheiligde sabbat? Ja Leren de profeten de zondag? Nee |
|
Handelingen 24:19 | Welke behoorden hier voor u tegenwoordig te zijn, en mij te beschuldigen, indien zij iets hadden tegen mij.
Paulus bevestigt dat hij alle geboden onderhield. Hij heiligde ook de sabbat zoals God het vraagt. |
|
Handelingen 25:8
|
Dewijl hij zich verantwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.
Paulus bevestigt hier ongeveer 30 jaar na Christus hemelvaart dat hij ook de door God geheiligde sabbat houdt en deze heiligde zoals God het ingesteld heeft en nog vraagt. Als hij de zondag zou houden zou Paulus hier gelogen hebben. Als geleerd wordt dat Paulus de zondag leerde (wat niet in de Bijbel staat) dan wordt de Bijbel tegengesproken. |
|
Handelingen 25:10-11
|
10 En Paulus zeide: Ik sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld moet worden; den Joden heb ik geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet.
11 Want indien ik onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen mij beschuldigen, zo kan niemand mij hun uit gunst overgeven. Ik beroep mij op den keizer.
Als Paulus de door God geheiligde sabbat niet had gehouden en de zondag had geleerd in plaats van de door God geheiligde sabbat dan zouden de Joden een reden hebben gehad om hem te doden. Zij hebben hem hier nooit van kunnen beschuldigen. |
|
Handelingen 26:22 | Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude:
Paulus bevestigt ook hier dat hij niets anders heeft geleerd dan de profeten en Mozes gesproken hebben. Hij heeft geen zondag geleerd tegen Gods heilige wet in. |
|
Handelingen 26:27 | Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft.
Wat de profeten geleerd hebben, ook over de sabbat (zie ook Jesaja 58) is niet veranderd. Paulus leert dat ook Koning Agrippa dient te geloven wat de profeten geschreven hebben. |
|
Handelingen 28:17 | En het geschiedde na drie dagen dat Paulus samenriep degenen, die de voornaamsten der Joden waren. En als zij samengekomen waren, zeide hij tot hen: Mannen broeders, ik, die niets gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten, ben gebonden uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen;
Paulus bevestigt hier nogmaals dat hij niets gedaan heeft tegen de vaderlijke gewoonten! Hij heeft ook de door God geheiligde sabbat geheiligd en geleerd in de synagoge op elken sabbat volgens Handelingen 18:4. |
|
Romeinen 1:25 | Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geëerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid. Amen. | |
Romeinen 2:8-29
|
8 Maar dengenen die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;
Houdt de waarheid. Twist ontstaat door van de Waarheid, wat de Bijbel leert, af te wijken en daaraan vast te blijven houden tegen de waarschuwingen op grond van de Bijbel in. De sabbat wijkt niet af van wat de Bijbel leert, de zondag wel.
9 Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek; 10 Maar heerlijkheid en eer en vrede een iegelijk die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek.
Jood en heiden moeten Gods Woord gehoorzamen.
11 Want er is geen aanneming des persoons bij God. 12 Want zovelen, als er zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en zovelen, als er onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden;
De heidenen die de geschreven wet niet hadden worden geoordeeld naar de wet van hun geweten, vers 15.
Degenen die de wet hebben en gezondigd hebben tegen de wet zullen door de wet geoordeeld worden. Het oordeel zal plaatsvinden naar de heilige wet met het door God gegeven sabbatsgebod!
13 (Want de hoorders der wet zijn niet rechtvaardig voor God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden;
Horen en doen! Paulus waarschuwt om niet alleen te horen wat de wet van ons eist maar dit ook te doen.
14 Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen, die der wet zijn, dezen, de wet niet hebbende, zijn zichzelven een wet;
Zelfs de heidenen kennen de wet zonder dat zij deze op schrift hadden. Abraham kende de wet ook voordat deze op de berg Sinaï gegeven werd, zie Genesis 26:5.
15 Als die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende, of ook ontschuldigende). 16 In den dag wanneer God de verborgene dingen der mensen zal oordelen door Jezus Christus, naar mijn Evangelie. 17 Zie, gij wordt een Jood genaamd en rust op de wet; en roemt op God,
De Joden wilden door het houden van de wet gerechtvaardigd worden. Paulus leert dat men de wet dient te houden uit dankbaarheid maar niet om daardoor gerechtvaardigd te kunnen worden.
18 En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;
Beproeft de dingen die anders zijn dan Gods wil aan de hand van de wet. Gods wil leert ons onder andere de sabbat, de wet leert ons ook onder andere de sabbat.
19 En gij betrouwt uzelven te zijn een leidsman der blinden, een licht dergenen, die in duisternis zijn; 20 Een onderrichter der onwijzen, en een leermeester der onwetenden, hebbende de gedaante der kennis en der waarheid in de wet. 21 Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij? 22 Die zegt, dat men geen overspel doen zal, doet gij overspel? Die van de afgoden een gruwel hebt, berooft gij het heilige? 23 Die op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet?
Paulus vermaant de Joden die de wet kenden en leerden aan anderen dat zij zelf de wet niet hielden. Paulus spoort hen aan om de wet te houden zoals God het vraagt maar niet om daarmee de rechtvaardigheid te verdienen maar tot eer van Hem.
24 Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is. 25 Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden.
De uiterlijke vorm van de besnijdenis heeft geen nut als men de wet niet houdt uit geloof.
26 Indien dan de voorhuid de rechten der wet bewaart, zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend worden?
Het houden van de wet uit het ware geloof is meer dan de besnijdenis.
27 En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt, u niet oordelen, die door de letter en besnijdenis een overtreder der wet zijt?
Paulus leert dat de besnijdenis geen nut heeft als de wet niet tot eer van God gehouden wordt. Het houden van de wet vanuit ons hart tot eer van God is belangrijker dan de besnijdenis. Paulus leert ook hier niet dat de wet afgeschaft of een gebod veranderd is, de wet en het gebod is namelijk heilig zoals hij zelf zegt in Romeinen 7:12.
28 Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is; 29 Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.
De besnijdenis op zich maakt geen ware Jood / gelovige maar de besnijdenis van het hart waarmee Paulus bedoelt de ware bekering. |
|
Romeinen 3:4 | Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt.
God leert ons de door Hem geheiligde sabbat te houden. God is waarachtig. De mensen leren ons de zondag te houden. De mens is leugenachtig.
God is waarachtig. De mens leugenachtig. |
|
Romeinen 3:20-21 | 20 Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.
21 Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de Wet en de Profeten:
Behouden uit genade, zonder rechtvaardigmaking door de wet, zoals de Wet en profeten leren. Waarna de wet uit dankbaarheid mag worden gehouden. |
|
Romeinen 3:28-31
|
28 Wij besluiten dan dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
29 Is God een God der Joden alleen? En is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen; 30 Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. 31 Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.
Paulus leert dat de wet met de 10 geboden of een deel daarvan niet is vervallen. Het geloof schaft de 10 geboden niet af en past deze niet aan maar spoort aan om deze heilige geboden te houden uit dankbaarheid. Afschaffen of aanpassen kan ook niet omdat dan Gods Woord en Christus Woord tegengesproken wordt. |
|
Romeinen 4: 15-16 | 15 Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.
16 Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;
De wet met de geheiligde sabbat is door God gegeven, het sabbatsgebod. De wet met de eerste dag van de week is er niet. Er is geen eerste dag der week gebod.
Waar geen gebod is, is ook geen overtreding. Waar wel een gebod is, is wel overtreding als men het gebod niet houdt. |
|
Romeinen 5:13 | Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is.
Door de wet kennen wij de zonden en weten wij dat het overtreden hiervan zonde is. Het ontheiligen van de door God geheiligde sabbat, het vierde gebod van de wet, is zonde! |
|
Romeinen 6:14-16 | 14 Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. 15 Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet zijn onder de wet, maar onder de genade? Dat zij verre.
Deze tekst wordt misbruikt om zelf een dag te kiezen als rustdag omdat in deze tekst uitgelegd wordt dat de mensen niet meer onder de wet zouden zijn. Uiteraard gelden Gods wetten nog steeds!
Er staat echter wat achter: want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Dus niet meer onder de vloek van de wet maar onder de genade. Ondanks onze zonden is Gods volk onder de genade in plaats van onder de vloek! Deze tekst betekent dat de vloek der wet is weggenomen door Christus. De eis van het houden van de wet blijft maar niet om daardoor gerechtvaardigd te kunnen worden.
Zullen wij dan zondigen door de wet en / of het 4e gebod niet meer te houden? Dat zij verre!, leert Paulus in Romeinen 3:31 Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet. De wet is hier in het Grieks: nomon = Thora. De Thora blijft van kracht!
16 Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, of der zonde tot den dood, of der gehoorzaamheid tot gerechtigheid? |
|
Romeinen 7:6-13
|
6 Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter.
Vrijgemaakt van de wet betekent dat wij vrijgemaakt zijn van de wet om daardoor gerechtvaardigd te kunnen worden omdat wij de wet niet konden houden. Christus heeft de wet wel geheel gehoorzaamd (vervuld) en de vloek der wet weggenomen voor Zijn volk. De wet is niet afgeschaft zoals Christus leert in Mattheus 5:17-19. De eis van het houden van de wet blijft zoals ook blijkt uit het vervolg van dit hoofdstuk.
7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.
Door de wet weten wij wat zonde is. Door het 4e gebod weten wij dat de sabbat geheiligd is. Overtreding hiervan is zonde volgens Gods heilige wet.
8 Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood. 9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.
Als de zondag geleerd wordt in plaats van de door God geheiligde sabbat is dit tegen Gods heilige wet.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. 11 Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid en door hetzelve gedood.
12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Paulus bevestigt hier ongeveer 60 jaar na Christus geboorte, dus 27 jaar na Christus sterven dat de wet heilig en het gebod heilig en rechtvaardig en goed is. Iets wat heilig is, de sabbat, mag niet veranderd worden en mag de kerk niet anders leren!
Zie ook 1 Johannes 2:7 waar Johannes leert dat het oude gebod niet vernieuwd is.
13 Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden, opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn, werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde bovenmate werd zondigende door het gebod. |
|
Romeinen 7:14
|
Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
De wet is geestelijk wat inhoudt dat de wet niet alleen uiterlijk maar vanuit ons hart gehoorzaamt dient te worden uit dankbaarheid. Door het uiterlijk onderhouden wordt men niet rechtvaardig maar het uit geloof geestelijk willen gehoorzamen van de wet is een teken van genade. |
|
Romeinen 7:22 | Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mens, | |
Romeinen 7:26 | Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.
Paulus bevestigt hier dat hij Gods heilige wet houdt, inclusief de sabbat. Hij houdt met zijn hart (geestelijk) de wet Gods, uit dankbaarheid. Met het vlees (lichaam) is hij nog besmet met de zonden. |
|
Romeinen 8:1-7 | 1 Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
2 Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
Wij zijn vrijgemaakt van de vloek van de wet door het volbrachte werk van Christus. De Geest van Christus heeft ons vrijgemaakt van de vloek der wet. De gelovigen leven naar den Geest en willen Zijn heilige geboden houden uit dankbaarheid.
3 Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. 4 Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. 5 Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is. 6 Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede; 7 Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet.
De mens dient zich nog te onderwerpen aan de wet maar niet om daardoor gerechtvaardigd te worden maar om die te doen uit dankbaarheid tot eer van God.
Alle bedenksels om de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat te vieren zijn vijandschap TEGEN God. We moeten ons onderwerpen aan Gods Wet en geen vage argumenten zoeken of bouwen op geschiedenis, die Gods Woord en Christus leer en leven voluit tegenspreken, om de door God geheiligde sabbat te kunnen blijven ontheiligen. |
|
Romeinen 10:2-4 | 2 Want ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand.
3 Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen.
Paulus leerde dat zij een ijver hadden om door de werken der wet gerechtvaardigd te worden.
4 Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft.
Het einde, het doel, van de wet is de noodzaak van Christus als borg voor onze zonden te leren kennen tot rechtvaardigheid. De vloek der wet is weggenomen door Christus voor Zijn volk. De eis van het houden van de wet blijft maar niet om daardoor gerechtvaardigd te kunnen worden. |
|
Romeinen 10:12 | Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen.
De sabbat is er voor de Joden en heidenen, zonder onderscheid dienen zij Gods heilige geboden te onderhouden uit dankbaarheid met een waar geloof. Er is geen verschil in dé rustdag voor de Jood en voor de heiden. Er is één door God geheiligde rustdag, de sabbat.
Er is geen onderscheid tussen de volken, er is geen sabbat voor de Joden en een zondag voor de heidenen. Jood en heiden dienen de sabbat te vieren als één volk:
Johannes 10:16 Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één kudde en één Herder. |
|
Romeinen 14:1-23 | 1 Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt aan, maar niet tot twistige samensprekingen.
Het gaat hier over dingen waar sommigen niet zeker over zijn. Het gaat niet over de sabbat omdat over het heiligen van de sabbat in de Bijbel geen twijfels zijn. In heel de brief aan de Romeinen komt het woord sabbat niet eens voor.
2 De een gelooft wel, dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden.
Het onderwerp in dit hele hoofdstuk is hier eten. Er zijn mensen die alleen moeskruiden eten en geen vlees. Anderen eten vlees en moeskruiden.
Het gaat niet over onrein vlees eten omdat onrein vlees geen eten is volgens God: Deuteronomium 14:3 Gij zult geen gruwel eten.
Het gaat over rein vlees eten of alleen moeskruiden. Er waren gelovigen die op bepaalde dagen zich onthielden van rein vlees en alleen moeskruiden aten, andere gelovigen aten dan wel rein vlees.
3 Die daar eet, verachte hem niet, die niet eet; en die niet eet, oordele hem niet, die daar eet; want God heeft hem aangenomen.
De zwakken en de sterken in het geloof mogen elkaar niet oordelen over het wel of niet onthouden van rein vlees op bepaalde dagen.
4 Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. 5 De een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar de ander acht al de dagen gelijk. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.
Het onderwerp in dit hoofdstuk is eten, zie ook vers 21. De een acht wel de ene zelf ingestelde dag om geen rein vlees te eten boven de andere maar de ander houdt deze niet. Het gaat hier over eigen ingestelde vastendagen die de Joden hielden.
6 Die den dag waarneemt, die neemt hem waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, die neemt hem niet waar den Heere. Die daar eet, die eet zulks den Heere, want hij dankt God; en die niet eet, die eet zulks den Heere niet, en hij dankt God.
Als u zelf een vastendag wilt houden, doe het tot eer van de Heere. Als u zelf ingestelde vastendagen niet houdt doe het dan ook tot eer van de Heere.
Iedereen was het er over eens dat het sabbatsgebod heilig is. Paulus schaft de sabbatdag niet af. In heel de brief aan de Romeinen komt het woord sabbat niet eens voor! Ook is er geen enkele verwijzing naar de sabbat of de feestdagen.
Paulus leert dat het gebod heilig is en dat hij alles gelooft en onderhouden heeft wat in de profeten geschreven is (Handelingen 24:14 en 25:8). Hij onderhield ook de sabbat en de jaarlijkse Bijbelse en profetische feesten (zie www.bijbelsefeesten.com). Als Paulus in vers 5 en 6 de heilige sabbat zou bedoelen dan zou hij deze ook sabbat noemen en dit niet onduidelijk laten met “een dag”. Door hier sabbat in te vullen wordt aan Gods Woord toegevoegd! In dezelfde brief zegt Paulus het volgende:
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Romeinen 7:22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mens,
Paulus zou zich tegenspreken als hij hier met dagen de geheiligde sabbat bedoelde alsof de sabbat niet meer gevierd moest worden tot eer van God!
Als met vers 5 uitgelegd wordt dat er geen sabbat meer is of de mensen zelf een dag kunnen kiezen om de sabbat te vieren dan zou Paulus Christus woorden tegenspreken dat er geen jota of tittel van de wet voorbij zou gaan, Mt 5:17-19. De sabbat kan niet op een andere dag, bijvoorbeeld op de eerste dag van de week, gevierd worden. De sabbat is de zevende dag en is dan vanzelfsprekend niet de eerste dag. De zevende dag heeft God geheiligd.
Vers 5 en 6 wordt ten onrechte en tegen Gods Woord in misbruikt om aan te geven dat het niet uitmaakt welke dag we als sabbat houden. Als dit zo zou zijn dan kan ieder een dag voor zich kiezen wat tegen Gods Woord is. We moeten echter op de sabbat samen komen volgens Leviticus 23:3. Volgens Paulus is deze nog steeds heilig (Rom 7:12). Door op de sabbat niet samen te komen tot Gods eer gehoorzamen we niet God.
Als Paulus hier de door God geheiligde sabbat bedoelt dan zouden de mensen de door God geheiligde sabbat geheel af kunnen schaffen door zich te beroepen op de woorden maar de ander acht al de dagen gelijk die dan uit hun verband zijn gehaald. We weten dat God niet alle dagen gelijk acht want God heeft de zevende dag, de sabbat, geheiligd. Paulus bedoelt met de dag niet de door God geheiligde sabbat anders zou hij God tegenspreken! De Joden hadden Paulus dan om die reden kunnen doden. Paulus zegt zelf ongeveer 30 jaar na Christus hemelvaart:
Handelingen 24:14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is;
Zie ook Handelingen 25:8.
Paulus heiligde de sabbat en bedoelt in dit hoofdstuk de zelf ingestelde vastendagen. Paulus schrijft hier niets over dé door God geheiligde sabbatdag en schrijft ook niet dat wij zelf een dag mogen kiezen om als geheiligde dag te mogen vieren.
Als met deze tekst geleerd wordt dat de dag niet uitmaakt dan is het 4de gebod er helemaal niet meer! Er zou dan van een heilige samenroeping geen sprake meer zijn. Gods Woord leert ons:
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen.
Als de mensen zelf een dag zouden kunnen kiezen als rustdag dan dienen deze mensen juist degenen die de sabbat vieren niet te veroordelen maar te respecteren omdat de sabbat juist in de Bijbel als Gods geheiligde dag aangewezen is. God geeft ons opdracht om op Zijn sabbat samen te komen.
Waar bent u op Gods sabbat, Gods feestdag? Komt u op de sabbat bij elkaar in een heilige samenroeping zoals God het ons gebiedt? De meeste kerken verhinderen! de gelovigen om God hierin te gehoorzamen door hun deuren gesloten te houden op de sabbat voor degenen die God hierin willen gehoorzamen. Hierdoor wordt de gemeente niet gebouwd maar verdeeld.
Het onderwerp van Romeinen 14 is wel of niet eten, het gaat hier niet over de door God geheiligde sabbat. Als Paulus hier zou bedoelen dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft zou zijn dan zou hierover een enorme ophef zijn ontstaan bij de Joden. Echter is hier niets van te vinden in het Nieuwe Testament. Juist het tegenovergestelde staat in Handelingen 25:10-11 waar Paulus bevestigt dat hij de wet hield.
Als we zelf een dag mogen kiezen kan ook niet gezegd worden welke dag de door God geheiligde dag is! Dit hoeven wij ook niet te zeggen, God heeft zijn geheiligde sabbat aan ons overduidelijk bekend gemaakt in de hele Bijbel. Er is maar één door God geheiligde dag, de sabbat.
Als Paulus hier de afschaffing van de sabbat geleerd zou hebben dan zouden de Joden een reden hebben gehad om hem te doden. De Joden hebben Paulus echter nooit kunnen beschuldigen van het feit dat hij leerde dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is. Dit heeft Paulus nergens geleerd.
Paulus schrijft ook niet dat de eerste dag van de week in plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen. Als dit wordt beweerd met deze teksten dan wordt er inlegkunde toegepast. Er wordt dan een uitleg in een tekst gelegd die niet Bijbels is en zelfs de Bijbel tegenspreekt.
Paulus leert zelf in Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
Paulus leert ons ook dat hij zelf de geboden inclusief de door God geheiligde sabbat heeft gehouden in zijn brieven en onder andere in Handelingen 25:8 Dewijl hij zich verantwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.
Het 4e gebod: Gedenkt den sabbatdag dat gij dien heiligt….is geen zaak van twijfel. Dit is ook nergens in de Bijbel een onderwerp voor twistige samensprekingen geweest.
Uit de context tot en met vers 21 en uit vers 17 en 21 blijkt ook dat Paulus het wel of niet eten van vlees op bepaalde dagen bedoelt.
De ene gelovige houdt wel (zelf ingestelde) vastendagen en vindt deze belangrijker dan de andere dagen, de andere gelovige niet. Als men wel of niet op bepaalde dagen rein vlees wil eten: doe het tot eer van de Heere.
Wij moeten niet oordelen over onze broeder die wel of niet zich wil onthouden van rein vlees. Paulus leert hier echter niet dat de wekelijkse sabbat niet meer gehouden hoeft te worden omdat hij dan God, het Oude Testament, Christus leer en leven en zichzelf (onder andere in Handelingen 25:8 en 28:17) zou tegenspreken. De Bijbel spreekt zichzelf niet tegen!
Een uitleg van een bepaalde tekst dient overeen te komen met rest van de context en met de hele Bijbelse leer. Een tekst mag niet dusdanig uitgelegd worden dat deze met een andere tekst in tegenspraak is. Dit is het geval als geleerd wordt dat de mens mag kiezen welke dag hij heilig vindt of als geleerd wordt dat de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen. Men spreekt dan de Bijbel tegen.
Vervolg Romeinen 14: 7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven. 8 Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.
Wij dienen ons leven te stellen naar Gods wet en niet naar de overlevering van onze vaderen of naar wat ons het beste uitkomt. God vraagt de sabbat, veel mensen willen de zondag.
9 Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou. 10 Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden. 11 Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden. 12 Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven. 13 Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft. 14 Ik weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelven; dan die acht iets onrein te zijn, die is het onrein.
Geen ding is van zichzelf onrein. De dingen die God onrein noemt zijn onrein. De dingen die God niet onrein noemt zijn van zichzelf niet onrein.
De dingen die God rein noemt hoeven wij niet onrein te achten. Als een broeder deze wel onrein acht en dit reine voedsel niet wil eten dan moet men hem daarin vrijlaten.
Het gaat over het onrein vinden van dingen die God rein heeft genoemd. Het gaat NIET over het rein vinden van dingen die God onrein heeft genoemd.
Als Paulus zou leren dat er geen onderscheid meer zou zijn tussen onrein en rein vlees dan zou hij tegen de wet van Mozes leren:
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet(Thora) van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
De kanttekeningen leren met dit hoofdstuk wel dat de wet van Mozes is te niet gedaan en leren daarmee tegen Gods Woord!
15 Maar indien uw broeder om der spijze wil bedroefd wordt, zo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf dien niet met uw spijze, voor welken Christus gestorven is. 16 Dat dan uw goed niet gelasterd worde. 17 Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door den Heiligen Geest.
Hier vat Paulus het samen dat het onderwerp in dit hoofdstuk spijs en drank is, het wel of niet eten van rein vlees en wel of niet drinken op bepaalde dagen.
18 Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam den mensen. 19 Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander dient. 20 Verbreek het werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen zijn wel rein; maar het is kwaad den mens, die met aanstoot eet.
Paulus leert: alle dingen die God rein noemt zijn rein. Door God rein genoemde dingen hoeft de mens niet onrein te noemen. Als de mens dit toch niet wilt eten (op bepaalde dagen) naar zijn geweten tot eer van God dan moet hij dit ook niet doen.
Paulus leert niet: alle dingen die God onrein noemt zijn rein. Dan zou Paulus de wet van Mozes en God tegenspreken!
21 Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot, of geërgerd wordt, of waarin hij zwak is.
Hier is de conclusie: Het is goed om op bepaalde dagen (vers 6) geen rein vlees te eten als men dit wil laten tot eer van God. Paulus leert niet: het is goed onrein vlees te eten want dan zou hij God tegenspreken.
Het is goed om op bepaalde dagen geen wijn te drinken als met dit wil laten tot eer van God.
Het gaat dus over het onthouden van voedsel op bepaalde dagen. Als men dit wil om zich te verootmoedigen voor God dan mag dit zeker maar oordeel elkaar hier niet over.
22 Hebt gij geloof? hebt dat bij uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.
Oordeel niet als men op zelf gekozen dagen wel of niet wil vasten. Met vers 22 leert Paulus uiteraard niet dat we zelf mogen doen wat ons goed lijkt. Dit zou Gods Woord tegenspreken. We dienen altijd ons handelen te toetsen aan Gods Woord.
23 Maar die twijfelt, indien hij eet, is veroordeeld, omdat hij niet uit het geloof eet. En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.
Het onderwerp is nog steeds eten. Uit de hele context blijkt duidelijk dat er sprake is van het wel of niet eten op bepaalde (vasten)dagen.
De door God geheiligde sabbat dient wel geheiligd te blijven zoals God ons leert in het hele Oude Testament, Christus ons leert in zijn leer en leven in het Nieuwe Testament en Paulus ons onder andere leert in Handelingen 25:8 en 28:17. |
|
Romeinen 15:4 | Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.
Wat eerder geschreven is geldt nog steeds om ons te leren. |
|
Romeinen 15:9-10 | 9 En de heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk geschreven is: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen.
10 En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen, met Zijn volk.
Er is geen sabbat voor de Joden en zondag voor de heidenen. De feesten, ook de sabbat, is voor Jood en heiden. |
|
Romeinen 15:18 | Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken, | |
Romeinen 16:17 | En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
Paulus heeft de sabbat geleerd: 1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
Christus leert Zijn geboden te houden: Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
De wekelijkse sabbat is volgens het heilige gebod van Zijn Vader. De zondag is tegengesteld aan wat God ons leert over de sabbat. Paulus leert ons: Wijkt af van de leer van de zondag die God ons niet leert. |
|
1 Korinthiërs 1:20 | Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?
Paulus spoort aan tot onderzoek. Velen willen niet onderzoeken en blijven in een dwaling hangen. We moeten niet berusten op de oude verkeerde inzettingen maar moeten onderzoeken wat Gods ons leert in Zijn Woord. |
|
1 Korinthiërs 1:24 | Maar hun die geroepen zijn, beide Joden en Grieken, prediken wij Christus, de Kracht Gods en de Wijsheid Gods. | |
1 Korinthiërs 4:6 | En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander.
Paulus leert geen andere zaken te leren dan hetgeen geschreven is in Gods Woord. Het zondagsgebod staat niet in Gods Woord en mag dus niet geleerd worden. Als dit wel geleerd wordt is dit een verheffing, opblazing, boven en tegen de Bijbel. De zondag wordt geleerd boven hetgeen geschreven is. |
|
1 Korinthiërs 4:16 | Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.
Paulus vraagt ons zijn voorbeeld te volgen. Hij hield ook de door God geheiligde sabbat en preekte op elken sabbat! Zie ook Handelingen 28:17b Mannen broeders, ik, die niets gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten, ben gebonden uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen; en Handelingen 18:4 En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken. |
|
1 Korinthiërs 6:12 | Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal onder de macht van geen mij laten brengen.
Alle middelmatige zaken (die niet tegen Gods Woord ingaan) zijn geoorloofd. Paulus leert dat hij zich niet onder de macht (onder een gebod van buiten Gods Woord) zal laten brengen. De zondag is geen gebod in de Bijbel. Zo dienen wij volgens Paulus woorden onszelf niet onder een gebod te laten brengen dat niet in de Bijbel staat. |
|
1 Korinthiërs 7:19
|
De besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar de onderhouding der geboden Gods.
Paulus leert dat de besnijdenis op zich geen waarde heeft maar dat ook de heidenen (Korinthiërs) Gods heilige geboden, onder andere het sabbatsgebod, moeten houden uit geloof tot eer van God. |
|
1 Korinthiërs 9:19-22
|
19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat ik er meer zou winnen.
20 En ik ben den Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen zou; dengenen, die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen zou. 21 Degenen, die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus onder de wet), opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen zou. 22 Ik ben den zwakken geworden als een zwakke, opdat ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou.
Paulus heeft zich volgens vers 20 gedragen als de Joden in middelmatige zaken (ceremoniële gebruiken) die de zwakke Joden nog onderhielden. De 10 geboden met de door God geheiligde sabbat heeft hij gehouden en geleerd zoals God bevolen heeft om dit te doen uit dankbaarheid. Hij heeft deze nergens ter discussie gesteld zoals blijkt uit Handelingen 25:8 |
|
1 Korinthiërs 11:1
|
Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
Paulus leert om hem na te volgen, zoals hij Christus volgt. Christus leert wat Hij door God is geleerd, inclusief Gods heilige sabbat, niets anders. Onderhoud dan Gods heilige sabbat en geen menselijke zondag.
Paulus vraagt ons nogmaals zijn voorbeeld te volgen. Paulus heeft de door God geheiligde sabbat gehouden. Hij leert ons hier om hem te volgen in navolging van wat ook Christus van ons vraagt: Weest mijn navolgers! Zie ook 1 Korinthiërs 4:16.
2 En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb. |
|
1 Korinthiërs 11:2 | En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb.
Paulus prijst dat de Korintiërs dat zij hem volgen in Zijn leer die hij leert zoals God Paulus heeft geleerd in de Bijbel, Paulus leerde ook het heiligen van de sabbat zoals hij door God geleerd heeft. |
|
1 Korinthiërs 14:33 | Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de gemeenten der heiligen.
God is geen God van verwarring. Als God had gewild dat de sabbat afgeschaft zou worden zou Hij dit duidelijk hebben laten opschrijven. Er staat echter niets in de hele Bijbel over afschaffing van Zijn heilige sabbat of een gebod om de zondag te heiligen. |
|
1 Korinthiërs 11:1 | Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
|
|
1 Korinthiërs 14:37-38 | 37 Indien iemand meent een profeet te zijn of geestelijk, die erkenne dat hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
Paulus leert de geboden des Heeren! Paulus leert geen zondagsheiliging. Ook onze voorgangers en ambtsdragers dienen zoals Paulus zegt te erkennen dat wat hij leerde uit de boeken van Mozes en de profeten Gods heilige en onaantastbare geboden zijn. Zij mogen niet leren dat er een gebod van de heilige onveranderlijke wet, de 10 geboden, veranderd is: 1 Korinthiërs 4:6: 6 En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander.
38 Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend.
Als iemand dan niet erkent dat het Gods geboden zijn die ik u schrijf (zegt Paulus) die blijft dan ontwetend op eigen gevaar. Het heeft geen nut om te ploegen op rotsen. |
|
1 Korinthiërs 16:1-8 | Dit is de 8e vermelding van eerste dag der week.
Met vers 2 wordt tegen de Bijbel in beweerd dat er op elke eerste dag der week een collecte gehouden moest worden in de samenkomst en dat daarom de christenen op de zondag samen dienen te komen.
1 Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie verordend heb, doet ook gij alzo. 2 Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.
Paulus leert in overeenstemming met Jesaja 58:13 dat de Joden juist niet op de door God geheiligde sabbat met hun eigen zaken bezig moesten zijn. Geldzaken zijn ook niet voor de sabbat. Op de eerste dag van de week moesten zij geld apart leggen en dan niet in de de kerk maar thuis (bij zichzelven).
1 Hier is geen sprake van een samenkomst of eredienst met een collecte maar wordt gesproken over thuis (…leg bij zichzelven weg, vergaderende een schat). Er diende thuis gespaard te worden door de gemeente van Korinthe en dan juist niet op de door God geheiligde sabbat omdat de sabbat geheiligd is en blijft.
2 De Joden handelen niet met geld op de sabbat, zij dragen zelfs geen geld op de sabbat! Dit zouden zij ook niet doen als de sabbat naar de zondag verschoven was.
3 En wanneer ik daar zal gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over te dragen. 4 En indien het der moeite waardig mocht zijn, dat ik ook zelf reizen zou, zo zullen zij met mij reizen. 5 Doch ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonie zal doorgegaan zijn, (want ik zal door Macedonie gaan); 6 En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar ik zal henenreizen. 7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten. 8 Maar ik zal te Efeze blijven tot den pinkster dag.
Door met deze tekst een collecte in een samenkomst te leren wordt inlegkunde toegepast omdat dit er in het geheel niet staat. Met een collecte vervolgens een zondagsgebod leren is helemaal heavy duty inlegkunde. God walgt van zulk verkrachten van Zijn heilig Woord. |
|
2 Korinthiërs 3:7 | En indien de bediening des doods, in letteren bestaande en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israëls het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien om de heerlijkheid zijns aangezichts, die tenietgedaan zou worden,
Het uiterlijk leven naar de wet is een bediening des doods, dit gaf geen vergeving maar leerde dat men vervloekt was. Deze vloek heeft Christus in het Nieuwe Verbond weggenomen. Christus heeft niet de wet of een gebod weggenomen! De wet is in het Nieuwe Verbond ook een tuchtmeester tot Christus om Hem nodig te leren krijgen voor onze schuld van onze overtredingen van Zijn heilige geboden. Na vergeving van onze schuld wil Gods volk Zijn heilige wet houden uit dankbaarheid. |
|
2 Korinthiërs 6:3 | 3 Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde;
Paulus leert dat hij in geen enkele zaak aanstoot geeft maar geheel volgens Gods Woord leert. Paulus heeft geen wekelijkse zondag geleerd in plaats van de sabbat. |
|
2 Korinthiërs 10:5 | 5 Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus;
Het is hoogmoedig om overleggingen te bedenken die de Bijbel tegenspreken. Een zondagsgebod spreekt God en Christus tegen. Dit dient terneder geworpen, weerlegd, te worden. Gehoorzaamheid aan Zijn heilige geboden is nodig.
6 En gereed hebben hetgeen dient om te wreken alle ongehoorzaamheid, wanneer uw gehoorzaamheid zal vervuld zijn.
Alle ongehoorzaamheid aan Zijn onveranderlijke en heilige wet dient bestraft te worden. |
|
2 Korinthiërs 13:8 | Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid.
De sabbatsheiliging is niet tegen de waarheid maar is waarheid, deze is in overeenstemming met de Bijbel. |
|
2 Korinthiërs 3:14-16 | 14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden. Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus tenietgedaan wordt.
De rechtvaardigmaking en zegeningen door het houden van de wet uit het geloof (het oude Verbond) is een deksel dat Christus heeft teniet gedaan zodat de rechtvaardiging uit genade mogelijk is (het nieuwe Verbond).
15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
Veel mensen willen gerechtvaardigd worden door het houden van de wet wat een deksel is dat op hun hart ligt. Zij geloven niet in de rechtvaardigmaking uit genade door Christus.
16 Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.
Er ligt een deksel op hun hart dat ze door het onderhouden de wet gerechtvaardigd willen worden en niet door Christus’ genade. De wet blijft ook in het Nieuwe Testament onveranderd, niet om daarmee gerechtvaardigd te worden maar om te doen uit dankbaarheid tot eer van God. |
|
Galaten 1:8-9 | 8 Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Als een engel anders zou leren dan wat in Gods Woord staat, zo ook als deze de zondag zou leren (die niet in Gods Woord geleerd wordt) in plaats van de wekelijkse sabbat, dan zou hij vervloekt zijn.
9 Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.
|
|
Galaten 2:4-6 | 4 En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen.
De vrijheid in Christus is de vrijheid door genade. De mensen staan niet meer onder de wet om daardoor rechtvaardig te worden maar worden rechtvaardig uit genade.
Paulus waarschuwt tegen de dienstbaarheid, het willen verdienen van de zaligheid door het onderhouden van de wet.
Paulus leert niet dat door de Christelijke vrijheid de wet of één gebod van de 10 heilige geboden niet meer gehouden hoeft te worden. Dit zou Paulus’ leer en leven tegenspreken. Paulus leert namelijk dat de wet heilig, het gebod heilig rechtvaardig en goed is.
5 Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven.
Paulus leerde de waarheid van het Evangelie: genade i.p.v. eigen verdiensten.
6 En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.
Paulus ziet niet op degenen die iets zijn of hooggeacht worden, deze mensen kunnen Paulus niets leren buiten Gods Woord om. Zo mogen mensen niet bouwen op personen of leraars die de zondag willen handhaven buiten Gods heilig Woord om.
Paulus blijft in hetgeen God hem heeft geleerd in Zijn Woord en neemt geen leer aan buiten Gods Woord en de profeten. Dit is een waarschuwing voor een ieder die de zondag wil handhaven of Gods Woord verdraaien om de zondag te houden in plaats van de sabbat te vieren, God gebiedt ons te blijven in wat Hij ons in Zijn Woord leert. |
|
Galaten 2:12-16 | 12 Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af, vrezende degenen die uit de besnijdenis waren.
13 En ook de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Bárnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing.
Petrus at eerst met de onbesneden heidenen maar deed dit later niet uit vrees voor de besneden Joden die leerden dat Joden geen omgang mochten hebben met de onbesneden heidenen.
14 Maar als ik zag dat zij niet recht wandelden naar de waarheid des Evangelies,
De waarheid van het Evangelie is: zalig worden uit genade. Zij wilden dus niet recht wandelen, niet zalig worden uit genade maar door eigen gehoorzaamheid.
zeide ik tot Petrus in aller tegenwoordigheid: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te leven?
15 Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen; 16 Doch wetende dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Petrus leerde de heidenen dat de zaligheid verdiend kon worden, Paulus heeft dit terecht bestreden. De zaligheid is uit genade. Paulus schafte echter de wet niet af maar bevestigt deze juist.
Paulus leert: Niet leven naar de wet van Mozes, de Joodse wijze, om daardoor zalig te worden. Wel leven naar de wet van Mozes, de Thora, uit dankbaarheid.
De heilige wet is ook in het nieuwe verbond onveranderd van toepassing maar nu om te houden uit dankbaarheid voor Zijn genade:
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; |
|
Galaten 2:19-21 | 19 Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.
Paulus is door het houden van de wet aan de wet gestorven. Hij heeft geleerd dat hij door het houden van de wet juist zondig is aan deze wet en Gods heilige geboden en dat hij door het houden van de wet niet gerechtvaardigd kan worden. Hierdoor leerde hij dat ook hij genade nodig had en daardoor een nieuw leven wilde leiden tot Gods eer naar Zijn heilige geboden.
20 Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
Paulus zegt: met Christus gekruist. Paulus’ eerdere leven om gerechtvaardigd te worden door het houden van de wet, is gekruisigd, opgeheven. Nu leeft hij uit het geloof, met het houden van de wet uit dankbaarheid tot eer van Christus, die voor hem de straf op de zonden heeft gedragen.
21 Ik doe de genade Gods niet te niet; want indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus tevergeefs gestorven.
Paulus bevestigt dat er geen rechtvaardigheid is door het uiterlijk houden van de wet. |
|
Galaten 3:1-3 | 1 O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde?
Paulus waarschuwt hier tegen dwalingen tegen Gods Woord in waarmee de gelovigen verleid worden. De sabbat als onderdeel van Gods wet gaat niet tegen Gods Woord in maar is geheel in overeenstemming met Gods Woord.
Paulus leert de Galaten dat zij niet door gehoorzaamheid aan de wet (Thora) gerechtvaardigd worden maar uit genade. Paulus schaft de wet, de Thora, niet af maar de rechtvaardigmaking hierdoor!
Hij leert zelfs dat de wet (Thora) heilig is, het gebod (10 geboden) heilig en rechtvaardig en goed zijn: Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
God leert: Johannes 17:17 Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de WAARHEID.
Johannes 8:31 Jezus dan zeide tot de Joden die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen,
Johannes 8:40
Gods Woord is de waarheid, niet een kerkelijke leer die leert dat de wet van Mozes voorbij gegaan is terwijl Jezus zelf leert dat er geen jota of tittel van voorbij zo gaan.
We moeten de waarheid, Gods Woord, gehoorzaam zijn. Gods Woord leert zelfs dat Gods Loofhuttenfeest / feest der inzameling, Zijn dankweek, voor gewas en arbeid gevierd zal gaan worden door Jood en heiden. De Bijbel leert geen dankdag in november. Zie www.loofhuttenfeest.com.
Wie heeft u betoverd om Gods Woord niet gehoorzaam te zijn?
Wie heeft u betoverd om na ontvangen genade zalig te willen zijn zonder Zijn geboden en inzettingen met Zijn feesten te gehoorzamen?
Wie heeft u betoverd dat gij de Goddelijke waarheid met het sabbatsgebod ontheiligd?
Psalm 119 staat vol met het willen gehoorzamen van Gods inzettingen, wet (thora) en geboden: 33 HEERE, leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe. 34 Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden, ja, ik zal ze onderhouden met ganser harte. 35 Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.
De Bijbel leert: – zalig worden door genade en niet door uitwendige gehoorzaamheid – zalig zijn na ontvangen genade waarbij uit dankbaarheid Zijn geboden en inzettingen (feesten) gehouden worden – leer de eerste beginselen, houdt u aan Gods geboden en inzettingen maar niet om daardoor gerechtvaardigd te worden. – zalig zijn en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Gods wetten en inzettingen horen bij elkaar
Paulus leert in Galaten 4 dat men Gods inzettingen moet volgen zoals hij dit zelf ook doet en zoals Christus dit geboden heeft:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Jezus heeft niets anders geleerd dan wat Hij van Zijn Vader geleerd heeft..
De mensen in de tijd van Paulus legden de nadruk op Gods geboden en inzettingen. Paulus leert hen: onderhouding van Zijn geboden op zich geeft geen genade.
De kerk legt de nadruk (nog) op de genade en leert andere geboden, schaft Gods Thora af en leert nieuwe eigen inzettingen, eigen feesten, dagen en een kalender die de Bijbel nergens leert.
God leert : onderhoudt Gods wet en Zijn inzettingen (met Zijn feesten) uit dankbaarheid na ontvangen genade.
2 Korinthiërs 10:5 Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus;
Ook dominees die nog niet willen moeten Christus gaan gehoorzamen Die ons leert: Johannes 7:16 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen Die Mij gezonden heeft.
Het is de leer, de Thora van God, die Christus ons leert om te gehoorzamen.
2 Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
De Geest kan niet verkregen worden door het onderhouden van de wet maar alleen uit genade door de prediking des geloofs. Paulus prediking was en is: 2 Timothëus 3:14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt;
Paulus waarschuwt ons dat we moeten blijven in wat God ons heeft geleerd uit de boeken van Mozes en de profeten waaronder Gods heilige geboden! Besef dat Paulus helemaal geen Nieuwe Testament had.
3 Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees?
Zijt gij zo dwaas om na Christus nodig te hebben leren krijgen uit genade nu door de werken der wet gerechtvaardigd wil worden? Paulus waarschuwt dat de zaligheid alleen door genade te verkrijgen is en niet door het uiterlijk onderhouden van de geboden. Paulus leert niet dat de wet en de 10 geboden of de sabbat niet meer gehouden hoeven te worden. Zij dienen juist onderhouden te worden vanuit ons hart. De wet is geestelijk.
Gods volk wil de onveranderde wet na ontvangen genade onderhouden uit dankbaarheid voor het grote verlossingswerk van Christus. Dan durven, willen en kunnen ! we Zijn heilige dag, de sabbat, wat een onderdeel is van Zijn heilige wet niet meer te ontheiligen. |
|
Galaten 3:10-11 | 10 Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.
De mensen zijn vervloekt omdat zij de wet niet volkomen kunnen houden. Christus heeft de wet wel volkomen gehouden waardoor Hij de vloek weggenomen heeft voor de ware gelovigen.
11 En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven.
Uit het geloof, door genade, zal de rechtvaardige leven niet door het uiterlijk onderhouden van de wet.
De eis van het houden van Gods onveranderlijke wet met alle geboden blijft om die te doen uit dankbaarheid. |
|
Galaten 3:15 | Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond dat bevestigd is, doet niemand teniet, of niemand doet daartoe.
Zelfs een verbond met mensen wordt niet gewijzigd schrijft Paulus. Hij leert hier dat zeker niet aan Gods (Nieuwe) Verbond met Zijn heilige wet toe of afgedaan mag worden. Vanaf het begin tot en met het eind van de Bijbel leert God en Christus ons dat Zijn wet heilig is, onderhouden en geleerd dient te worden. |
|
Galaten 3:19-25 | 19 Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars.
Paulus leert dat de wet nodig is om ons onze zonden te leren kennen waardoor wij leren een Middelaar nodig te hebben voor onze schuld.
20 En de Middelaar is niet Middelaar van een, maar God is een. 21 Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn. 22 Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden.
Door het geloof in Christus en Zijn genade worden mensen zalig, niet door het houden van de wet. Het houden van de wet gebeurt dan uit dankbaarheid.
23 Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden. 24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. 25 Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Door het geloof in Christus wil Hij uit genade onze zonden vergeven als door de wet (de tuchtmeester) de zonden geleerd zijn. De wet is dan geen tuchtmeester meer tot Christus. De wet is dan een regel (ter onderhouding, niet ter verandering) uit dankbaarheid voor wat Christus heeft gedaan voor Zijn volk. |
|
Galaten 3:28 | Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.
De door God geheiligde sabbat is voor Jood en heiden. Zie hoofdstuk 20. |
|
Galaten 4:1-11
|
1 Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. 3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
Wij, Paulus en de Joden, waren dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen, onder de wet en inzettingen en wilden daardoor gerechtvaardigd worden.
Deze eerste beginselen zijn zeer belangrijk om te leren volgens Hebreeën 5:12 maar kunnen niet rechtvaardig maken:
Hebreeën 5:12 Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods;
Vervolg Galaten 4 4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
In het Grieks staat hier voor wet: nomom = Thora
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
Merk op, zij wilden rechtvaardig worden door gehoorzaamheid aan: Vers 3: de eerste beginselen van Gods woorden, Gods leer in de 5 boeken van Mozes = Thora Vers 5: de wet, de Thora
De wet is en wordt niet afgeschaft maar men wordt niet rechtvaardig door deze te onderhouden, enkel uit genade.
De eerste beginselen zijn Gods woorden, de wet met de inzettingen, de Thora ! die dominees juist moeten leren volgens Hebreeën 5:12 maar niet om daardoor rechtvaardig te worden.
Nogmaals: Hebreeën 5:12 Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods;
Leer deze eerste beginselen wel omdat God dit vraagt Leer deze eerste beginselen niet om daardoor rechtvaardig te worden.
De kerk en veel mensen hebben hier van gemaakt: Leer deze eerste beginselen niet. Hiermee spreekt men God tegen.
Leer deze eerste beginselen EN de genade, door Christus.
Want zonder de genade, zonder Christus moet men de eerste beginselen niet leren. Wel met Christus:
Kolossensen 2:8 Ziet toe dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.
Laat u niet leiden naar: – ijdele verleiding naar de overlevering van mensen, de kerkelijke leer die anders leert dan Gods Woord – de eerste beginselen van Gods Woorden om daardoor rechtvaardig te willen worden in plaats van door Christus. De eerste beginselen moeten wel geleerd worden volgens Hebreeën 5:12 maar daarbij ook de genade, wet (Thora) en evangelie.
Vervolg Galaten 4:6 6 En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! 7 Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus. 8 Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn;
Toen gij, heidenen, God niet kende diende gij de afgoden.
9 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen?
Als gij God kent moet u niet weer gerechtvaardigd willen worden door het onderhouden van door Gods wet (Thora) en inzettingen. Deze zijn zwak en arm omdat men daardoor niet gerechtvaardigd kon en kan worden.
Ze zijn niet afgeschaft want dan zouden ze helemaal geen waarde hebben. Ze zijn zwak en arm omdat men door onderhouding daarvan niet rechtvaardig kan worden.
Paulus leert deze beginselen niet af. Paulus leert de rechtvaardigmaking hierdoor af.
De beginselen moeten juist geleerd worden aan degenen (de leraars / voorgangers) die deze niet willen leren volgens Gods Woord: Hebreeën 5:12 Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods;
Vervolg Galaten 4: 10 Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren.
Paulus prijst hen! dat zij de inzettingen houden zoals hij hen ook prijst in: 1 Korinthiërs 11:2 En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb.
Paulus heeft de wet van Mozes (Thora) met Gods inzettingen en geboden overgeleverd.
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen;
In het Grieks staat ook hier voor wet: nomom = Thora !
De heidenen wilden deze inzettingen echter houden om daardoor gerechtvaardigd te worden. Paulus leert dat hij hen prijst dat zij de inzettingen onderhouden maar dat het onderhouden hiervan niet rechtvaardig maakt.
Er staat niet dat Paulus leert dat de door God geheiligde feesten afgeschaft zijn. Paulus vierde Gods feesten en leert de heidenen om ook in het vieren van Gods feesten zijn navolgers te zijn zoals Hij een navolger van Christus is volgens:
1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
Vervolg Galaten 4: 11 Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb.
Paulus gelooft dat hij niet tevergeefs hen geleerd heeft. Ze houden namelijk de inzettingen (waarin hij hen prijst!) alleen denken zij hierdoor gerechtvaardigd te kunnen worden wat Paulus af wil leren.
Als de kerk met Galaten 4:10 uitlegt dat Paulus de mensen leert dat Gods inzettingen en feestdagen niet gevierd hoeven te worden dan heeft zij niet in de gaten dat deze tekst dan juist tegen de kerk zou leren:
De kerk zou dan juist niet hun eigen dankdag, kerstfeest en andere eigen dagen mogen houden.
Dan leert deze tekst juist ook dat alle eigen ingestelde kerkelijke feestdagen niet gehouden mogen worden!
De kerk moet leren wat God in Zijn Woord leert: houdt Gods feestdagen, maar niet om daardoor rechtvaardig te worden!
Leer uit de Bijbel wat God leert, leer niet uit de kerkelijke leer wat God niet leert.
Als de te heiligen dagen niet uit zouden maken: – is er geen enkele dag heiliger dan een andere dag! – vervalt zelfs het vierde gebod (het sabbatsgebod) van de heilige wet met de 10 geboden! – vervallen alle hoogtijden (feestdagen) van God waaronder Zijn sabbat – kan en mag men anderen niet oordelen die Gods feestdagen heiligen! – kan er geen sprake zijn van een heilige samenroeping op de door God geheiligde sabbat! Terwijl de Bijbel ons leert dat we op zijn heilige dag een heilige samenroeping moeten hebben. |
|
Galaten 5:1 | 1 Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
De vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft is de genade! Staat dan in de genade. Heb de vrijheid door genade, niet door eigen verdienste met het onderhouden van de wet.
Wordt niet wederom belast met het juk der dienstbaarheid, het rechtvaardig willen worden door het onderhouden van de wet.
Paulus schaft de wet niet af! Paulus waarschuwt de Galaten dat zij de rechtvaardigmaking niet door het onderhouden van de wet verkrijgen. Christus heeft ons vrijgemaakt van de straf. De wet met de 10 geboden, blijft volgens Christus zelf en Paulus onveranderd:
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Het juk is niet de wet maar het rechtvaardig willen worden door de wet. |
|
Galaten 5:10 | Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij.
Paulus waarschuwt de Galaten dat ze niet anders zullen gevoelen, leren, dan dat hij hun geleerd heeft, dat de rechtvaardigmaking niet uit het onderhouden van de wet maar uit genade plaats vindt. |
|
Galaten 5:18
|
Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Als Gods Geest u leidt zijt gij niet meer onder de wet om daardoor rechtvaardig te worden maar mag en wilt u Gods heilige en onveranderde en eeuwigdurende wet houden uit dankbaarheid omdat Hij dit van ons vraagt. |
|
Efeze 2:11-22 | 11 Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt door hen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt;
De heidenen werden voorhuid genaamd. Er was scheiding tussen de Joden en de onbesneden heidenen die de Thora niet wilden houden. 12 Dat gij in die tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.
Voor die tijd waren de heidenen onbekend met het Joodse volk, de verbonden, de beloften en Gods wet (Thora) en geboden.
Maar nu door Christus Jezus zijt gij, die eerst onbekend was met het Joodse volk, nabij gekomen door het bloed van Christus.
Christus is onze vrede, Hij heeft Joden en heiden één gemaakt, de scheidsmuur weggenomen.
Wat is de oorzaak van de vijandschap tussen de Joden en de heidenen? De wet der geboden in inzettingen bestaande. De vijandschap van de heidenen die er was tegen de Thora heeft Hij weggenomen! Christus heeft niet de Thora weggenomen maar de vijandschap tegen de Thora. De Thora is in het Nieuwe Testament niet afgeschaft volgens Hebreeën 10:28.
Gods wet is niet weg maar het onderscheid waardoor nu ook de heidenen toegang hebben tot de vader. Christus maakt Jood en heiden één in Hemzelf, vrede makende.
Hij verzoent Jood en heiden door Zijn sterven. Hij heeft de vijandschap, de onbekendheid met en weerstand tegen de Thora, weggenomen!
17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en hen, die nabij waren. 20 Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen;
Let op: de heidenen zijn medeburgers van Gods volk, de Joden. Zoals ook Galaten 3:29 leert: En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. De Joden die Jezus belijden worden niet medeburgers van de Christenen maar de Christenen van de Joden.
Zo zijt Gij niet meer vreemdelingen maar medeburgers van de Joden, gebouwd op het fundament van de apostelen EN de profeten. Zo zijt gij nu bekend met de wet van Mozes, de Thora ! en Genade. Wet en Evangelie. De wet van Mozes, de Thora, is niet afgeschaft:
Vervolg Efeze 2: 21 Op Welke het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heilige tempel in de Heere;
Jood en heiden, samengevoegd zijnde, wassen op tot een heilig leven op het fundament van de apostelen en de profeten (inclusief de boeken van Mozes, de Thora!) waarvan Christus is de uiterste Hoeksteen.
|
|
Efeze 4:21-25 | 21 Indien gij naar Hem gehoord hebt en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is;
Doe wat u door Hem geleerd bent. Christus heeft ook de sabbat geheiligd en geleerd als onderdeel van Zijn heilige geboden. Onderhoudt de sabbat.
22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande den vorigen wandel, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding, 23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds, 24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. 25 Daarom, legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden.
God leert de sabbat, God is waarheid. De mens leert de zondag, de mens is leugenachtig. Leg af de leugen, verlaat de leugen van de zondag en leer de waarheid waaronder de heiliging van de sabbat! |
|
Filippenzen 3:16-17 | 16 Doch waar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelven regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen.
Laat ons naar dezelfde regel, naar wat God ons in Zijn Woord leert, gedragen.
17 Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.
Paulus leert ons zijn, maar bovenal Christus voorbeeld te volgen. Christus heiligde de sabbat, Paulus heiligde ook de sabbat. zie Handelingen 18:4 en Handelingen 28:17. |
|
Filippenzen 4:9 | Hetgeen gij ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.
Paulus leert om te doen wat hij geleerd heeft (hij leerde wat de Bijbel leert, geen zondag maar de sabbat en noemde het gebod heilig!) en wat hij gedaan heeft (hij heiligde ook de sabbat). |
|
Kolossensen 1:16 | Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
Ook de geheiligde sabbat is door God en door Christus tot eer van God en Christus geschapen. Nergens in de Bijbel staat dat de heiliging van sabbat afgeschaft is. |
|
Kolossensen 2:4-23 | 4 En dit zeg ik, opdat niet iemand u misleide met beweegredenen die een schijn hebben.
Paulus waarschuwt de Kolossensen tegen schijnredenen en prijst hun vastigheid van het geloof. De grond voor de zondag is ook een schijnreden, er is geen zondagsgebod. Laat u niet misleiden met schijnredenen die Gods Woord tegenspreken.
5 Want hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening en de vastigheid van uw geloof in Christus.
Deze brief is aan de heidenen in Kolosse geschreven die van nature afgodendienaars zijn. Maar nu volgens de leer van God in de Bijbel en dezelfde leer van Christus, die Paulus hun doorgeeft, Zijn geboden hebben leren houden en vasthouden. Dit blijkt uit vers 5-8. Paulus prijst hun vasthouden aan het geloof.
6 Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem;
Wandelt, doe zoals Christus. Christus leert ons in Joh. 15:10 om Zijn geboden te onderhouden gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft, niet anders. Christus heiligde ook de sabbat en gaf ons opdracht om de geboden te houden, dus ook Zijn 7e dag te heiligen, gelijkerwijs Hij deze gehouden heeft. Wandelt alzo in Hem.
7 Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve met dankzegging.
Paulus leert de Kolossenzen en ons: doe zoals u geleerd zijt vanuit Gods Woord! Gods Woord leert de sabbat. Houdt de geboden tot Zijn eer. Ook de sabbat. Niets anders dan wat Gods Woord leert.
8 Ziet toe dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.
Laat u niet meevoeren door filosofie en ijdele verleiding. Laat u zo ook niet mee blijven voeren om de zondag tegen Gods Woord te handhaven naar de overlevering door mensen wat God en Christus ons niet heeft geleerd. Ook de zonde van het overtreden van Zijn heilige sabbat, de 7e dag moet ons heenwijzen naar Christus.
Doe niet zoals u gewend was voordat u geloof kreeg in Christus. Hier wordt onder andere gewaarschuwd tegen oude inzettingen, overleveringen of (Joodse) zelf ingestelde gebruiken en wereldse invloeden die goed zouden zijn omdat het al zolang gedaan wordt in plaats van de leer van Christus die ook de heilige sabbat, de 7e dag, leert. De zondag als overlevering van mensen is tegen de leer van Christus.
9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; 10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht; 11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; 12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. 13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende; 14 Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende;
Paulus schrijf hier niet over het handschrift of de wet die tegen ons was. De wet en het sabbatsgebod was en is niet tegen ons maar leert ons Christus nodig te krijgen voor onze zonden. De sabbat is ook juist een verlustiging voor de mens tot eer van God.
Het gaat over de wet die tegen ons getuigt omdat wij zelf de rechtvaardigheid niet kunnen verdienen door het onderhouden van de wet. De rechtvaardiging door onderhouding van de wet is weggenomen door Christus. We kunnen nu rechtvaardig worden uit genade.
Paulus schrijft hier niets over de wet met de 10 geboden. Hij schrijft niet: – dat de wet (of één gebod daarvan) uitgewist zijn, of – dat de 10 geboden aan het kruis genageld zijn.
Als de wet aan het kruis genageld zou zijn en niet meer zou gelden, dan zou Christus de orde van de heilige geboden tot wanorde hebben gemaakt. Paulus leert juist dat de wet van de 10 geboden heilig is in Romeinen 7:12..
Als Paulus hier zou leren dat de wet (deels) afgeschaft is dan spreekt hij zichzelf tegen met wat hij in vers 5 tot 8 hiervoor leert. Hij spreekt zich dan ook tegen in Romeinen 7:12 waar hij leert dat de wet heilig is en in vers 22 waar hij leert dat hij een vermaak heeft in de wet Gods. Ook zijn lust is in des Heeren wet.
15 En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd.
De dood is overwonnen!
16 Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk des feest dags, of der nieuwe maan, of der sabbatten;
Paulus leert de mensen: – laat u niet (ver)oordelen als u de feestdagen blijft houden zoals God vraagt en doe het tot eer van God! Zoals hij in vers 5 al zegt: ziende uw ordening en de vastigheid van uw geloof in Christus – trekt uzelf niets aan van mensengeboden voor een andere invulling van deze heilige feestdagen. – dat zij deze inzettingen juist moeten houden wat hij bevestigt in: 1 Korinthiërs 11:2 En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb.
Paulus heeft de inzettingen overgeleverd zoals Jezus deze heeft gehouden: 1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
Als mensen tegen ons zeggen: laat u niet oordelen als u zich aan de regels houdt betekent dit uiteraard juist NIET dat we de regels mogen gaan overtreden! Dan zouden deze mensen tegen het gezag spreken. Zo zou Paulus ook tegen Gods heilige Wet spreken als hij zou leren dat de mensen de sabbat niet meer hoefden te houden.
Laat u door ijdele filosofie (vers 8 hierboven) niet verleiden om Gods geboden met Gods heilige sabbat te ontheiligen.
Paulus prijst in 1 Korinthiërs 11:2 de Korintiërs dat zij hem volgen in de inzettingen, de wet van Mozes en de profeten die hij leert zoals God Paulus heeft geleerd. Paulus leerde ook het heiligen van de sabbat zoals hij door God geleerd heeft.
Er is dus in Kolossenzen 2:16 geen sprake van een afschaffing van deze inzettingen maar een aansporing om hierin te volharden.
Paulus schrijft in vers 16 het vervolg op vers 14 waar het gaat over de ceremoniële inzettingen waarop Paulus aansluit met: dat (dit is een conclusie!) u dan niemand oordele in onthouding van eten of drinken (vasten) in het stuk (het deel / invulling): van de feest dag (des feestdags), van de nieuwe maan (der nieuwe maan), van de sabbatten (der sabbatten).
Paulus leert hen juist: houdt Gods leer aan en laat u hierover en over de invulling van deze dagen met allerlei spijswetten niet veroordelen (zie vers 21).
Ook de heidenen in Pisidië heiligden de sabbat: Handelingen 13:42 En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.
De kanttekeningen, die waardevol zijn als deze met Gods Woord overeenkomen, leren hier dat de sabbat deels ceremonieel zouden zijn. Dit is tegen Gods Woord. Christus leert in Mattheus 5:19 dat het sabbatsgebod, niet ontbonden mag worden in deels ceremonieel en deels zedelijk.
De kanttekeningen spreken dan ook de profeet Jesaja tegen die ons leert dat in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde de nieuwe maanden en de sabbatten gevierd zullen worden door alle volken.
Volgens Jesaja zal in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde ook de door God geheiligde sabbat gevierd worden: Jesaja 66:22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Als Paulus zou leren dat het 4e gebod afgeschaft of veranderd zou zijn dan zou hij zichzelf en de Bijbel tegenspreken in onder andere de volgende Bijbelteksten:
Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Handelingen 20:20 Hoe ik niets achtergehouden heb van hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen;
Handelingen 24:14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is;
Handelingen 25:8 Dewijl hij, antwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.
Handelingen 26:22 Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
1 Korinthiërs 4:16 Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.
1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
2 Thes. 2:15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief.
1 Timóthëus 1:3 Gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonie reisde, zo vermaan ik het u nog, opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren;
1 Timothëus 6:3-4 3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, 4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
1 Timothëus 4:16 Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.
2 Timothëus 3:14-17 14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt;
Hebreeën 10:28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
Jacobus 2:10 Want wie de gehele wet zal houden, en in een zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.
1 Petrus 2:21 Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
2 Petrus 1:19 En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten.
1 Johannes 2:3-7 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. 7 Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt. 8 Wederom schrijf ik u een nieuw gebod: hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u waarachtig; want de duisternis gaat voorbij, en het waarachtige licht schijnt nu.
1 Johannes 5:2-3 2 Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
In bovenstaande en in vele andere teksten zou Paulus zichzelf en de Bijbel tegenspreken als hij de wekelijkse heilige sabbat afgeschaft zou hebben!
Vervolg van Kolossensen 2: 17 Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus.
De schaduwen De inzettingen (uit vers 16) zijn een heenwijzing naar de toekomst. Er staat niet dat deze een schaduw waren maar dat zij dit nog steeds zijn, zo leert ook Jesaja over de nieuwe aarde in:
Jesaja 66:22 Want gelijk als die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Paulus leert de mensen: – laat u niet (ver)oordelen als u de feestdagen blijft houden zoals God vraagt en doe het tot eer van God! Zoals hij in Kolossensen 2:5 zegt: mij verblijdende en ziende uw ordening en de vastigheid van uw geloof in Christus.
Paulus leert de mensen: – trekt uzelf niets aan van mensengeboden voor een andere invulling van Gods heilige feestdagen.
Paulus leert de mensen: – dat zij deze inzettingen juist moeten houden wat hij bevestigt in: 1 Korinthiërs 11:2 En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb.
Paulus heeft de inzettingen overgeleverd zoals Jezus deze heeft gehouden: 1 Korinthiërs 11:1 WEEST mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus
Ook Hebreeën leert dat de schaduwen de hemelse dingen dienen (actueel !). Er staat niet dat de schaduwen de hemelse dingen dienden, maar dienen:
Hebreeën 8:4-5 4 Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen priester zijn, dewijl er priesters zijn die naar de wet gaven offeren; 5 Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen,, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou. Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding die u op den berg getoond is.
Als Christus nog op aarde zou zijn en dus niet gestorven was dan zouden de wetten over de offers een schaduw hebben. Deze zouden dan naar Christus wijzen.
Er staat niet dat de andere wetten een schaduw waren! Het gaat nadrukkelijk over de offerwetten.
Hebreeën 10:1 WANT de wet, hebbende(heeft) een schaduw der toekomende goederen(Gods Koninkrijk), niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden die zij alle jaar geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen die daar toegaan.
De wet heeft een schaduw van de toekomst. De wet met de offers kon niemand heiligen. De offerwetten wezen naar Christus en zijn niet meer nodig door Christus Offer. Paulus leert dat de wet zelf nog steeds een schaduw heeft, de wet wijst nog steeds naar Christus, die gekomen is en weer komen zal in het komende Koninkrijk.
Vervolg van Kolossensen 2: 18 Dat dan niemand u overheerse naar zijn wil in nederigheid en dienst der engelen, intredende in hetgeen hij niet gezien heeft, tevergeefs opgeblazen zijnde door het verstand zijns vleses;
Laat u niet wat anders leren dan wat God ons in Zijn Woord leert. God leert ons de sabbat. De mensen leren de zondag.
19 En het Hoofd niet behoudende, uit hetwelk het gehele lichaam, door de samenvoegselen en samenbindingen voorzien en samengevoegd zijnde, opwast met goddelijken wasdom.
We moeten het Hoofd volgen, Christus die ons leert om de geboden te onderhouden gelijkerwijs Hij deze onderhouden heeft. We moeten niet de menselijke inzettingen volgen maar Zijn geboden, zo ook het vieren van de heilige sabbat.
20 Indien gij dan met Christus de eerste beginselen der wereld zijt afgestorven, wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet, met inzettingen belast?
Paulus leert: uw weet dat u niet door eigen gehoorzaamheid rechtvaardig wordt. U bent afgestorven van de leer dat men rechtvaardig wordt door gehoorzaamheid. Paulus schaft de wet niet af, wel de rechtvaardigmaking hierdoor. De eerste beginselen moeten wel geleerd worden volgens Hebreeën 5:1b maar niet om daardoor rechtvaardig te willen worden.
Hij leert daarbij dat men niet door eigen inzettingen belast moet worden:
Vervolg van Kolossensen 2: 21 Namelijk raak niet, en smaak niet, en roer niet aan.
Let op: de conclusie van dit hoofdstuk staat hier in vers 21. Hier wordt de uitleg van vers 16 bevestigd. Het gaat hier om mensen geboden (zie vers 22) over het gebruik van bepaald voedsel of vasten op de vermelde dagen. Zie ook Romeinen 14.
Vervolg van Kolossensen 2: 22 Welke dingen alle verderven door het gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der mensen;
Het gaat niet over de inzettingen van het eten van rein of onrein vlees want wat God hierover leert zijn geen mensen inzettingen maar Gods inzettingen.
Het gaat over: 1 eten en drinken, dat vergaat door het gebruik, de sabbat vergaat niet door gebruik! 2 regels naar geboden van mensen. De sabbat is geen gebod van mensen maar van God. Het gaat hier over de mensengeboden met betrekking tot eten en drinken.
* Zijn de feestdagen geboden en leringen van mensen? Nee * Zijn de dagen van nieuwe manen geboden en leringen van mensen? Nee * Is het vierde gebod, gedenkt den sabbatdag dat gij dien heiligt, een lering der mensen? Nee! * Zijn de regels over wel of geen vlees eten op deze dagen ingesteld door mensen? Ja
Het gaat hier dus over de geboden en leringen van mensen, namelijk het wel of niet gebruiken van bepaald voedsel op deze dagen. Paulus bevestigt hier de uitleg van vers 16.
Vervolg van Kolossensen 2: 23 Dewelke wel hebben een schijn rede van wijsheid in eigenwilligen godsdienst en nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, doch zijn niet in enige waarde, maar tot verzadiging van het vlees.
Hier is nogmaals de kern van dit hoofdstuk: Menselijke inzettingen met betrekking tot wel of niet eten van bepaald voedsel op bepaalde dagen. Zie ook Romeinen 14.
De regels met betrekking tot bepaald voedsel wel of niet eten op deze dagen lijken wijsheid in zelfgemaakte godsdienst. Men spaarde het lichaam niet door het onthouden van bepaald voedsel, echter heeft dit geen waarde voor God als het zonder geloof gebeurt. Het voedsel is voor het lichaam, het lichaam niet voor het voedsel maar om te leven tot eer van God.
Uit de hele context vanaf vers 8, in vers 16 en vers 20 en de conclusie in vers 21 en 23 blijkt dat Paulus wijst op de gebruiken zoals onderscheid in eten en drinken en menselijke instellingen op de feestdag, op de dag van de nieuwe maan en op de sabbatten. Paulus schrijft hier niet dat dé wekelijkse sabbat niet meer gehouden hoeft te worden maar dat de menselijke inzettingen met betrekking tot eten en drinken op deze dagen niet bindend zijn zoals uit de context en de hele Bijbelse heiliging van de door God geheiligde sabbat blijkt.
Als Paulus met Kolossensen 2:16 de wekelijkse door God geheiligde sabbat bedoelt is dit in tegenspraak met Paulus leer en leven en met Jezus woorden. Jezus wordt dan tegengesproken. Zie Jezus’ woorden in Lu 16:17 en Mt 5:17-19. Paulus leert niet dat de door God geheiligde sabbat niet meer gehouden hoeft te worden maar stelt zelf het voorbeeld van het heiligen van de sabbat in het nieuwe testament:
Handelingen 17: 1 En door Amfipolis en Apollonia hun weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. 2 En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften,
Handelingen 18:4 En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.
Op elken sabbat ! Dit vindt plaats in het jaar 51-53 na Christus. De door God geheiligde sabbat werd ook toen nog geheiligd. Zelfs door de heidenen.
Paulus houdt elke sabbat zoals blijkt uit bovenstaande tekst. De Bijbel leert ons niet dat hij de eerste dag van de week heiligde in plaats van de sabbat.
Tevens zegt Paulus in Handelingen 25:8 Dewijl hij, antwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.
Als Paulus de zondag had geleerd in plaats van de door God geheiligde sabbat dan had hij tegen de wet van de Joden in geleerd en zouden de Joden een reden hebben gehad om hem hierom te doden volgens: Exodus 31:15 Zes dagen zal men het werk doen, doch aan den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN; wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Handelingen 25:9 Maar Festus, willende den Joden gunst bewijzen, antwoordde Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en aldaar voor mij over deze dingen geoordeeld worden? 10 En Paulus zeide: Ik sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld moet worden; den Joden heb ik geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet. 11 Want indien ik onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen mij beschuldigen, zo kan niemand mij hun uit gunst overgeven. Ik beroep mij op den keizer.
Paulus bevestigt hier dat hij de gehele wet, inclusief de sabbat! houdt en deze heiligde zoals God deze ingesteld heeft en nog vraagt. Als Paulus de zondag had geleerd dan hadden de Joden zeer zeker Paulus hiervan kunnen beschuldigen echter is hier geen woord over te vinden in de Bijbel.
Er staat in de Bijbel dat God de sabbat geheiligd heeft, niet dat God de geheiligde sabbat afgeschaft heeft en ook niet dat God de eerste dag van de week geheiligd heeft. De mensen hebben het er van gemaakt dat Christus deze dag heiligde in plaats van de wekelijkse sabbat maar dit staat niet in de Bijbel en spreekt zelfs Christus’s leer en leven en daardoor God zelf tegen!
De wekelijkse sabbat is niet (gedeeltelijk) ceremonieel, zie: Genesis 2:2 Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God heeft den zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken.
Al voor de zondeval heeft God de 7e dag geheiligd wat ook in het 4e gebod herhaald wordt ter inscherping in Exodes 20:11, 31:17, Deuteronomiom 5:12, 15 en door de hele Bijbel. Er is dan ook geen sprake van een ceremonieel deel van de instelling van de zevende dag omdat er ook voor de zondeval geen ceremoniën waren die heenwezen naar Christus.
Als het sabbatsgebod ontbonden wordt in deels ceremonieel en deels zedelijk dan spreken we Christus tegen: Mattheus 5:19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen;
Het 4e gebod, betreffende de door God ingestelde sabbat, is geen schaduw of ceremoniële wet die voorbijgegaan is volgens wat Jezus zelf zegt in Mt 5:17-19 en Lu 16:17. Door te zeggen dat de eerste dag van de week in plaats van de door God geheiligde sabbat gekomen is dan is er veel meer dan een jota of tittel van de wet veranderd en spreken we Jezus en Gods Woord tegen.
Jezus gaf zijn discipelen vlak voor zijn hemelvaart een opdracht: Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Christus heeft niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat opgehouden is maar dat deze zal blijven en zegt duidelijk dat de discipelen maar ook wij Hem ook daarin moeten volgen!
Als Christus geleerd zou hebben dat de sabbat afgeschaft was of afgeschaft zou worden dan zouden ze geen valse getuigen hebben hoeven te zoeken om Jezus te veroordelen!
Lees en herlees de Bijbel en leer wat God ons door Zijn Woord leert. Neem niet een enkele tekst uit zijn verband om daarmee de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat te plaatsen wat dan weer zwaar strijdig is met andere schriftgedeelten en zelfs Jezus’ leer en leven tegenspreekt maar lees en leer waar het in de context om gaat. |
|
Kolossensen 3:6 | 6 Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid;
Het niet gehoorzamen van Zijn heilige sabbatsgebod is ook ongehoorzaamheid. Het wel gehoorzamen van het mensengebod, de zondag, is tegen Gods Wet, het is ongehoorzaamheid. |
|
Kolossensen 3:9 | 9 Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken,
Het is een leugen dat God de zondag geheiligd heeft in de Bijbel als wekelijkse rustdag en de sabbat heeft afgeschaft. Lieg niet! |
|
Kolossensen 3:11 | Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije, maar Christus is alles en in allen.
Er is geen onderscheid tussen Griek en Jood. Er is geen sabbat voor de Joden en zondag voor de heidenen. |
|
Kolossensen 3:16 | Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liedekens, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
Leer en vermaant met de psalmen! Lees psalm 119 hiervoor in dit document die overvol staat met het uit liefde volgen van Gods heilige geboden. Deze psalm bevestigt dat Zijn wet de waarheid is.
Het sabbatsgebod is waarheid. Het menselijke zondagsgebod is een leugen. |
|
Kolossensen 3:23-24 | 23 En al wat gij doet, doet dat van harte als voor den Heere en niet voor de mensen,
Vier de sabbat tot Zijn eer zoals de Heere het vraagt in Zijn Woord. Houd niet een zondagsgebod van en voor mensen.
24 Wetende dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient den Heere Christus.
Volg Christus zoals Hij leert dat wij Zijn geboden moeten houden zoals Hij deze gehouden heeft in Johannes 15:10, niet anders, ook het sabbatsgebod. |
|
1 Thes. 4:1 | VOORTS dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt.
Paulus vermaant hen om Gods Woord te volgen en niet te veranderen. |
|
1 Thes. 1:6 | En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;
Weest navolgers van Jezus, die ook de door God en door zichzelf geheiligde sabbat heiligde en leerde dat deze zou blijven, zelfs nadat de hemel en de aarde voorbijgegaan zijn.
Geloof en gehoorzaam het Woord van God. God geeft geen opdracht een ander woord, kerkleer, kerkorde of kerkwet te gehoorzamen maar alleen Zijn heilig Woord. |
|
1 Thes. 2:14 | Want gij, broeders, zijt navolgers geworden der Gemeenten Gods, die in Judea zijn, in Christus Jezus; dewijl ook gij hetzelfde geleden hebt van uw eigen medeburgers, gelijk als zij van de Joden;
Paulus leert de heidenen: Zijt navolgers van Gods Woord en de profeten zoals de Gemeenten Gods in Judea die in Christus geloven. Wees navolgers van Christus! De gelovige Joden hielden de sabbat zoals God en de profeten hen geleerd hadden zonder de eigen gemaakte regels voor de invulling van deze dagen. Paulus en deze Joden hadden geen Nieuwe Testament maar leerden uit Gods Woord, de wet en de profeten. Paulus leert geen onderscheid in de sabbat voor Jood en heiden.
Zie ook hierboven de toelichting op 1 Thes. 1:6 |
|
1 Thes. 4:7-16 | 7 Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid.
Het is een fabel dat God een zondagsgebod heeft gegeven. Verwerp deze dwaling en oefen uzelf tot godzaligheid in wat Gods Woord leert, volg geen mensengeboden.
8 Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut, maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. 9 Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig.
Wat Gods Woord leert, ook over de sabbat, is getrouw, waarheid. Dit is alle aanneming waardig. Een zondagsgebod wat Gods Woord niet leert mag niet geleerd worden.
10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden gesmaad omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen. 11 Beveel deze dingen en leer ze.
Leer wat Gods Woord leert. Onderhoud dat ook al wordt u daarvoor gesmaad en verworpen.
12 Niemand verachte uw jonkheid; maar zijt een voorbeeld der gelovigen in het woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
Niemand mag een ander die jong is verachten alsof hij/zij minder is dan oude leraars.
13 Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kom.
Lees, onderzoek, vermaan totdat de Koning komt.
14 Verzuim de gave niet die in u is, die u gegeven is door de profetie met oplegging der handen van de ouderlingschap. 15 Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles. 16 Heb acht op uzelven en op de leer, volhard in deze; want dat doende zult gij én uzelven behouden én die u horen.
Volhard in de leer van Gods Woord, onderhoud Zijn geboden zoals Hij deze geboden heeft, ook de sabbat. Volg geen mensengeboden. |
|
1 Thes. 5:20 | Veracht de profetieën niet;
De profetieën leren de sabbat. Zie ook 2 Petrus 1:19 En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten;
Zeer vast! Dit is onwankelbaar, niet te wijzigen. Als een huis op een steenrots. Zo is ook de sabbat niet te wijzigen. God heeft de sabbat, de zevende dag van de week geheiligd. Mensen kunnen geen andere dag heiligen voor Gods sabbat. |
|
2 Thes. 2:15 | Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief.
Paulus heeft hen ook geleerd Gods Woord aan te houden, niets anders. |
|
2 Thes. 3:6 | 6 En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft. 7 Want gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder u;
Paulus vermaant nogmaals hen te volgen naar wat hij heeft geleerd en gedaan. Hij bevestigt hier weer dat hij zich niet ongeregeld heeft gedragen en dat hij ook niet gezondigd heeft tegen de wet! Hij heeft de sabbat niet afgeschaft of de zondag ingesteld.
Handelingen 25:8 Dewijl hij zich verantwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd. |
|
1 Timóthëus 1:3 | Gelijk ik u vermaand heb dat gij te Éfeze zoudt blijven, als ik naar Macedónië reisde, zo vermaan ik het u nog , opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren,
Paulus waarschuwt om geen andere leer te leren dan God in Zijn Woord geleerd heeft. |
|
1 Timóthëus 4:6-11 | 6 Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt.
7 Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. 8 Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. 9 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig. 10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen. 11 Beveel deze dingen, en leer ze.
Leer wat Gods Woord ons leert, niet anders. Gods Woord leert de sabbat als wekelijkse rustdag, geen zondag. |
|
1 Timothëus 1: 8-9 | 8 Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand die wettelijk gebruikt;
9 En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers,
De wet is goed, zelfs heilig! Mensen kunnen en mogen deze niet wijzigen. De wet is gesteld voor zondaren om hun ellende te leren kennen en hun de noodzaak van Christus te leren.
De wet moet en mag uit dankbaarheid (gehoorzaamheid hoort bij dankbaarheid !) tot eer van God gehouden worden. |
|
1 Timothëus 1:13b | ..maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongelovigheid.
Zo is ook de zondag in onwetendheid gehouden in plaats van de door God geheiligde sabbat en is daar vergeving voor als men dit nog niet weet. |
|
1 Timothëus 1:18 | Dit gebod beveel ik u, mijn zoon Timótheüs, dat gij naar de profetieën die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt,
Paulus spoort Timothëus aan om volgens de profetieën te leren. De profetieën leren allemaal de door God geheiligde sabbat, niet de zondag. |
|
1 Timothëus 4:9-13 | 9 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig.
10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen. 11 Beveel deze dingen, en leer ze. 12 Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. 13 Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome. |
|
1 Timothëus 4:16 | Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.
Leer wat Jezus heeft geleerd: Onderhoudende alles wat Ik u geboden heb. |
|
1 Timothëus 6:3-4 | 3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is,
Paulus waarschuwt voor mensen die een andere leer leren dan wat hij en Christus hebben geleerd. Christus heeft zelf de sabbat ingesteld, het gebod gegeven en onderhouden.
Hij leert dat de wet goed is en dat wij dienen te blijven in hetgeen ons door de profeten en Christus geleerd is. God en de profeten hebben ons de sabbat geleerd en deze dienen wij te heiligen.
De sabbatsheiliging is geen andere leer dan wat God en Christus ons leren in de hele Bijbel.
De zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat is een andere leer die in tegenspraak is met God en Christus’ leer en leven.
4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
De mensen die iets anders leren dan wat God en Christus ons leren zijn opgeblazen en veroorzaken nijd, twist, lasteringen en kwade bedenkingen omdat zij de waarheid tegenstaan.
Degenen die naar Gods Woord willen leven verkondigen de waarheid. Het verkondigen van de waarheid is geen lastering.
Gezonde woorden van Jezus zijn: Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Christus leert ons: Houd de geboden zoals Ik deze gehouden heb, ook de sabbat en geen andere wekelijkse geheiligde dag. |
|
2 Timothëus 4:2 | Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
Houd aan met het verkondigen van de waarheid zoals God het ons in Zijn Woord leert. Niets anders dan alleen Zijn Woord. Vermaan in lankmoedigheid en leer. God leert ook de sabbat in Zijn Woord, wijk daar niet van af, keer af van uw eigen inzettingen. |
|
2 Timothëus 3:14-17
|
14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt;
Paulus waarschuwt ons dat we moeten blijven in wat hij ons heeft geleerd uit de profeten. Paulus bevestigt dat hij de door God geheiligde sabbat vierde in Handelingen 25:8.
15 En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
Gods Woord maakt ons wijs tot zaligheid door het geloof in Christus. Wat Gods Woord leert dienen we te geloven. Wij mogen niet zeggen dat Gods Woord of de wet niet letterlijk genomen mag worden. Dan doen we af van Gods Woord. Op het af- of toedoen aan Gods Woord rust de vloek.
16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; 17 Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.
Met vers 16 spoort Paulus ons aan om Gods Woord te onderzoeken. Al de Schrift, ook Gods gebod over de heiliging van de sabbat. Wie dit niet wil en Gods Woord hierin niet wil onderzoeken is niet gehoorzaam aan Gods Woord, zie ook Johannes 5:39. |
|
Titus 1:9-10 | 9 Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij beide om te vermanen door de gezonde leer en om de tegensprekers te wederleggen.
Paulus leert dat iedereen, ouderling, leraar of voorganger uitsluitend vast moet houden aan de leer van Gods Woord om tegensprekers te weerleggen. De zondag is in tegenspraak met wat God en Christus ons leren. De zondag is niet door God als wekelijkse rustdag bevolen en mag daarom ook niet geleerd worden. De heilige sabbat die God leert dient geleerd te worden door ouderlingen / leraars /voorgangers.
10 Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn,
Ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders zijn degenen die zaken leren die niet in Gods Woord staan. Gods Woord leert geen zondag in plaats van de sabbat. Degenen die anders leren dan wat God leert zijn de mensen waar Paulus hier over schrijft. |
|
Titus 1:14 | En zich niet begeven tot Joodse fabelen en geboden der mensen die zich van de waarheid afkeren.
Paulus vermaant Titus de Kretenzen te waarschuwen voor dwalingen. Uitsluitend Gods Woord is de waarheid en geen inzettingen van mensen. |
|
Titus 1:16 | 16 Zij belijden dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam en tot alle goed werk ondeugende.
Zij zeggen dat zij God kennen maar zij doen niet wat God vraag in Zijn Woord maar verdraaien Gods Woord. Gods woorden worden verdraaid, er wordt inlegkunde toegepast om de zondag te leren tegen Zijn heilig Woord in. Zij verloochenen Christus woorden. Zulke mensen zijn volgens Paulus gruwelijk en ongehoorzaam want God leert ons in Zijn waarachtig Woord:
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
1 Johannes 2:4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; |
|
Titus 2:1 | DOCH gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.
Spreek, verkondig de leer die God ons leert in Gods Woord en niets anders. God leert de sabbat geen zondag. |
|
Titus 3:9 | Maar wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen en twistingen en strijdingen over de wet; want zij zijn onnut en ijdel.
Een dwaze vraag is of de zondag geheiligd is. Deze is door God namelijk niet geheiligd als wekelijkse rustdag. Wedersta, bestrijdt de dwaze vragen en strijdingen over de wet. Weerleg met Gods Woord de strijdingen, ook over het sabbatsgebod. Gods Woord is duidelijk: Gedenk de sabbatdag! Zie ook Titus 1:14. |
|
Hebreën1:1-2 | 1 God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
Gelooft wat de profeten leren over de door God geheiligde sabbat. Gelooft wat Christus leert over de door God geheiligde sabbat.
2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
De door God geheiligde sabbat is door Christus ingesteld en geheiligd, niet veranderd. |
|
Hebreeën 3:17-19 – Hebreeën 4:1-11 | 17 Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn?
18 En welken heeft Hij gezworen, dat zij in Zijn rust niet zouden ingaan, anders dan dengenen, die ongehoorzaam geweest waren? 19 En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.
De Israëlieten konden niet in de rust, in Kanaän komen vanwege hun ongeloof. Zij moesten sterven in de woestijn.
Hebreeën 4 1 Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn. 2 Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. 3 Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren. 4 Want Hij heeft ergens van den zevenden dag aldus gesproken: En God heeft op den zevenden dag van al Zijn werken gerust.
God heeft op de zevenden dag gerust, niet op de eerste dag! Op de eerste dag heeft God gewerkt.
5 En in deze plaats wederom: Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! 6 Dewijl dan blijft, dat sommigen in dezelve rust ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd was, niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid, 7 Zo bepaalt Hij wederom een zekeren dag, namelijk heden, door David zeggende, zo langen tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet. 8 Want indien Jozua hen in de rust gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen dag.
De andere dag is de eeuwige rustdag na dit leven, laat ons benaarstigen om in die rust in te gaan (vers 11)
9 Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.
Er blijft dan een rust over voor het volk van God! De eeuwige rust.
10 Want die ingegaan is in Zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.
Die ingegaan is in de hemel (Zijn rust), heeft ook van zijn werken gerust (op aarde op de 7e dag, de sabbat) zoals God van Zijn werken heeft gerust op de 7e dag.
God heeft op de 7e dag gerust. Zijn volk heeft gelijk als God van hun werken gerust, ook op de 7e dag! Als Gods volk op de 1e dag had moeten rustten dan zou hier niet kunnen staan: gelijk als God van Zijn werken heeft gerust want God heeft op de 7e dag, de sabbat gerust.
11 Laat ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle.
Laat ons zoeken om in die rust, Zijn Koninkrijk, binnen te mogen komen tot Zijn eer. |
|
Hebreeën 5:11-14
6:1-3 |
Hebreeën 5:11-14 Van denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt.
12 Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden als die melk van node hebben en niet vaste spijze.
Christus leert dat er geen jota of titel van Zijn leer (die Hij van God doorgaf) voorbij zal gaan en dat de beginselen juist naarstig geleerd moeten worden.
De Bijbel leert dat de eerste beginselen juist belangrijk zijn om te leren, met name voor dominees en leraars die dit beginsel verlaten hebben en zelfs leren dat men dit beginsel moet nalaten.
13 Want een iegelijk die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid, want hij is een kind. 14 Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.
Vele leraars van Gods Woord leren niet wat God en Christus leren maar hebben volgens Paulus zelf melk (onderwijs) nodig. Zij moeten opnieuw vanuit alleen Gods Woord (de eerste beginselen) geleerd worden waardoor het onderscheid tussen goed en kwaad (o.a. Gods inzettingen en de kerkelijke inzettingen) bekend wordt.
Nalatende / vergetende het beginsel moeten zij juist het beginsel weer zelf gaan leren volgens Hebreeen 5:1b
Hebreeën 6:1 DAAROM, nalatende het beginsel der leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren;
Paulus bevestigt dat het beginsel van de leer van Christus nagelaten werd maar dit mag NIET nagelaten worden volgens de tekst hiervoor in:
Hebreeen 5:1b hebt wederom van node dat men u lere welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods;.
DAAROM, vergeten hebbende het beginsel van de leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid inzetten. Dit houdt in: leer de eerste beginselen, zeker u als leraar of dominee. Leer verder tot de volkomen kennis van de leer van Christus en stop met het tegenspreken van Gods Woord.
De leer van Christus is de leer van God. Christus heeft ons geleerd dat wij uit geloof de geboden en inzettingen van Zijn Vader moeten gehoorzamen.
Vervolg Hebreeën 6:1 niet wederom leggende het fundament van de bekering van dode werken, en van het geloof in God, 2 Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwige oordeel.
Leg niet het fundament, of zeg niet zalig te zijn, door: 1 de bekering van dode werken (u wordt niet zalig door bekering van de zonden, alleen uit genade) 2 het geloof in God (geloof in God zonder Gods geboden en inzettingen te gehoorzamen maakt niet zalig)
Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
3 de doop (gedoopt zijn maakt niet zalig) 4 oplegging der handen (intrede in de dienst of een ambt door handoplegging maakt niet zalig) 5 opstanding der doden (het geloof in de opstanding der doden,dat de heidenen en de Sadduceeën tegenspraken, maakt niet zalig) 6 eeuwige oordeel (het geloof in een eeuwig oordeel, dat de heidenen niet willen geloven, maakt niet zalig)
3 En dit zullen wij ook doen, indien het God toelaat.
Het beginsel van de leer van Christus EN deze 6 stukken zullen wij ook doen maar niet om daardoor gerechtvaardigd te worden maar uit dankbaarheid tot eer van God.
Leg dus niet (terwijl u nalaat het beginsel van de leer van Christus) het fundament in deze 6 stukken! Deze 6 stukken zullen wij ook doen met het beginsel van de leer in Gods Woord. Er zal geen jota of titel van de Thora voorbijgaan.
Een ieder die leert dat het beginsel van de leer van Christus veranderd of afgeschaft is spreekt Jezus voluit tegen omdat er geen jota of titel van Zijn leer voorbij zal gaan. Die zal ook de minste genaamd worden in het Koninkrijk van God. Hebreeën 5 leert dat de eerste beginselen juist wel geleerd moeten worden! Hebreeën 6 leert dat de eerste beginselen niet geleerd moeten worden om daardoor zalig te worden, wel tot Gods eer.
Hebreën 5 met 6 leren samen: leer als leraar of dominee zeker de eerste beginselen maar niet tot rechtvaardigmaking!
|
|
Hebreeën 7:12,18 en 19 | 12 Want het priesterschap veranderd zijnde, zo geschiedt er ook noodzakelijk verandering der wet.
Het priesterschap is door Christus komst veranderd. De offerdienst voor de zonden is veranderd, afgeschaft, door Christus offer van Zijn Lichaam aan het kruis.
De onveranderlijke wet met de 10 geboden leerde ons eerst; doe dit en gij zult leven (het oude verbond). Echter konden de mensen de wet niet volbrengen tot hun behoud. Deze onveranderlijke zedelijke wet van de 10 geboden leert ons nu Christus nodig te leren krijgen.
…… 18 Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt om deszelfs zwakheids en onprofijtelijkheids wil;
Het voorgaande gebod, de offerwet, is vernietigd omdat dit geen rechtvaardigmaking geeft. Paulus leert dat de wet met de 10 geboden niet vernietigd is. Deze is volgens Romeinen 7:12 heilig, rechtvaardig en goed.
19 Want de wet heeft geen ding volmaakt, maar de aanleiding van een betere hoop, door welke wij tot God genaken.
De offerwetten (die afgeschaft zijn) maakten ons niet rechtvaardig. De eeuwige wet met de 10 geboden maakt ons niet rechtvaardig, alleen Christus uit genade. |
|
Hebreeën 8:4-5
|
4 Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen priester zijn, dewijl er priesters zijn die naar de wet gaven offeren; 5 Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou. Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding die u op den berg getoond is.
Als Christus nog op aarde zou zijn en dus niet gestorven was dan zouden de wetten over de offers een schaduw hebben. Deze zouden dan naar Christus wijzen.
Er staat niet dat de andere wetten een schaduw waren! Het gaat nadrukkelijk over de offer wetten. |
|
Hebreeën 8:10 | Want dit is het verbond dat Ik met het huis Israëls maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
God zal Zijn wetten die op stenen tafelen gegeven zijn ook in hun verstand en hart geven. Er is hier na de opstanding van Christus geen sprake van een nieuwe of aangepaste wet. Dezelfde wet zal in hun harten geschreven worden om die te doen vanuit het hart tot eer van Hem. |
|
Hebreeën 8:13 | 13 Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning.
In het oude verbond beloofde God Zijn zegen op gehoorzaamheid. Dit verbond heeft God vernieuwd omdat de mensen niet gehoorzaamden.
In het nieuwe verbond wil God zijn zegen geven uit genade.
De wet is niet afgeschaft of verandert door God. De wet is nu een tuchtmeester tot Christus (de wet leert onze staat kennen zodat we Christus nodig leren krijgen). De zaligheid kan niet verkregen worden door het onderhouden van de wet, alleen uit genade, zie Efeze 2:8. Er is geen oude wet en een nieuwe wet!
Er is wel een oud verbond en een nieuw verbond, beiden gebaseerd op dezelfde heilige wet en heilige onveranderlijke geboden:
Romeinen 7:12 |
|
Hebreeën 9:9-10
|
Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtoffers geofferd werden, die dengene die den dienst pleegde, niet konden heiligen naar de consciëntie; 10 Bestaande alleen in spijzen en dranken en verscheidene wassingen en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering opgelegd.
De tijd der verbetering is als Christus zou komen. Toen zijn de offerwetten bestaande uit spijsoffers en drankoffers, wassingen en slachtoffers opgehouden. Ook hier schrijft Paulus niet dat het 4e gebod opgehouden is. Dit kan ook niet want dan zou Paulus Jezus woorden in onder andere Mt 5:17-19 en Lu 16:17 en zichzelf tegenspreken. |
|
Hebreeën 10:1
|
WANT de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden die zij alle jaar geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen die daar toegaan.
De wet heeft een schaduw van de toekomst en kan met de offers van deze wet niemand heiligen. De wet zelf geldt nog steeds, de offerwetten zijn niet meer nodig door Christus Offer. De wet zelf heeft nog steeds een schaduw en wijst nog steeds naar Christus. |
|
Hebreeën 10:16 | Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
Zie Hebreeen 8:10. |
|
Hebreeën 10:24-26 | 24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. 26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
God vraagt van ons om samen te komen tot Zijn eer zoals Hij ook van ons een heilige samenroeping vraagt in Leviticus 23:3 op Zijn heilige dag, de sabbat. Deze onderlinge bijeenkomst op Zijn heilige sabbat mogen we niet nalaten. Kerken houden hun deuren zelfs gesloten op sabbat zodat er geen samenkomst kan zijn tot eer van God. Voor verjaardagen gaan de kerkdeuren echter wel open op sabbat.
Als wij in onwetendheid de zondag hielden in plaats van de sabbat te heiligen dan was er nog slachtoffer voor de zonden. God wil dan zonden vergeven die in onwetendheid gedaan zijn. Er is echter geen slachtoffer meer voor de zonden als wij Hem niet willen gehoorzamen.
Zie ook Lukas 12:47 |
|
Hebreeën 10:28
|
Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
Bijna aan het eind van het Nieuwe Testament, ongeveer 30 jaar na Christus hemelvaart, leert Paulus dat de onveranderlijke wet, (volgens Jezus woorden uit Matthëus 5:17-19), de Thora, nog steeds gehouden dient te worden en dat op overtreding van de wet de doodstraf in zijn tijd nog toegepast werd.
De wet van Mozes, de Thora, wordt teniet gedaan door het sabbatsgebod te overtreden en door te leren dat de sabbat niet meer geheiligd hoeft te worden. |
|
Hebreeën 12:9
|
Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?
Kinderen ontzagen wel hun vaders door naar hun te luisteren en te doen wat zij vroegen. Kinderen kunnen echter de regels van hun vaders niet aanpassen. Zo moeten de mensen zeker den Vader gehoorzaam zijn en Zijn geboden houden inclusief het 4e gebod wat zij ook niet kunnen en mogen wijzigen naar de zondag. |
|
Hebreeën 13:7-9 | 7 Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.
De voorgangeren waar Paulus hier over schrijft zijn de profeten en leraars uit het Oude Testament en Christus zelf. Zij leren de 10 geboden inclusief het 4e gebod met het heiligen van de sabbat. Volgt hun in leer en leven. Zij hebben de sabbat geheiligd.
8 Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid.
God, Christus en Zijn leer zijn niet veranderlijk. God is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid!
9 Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben.
Volg geen andere leer dan die Jezus heeft geleerd en geboden zoals Hij deze van Zijn Vader geleerd heeft. God heeft de sabbat ingesteld, geleerd en opdracht gegeven om in Zijn leer te blijven. De mensen hebben de zondag hiervoor in de plaats gesteld. Voordat dit gebeurde wordt hier in Hebreeën al gewaarschuwd om een andere leer dan Christus leerde niet te volgen. Echter hebben velen dit woord verworpen en de zondag omarmd en zijn nu met de zondag verstrikt geraakt. |
|
Hebreeën 13:21
|
Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u hetgeen voor Hem welbehaaglijk is, door Jezus Christus, Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Gods wil is het onderhouden van Zijn heilige wet met de heilige sabbat tot eer van Hem. |
|
Jacobus 1:17 | Alle goede gave, en alle volmaakte gift is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering.
Wat God gaf, ook Gods wet, is onveranderlijk. God zelf is onveranderlijk. Gods Woord is onveranderlijk. |
|
Jacobus 1:25 | Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.
Jacobus leert ons te blijven bij de volmaakte wet der vrijheid (de vrijheid van het zelf moeten verdienen van de zaligheid)! Zie ook Galaten 2:4. |
|
Jacobus 2:10 | Want wie de gehele wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.
De gehele wet, inclusief het 4e gebod! De door God geheiligde sabbat moet dus ook gehouden worden want er zal geen jota of tittel van de wet voorbijgaan. |
|
Jacobus 2:26 | Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken dood.
Geloof zonder het volgen van de wet uit dankbaarheid is geen geloof. |
|
Jacobus 4:17 | Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.
Wie weet dat God de sabbat leert en het niet doet, dien is het zonde. Zie ook Johannes 15:24. |
|
1 Petrus 1:2
|
De uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus: genade en vrede zij u vermenigvuldigd.
Heiligmaking en gehoorzaamheid aan Gods heilige onveranderlijke wet, inclusief het sabbatsgebod horen onafscheidelijk bij elkaar! |
|
1 Petrus 1:23 | Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwigblijvende Woord Gods.
Petrus bevestigt dat het levende en eeuwig blijvende Woord van God blijft in eeuwigheid en niet veranderlijk is. Het sabbatsgebod is ook niet veranderd door God. |
|
1 Petrus 2:21
|
Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
Wij moeten Jezus in leer en leven te volgen, onderhoudende alles wat Hij ons geboden heeft. De sabbat heeft Hij ons geboden, niet de zondag! |
|
1 Petrus 2:22
|
Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;
Christus heeft de sabbat gehouden en geleerd anders zou Hij zonden gedaan hebben tegen Gods geboden, tegen Zichzelf. |
|
2 Petrus 1:19 | En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten;
Het profetische Woord leert ons de sabbat, dit is zeer vast dus niet te veranderen. Dit blijft totdat de jongste dag aanbreekt en wij door Christus de volle kennis van Hem mogen ontvangen. |
|
2 Petrus 2:1-2 | 1 EN er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende.
Met schijnredenen, inlegkunde, wordt een leer gebracht die niet in Gods Woord staat, tegen Gods Heilig Woord in. De zondag wordt als wekelijkse dag geleerd tegen Gods Woord waarbij met inlegkunde betekenis aan teksten wordt gegeven die Gods Woord niet leren. Gods Woord leert ons de heiliging van de sabbat.
2 En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.
Velen volgen de leraars die de zondag leren waardoor Zijn heilige sabbat wordt ontheiligd. God wordt hierdoor gelasterd. Zie ook:
Matthéüs 5:19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. |
|
2 Petrus 2:21 | Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod dat hun overgegeven was.
Het heilig gebod is onder andere: gedenk den sabbatdag dat gij dien heiligt.
Het was volgens deze tekst beter geweest dat u dit gebod niet had geweten dan dat u zich afkeert van dit gebod en de zondag houdt in plaats dat u de sabbat heiligt.
U kent de wet en het sabbatsgebod dus moet u deze houden! |
|
1 Johannes 1:1-3 | 1 Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;
2 (Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) 3 Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus. Johannes en de discipelen verkondigen wat zij van den beginne gehoord en geleerd hebben en wat zij gezien en getast hebben namelijk Christus redding uit genade. Zij blijven in hetgeen zij geleerd hebben en leren niet dat de sabbat afgeschaft of veranderd is. Dit schrijf Johannes rond 90 na Christus, dus ongeveer 60 jaar na Christus’ opstanding! |
|
1 Johannes 1:10
|
Indien wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn Woord is niet in ons.
Als Zijn Woord in ons is willen we Zijn heilige geboden houden, ook het sabbatsgebod. Als de mensen leren dat de zondag geheiligd is en de sabbat ontheiligd mag worden dan maken wij Hem tot een leugenaar. Zie ook 1 Johannes 2:4. |
|
1 Johannes 2:3-7 | 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
Dit schrijft Johannes ongeveer 60 jaar na Christus hemelvaart! Als wij Hem gekend hebben willen wij Zijn geboden bewaren. De sabbatsheiliging is Gods gebod. God heeft geen gebod gegeven om de zondag te heiligen.
4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
Zijn geboden bevat ook het heiligen van de sabbat. Gods Woord leert hier: wie zijn geboden niet bewaart, niet wil gehoorzamen, is een leugenaar.
5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn.
Het is een kenmerk dat wie Zijn geboden bewaart uit geloof en deze geboden niet aanpast, maar doet tot eer van Hem, in Hem zijn.
6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Christus heeft in leer en leven niet geleerd dat de door God geheiligde sabbat opgehouden is maar dat deze zal blijven en zegt duidelijk dat de discipelen maar ook wij Hem daarin moeten volgen!
Als Christus geleerd zou hebben dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft was of afgeschaft zou worden dan zouden Zijn beschuldigers geen valse getuigen hebben hoeven te zoeken om Jezus te veroordelen! Op het schenden van de door God geheiligde sabbat staat in Gods Woord namelijk de doodstraf. Christus leert dat ook hier vergeving voor mogelijk is als men deze zonde belijdt en laat.
Handelingen 13:28 En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd dat Hij zou gedood worden.
7 Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt.
Er is geen nieuw gebod in plaats van de door God geheiligde sabbat, het oude gebod blijft. Het oude gebod is het woord dat vanaf den beginne geleerd wordt.
Het nieuwe (maar toch het bekende oude) gebod dat Johannes beschreef is: Johannes 13:34 Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. |
|
1 Johannes 2:17 | En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid.
De wil van God is onder andere het heiligen van Zijn wekelijkse sabbat. |
|
1 Johannes 2:24 | Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven.
Johannes leert ons: Blijf in hetgeen dat Gods Woord ons leert! Niet wat veel kerken ons durven te leren over de zondag tegen Gods Woord in. Wijk niet van Gods Woord af. |
|
1 Johannes 3:8-9 | 8 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.
Het ontheiligen van Gods sabbat is zonde, dit is uit den duivel.
9 Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
Gods volk wil geen zonden doen maar wil naar alle onveranderde, heilige geboden uit dankbaarheid leven. |
|
1 Johannes 3:22-24 | 22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. 24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft. |
|
1 Johannes 4:1-2 | 1 Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
Gelooft niet zondermeer alle leraars maar beproef, onderzoek, toets hen aan de enige betrouwbare Bron, Gods Woord. Wat geleerd wordt dient in overeenstemming te zijn met Gods Woord en mag niet gefundeerd zijn op geschiedenis, inlegkunde (een andere betekenis geven aan een tekst) of andere zandgronden buiten Gods heilig Woord.
2 Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God; |
|
1 Johannes 4:6 | 6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling.
Wie God kent wil Zijn wil doen. Zijn wil is het onderhouden van Zijn heilige (onveranderlijke) geboden.
Wie God niet kent wil Zijn wil niet (volkomen) doen. |
|
1 Johannes 5:2-3 | 2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar.
Het oude gebod is niet veranderd zoals Johannes hier schrijft. Het is hetzelfde als van den beginne. Ook de door God geheiligde sabbat is niet veranderd. De sabbat dient gehouden te worden uit liefde tot God. Dit lijkt zwaar maar zal niet zwaar blijken, Hij wil Zijn zegen daar op geven! |
|
2 Johannes 1:4 | Ik ben zeer verblijd geweest dat ik van uw kinderen gevonden heb die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.
Johannes is blij dat zij in de waarheid wandelen (naar Gods Woord) volgens Gods geboden. God heeft de sabbat geboden, niet de zondag. Johannes is blij dat zij de geboden, inclusief het sabbatsgebod, onderhouden zoals zij deze van de Vader ontvangen hebben.
Zij houden de geboden zoals zij deze van de Vader ontvangen hebben, niet anders! Niet de zondag in plaats van de sabbat. De Vader heeft geen zondagsgebod gegeven. |
|
2 Johannes 1:6 | 6 En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk gijlieden van den beginne gehoord hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen.
Het sabbatsgebod, het heiligen van de zevende dag, is van den beginne gehoord en dient nog steeds onderhouden te worden uit liefde tot Christus zoals Johannes schrijft.
Het gebod van den beginne, zoals ook het sabbatsgebod is gegeven, is hier aan het eind van het Oude Testament nog steeds actueel. Johannes vermaant ons deze geboden, inclusief het sabbatsgebod, ongewijzigd te houden. |
|
2 Johannes 1:9 | Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon.
Als u iets anders leert dan wat Christus leert dan kent u God niet. Zie ook 1 Johannes 2:3-4. |
|
Openbaring 1:1-9 | 1 De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;
De dingen die haast geschieden moeten zijn de oordelen en het oordeel zoals blijkt uit het vervolg van Openbaring.
2 Dewelke het Woord Gods betuigd heeft, en de getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft.
Johannes bevestigt hier dat hij Gods Woord en de getuigenis van Jezus Christus geleerd heeft. Johannes bevestigt hiermee dat hij niet afwijkt van Gods Woord en van Christus leer die beiden leren dat de sabbat de door God geheiligde dag is en dat de dag des Heeren de / een oordeelsdag is.
3 Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij.
Zalig zijn degenen die de woorden van deze profetie horen en bewaren. De tijd van de oordelen en het oordeel is nabij!
4 Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn; 5 En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed. 6 En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. 7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Hij komt met de wolken om te oordelen.
8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.
Die komen zal om te oordelen!
9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus.
|
|
Openbaring 1:10 | 10 En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
Wat bedoelt Johannes met: in den geest? Was Johannes lichamelijk aanwezig op de dag des Heeren? Nee, Johannes zag in een visioen den dag des Heeren, de dag dat Jezus zijn straffen zou geven zoals blijkt uit de context en verdere hoofdstukken. In de geest zag hij een en dé oordeelsdag.
Wat is in den geest?
Openbaring 4:2 En terstond werd ik in den geest; en zie, er was een troon gezet in den hemel, en er zat Een op den troon.
Was Johannes lichamelijk aanwezig in den hemel? Nee, Johannes zag in een visioen Christus in de hemel.
Openbaring 17:3 En hij bracht mij weg in een woestijn, in den geest; en ik zag een vrouw, zittende op een scharlakenrood beest, dat vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen.
Was Johannes lichamelijk aanwezig in de woestijn? Nee, Johannes zag in een visioen een vrouw.
Openbaring 21:10 En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God.
Was Johannes lichamelijk aanwezig op de groten berg? Nee, Johannes zag in een visioen dat hij op een groten hogen berg was.
Uit bovenstaande verzen blijkt wat Johannes bedoelt met in den geest op….. Namelijk zien in een visioen.
Openbaring 1:10 En ik was in den geest op den dag des Heeren, en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
De kanttekeningen leren dat met de dag des Heeren de eerste dag van de week, de zondag, wordt bedoeld waarmee de kanttekeningen de Bijbel tegenspreken. De Bijbel leert ons namelijk het volgende over de dag des Heeren:
Jesaja 2:12 Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde;
2 Petrus 3:10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
Zie hoofdstuk 13.
Gods Woord staat boven alles. De sabbat is zoals de Bijbel leert geen nieuwe / valse leer. Het houden van de zondag spreekt God tegen en is een valse leer.
In Openbaring 1:10 zag Johannes in de geest de dag van oordeel wat overeenkomt met alle andere teksten in de Bijbel die spreken over de dag des Heeren als zijnde een of zelfs dé oordeelsdag. Johannes schrijft nog enkele malen in Openbaring over de dag des Heeren als oordeel in andere bewoordingen:
Openbaring 6:17 Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan?
Openbaring 16:14 Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods.
Openbaring 20:12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
Alleen van Openbaring 1:10 wordt zonder Bijbelse grond en in tegenspraak met wat de Bijbel leert over de dag des Heeren gezegd dat met de dag des Heeren de eerste dag van de week bedoeld wordt. Al zou in deze tekst de eerste dag van de week bedoeld worden dan staat hier nog niet dat de eerste dag van de week in plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen.
Als er had gestaan: En ik was in de geest op Hemelvaartsdag (donderdag), dan staat er ook niet dat de door God geheiligde sabbat veranderd zou zijn naar donderdag!
Echter kende Johannes Gods Woord en de betekenis van de dag des Heeren, namelijk een of de oordeelsdag. Hij leert hier niet dat de dag des Heeren een hele andere betekenis heeft dan wat Gods Woord Johannes geleerd heeft. Dan zou hij de profeten tegen gesproken hebben.
Johannes spreekt Gods Woord niet tegen. Door te leren dat hier de zondag bedoeld wordt laten de mensen Johannes tegen de leer van Gods Woord spreken. De dag des Heeren is ook hier zoals in de hele Bijbel dé of een oordeelsdag. De stem als van een bazuin spreekt in de context ook de oordelen uit.
Er staat niet in de Bijbel dat de dag des Heeren de opstandingsdag of eerste dag van de week is. Als dit wordt gezegd zoals in de kanttekeningen staat dan wordt Gods Woord tegengesproken en worden de kanttekeningen boven de Bijbel geplaatst. Er staat alleen in de Bijbel dat de dag des Heeren dé of een oordeelsdag is.
Om de zondag vast te houden wordt veelal gezegd dat in het Grieks de betekenis anders is. Als men dit zegt beweert men dat onze Bijbel (Statenvertaling) niet goed vertaald is.
Er wordt van Openbaring 1:10 gezegd dat er in het Grieks staat: des Heeren dag. Dit heeft echter geen andere betekenis dan dag des Heeren.
In het Grieks staat: de dag van de Meester, de dag van Christus:
De dag van Christus is de dag dat Hij zal komen op de wolken:
2 Thessalonicensen 2:2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.
In het Grieks staat er ook niet dat de dag des Heeren de eerste dag van de week is, dit is menselijke inlegkunde en tegenspreken van wat God ons leert over de dag des Heeren. Dit gaat tegen de Bijbelse leer in over wat de dag de Heeren werkelijk is namelijk een of de oordeelsdag.
Uit de context en de volgende hoofdstukken van Openbaring blijkt dat met de dag des Heeren in Openbaring 1:10 ook een of dé oordeelsdag bedoeld wordt. Als toch wordt beweerd dat in Openbaring 1:10 de eerste dag van de week bedoeld wordt dan staat er nog niet dat de door God geheiligde sabbat afgeschaft is.
In de kanttekeningen wordt gezegd dat de discipelen op de eerste dag van de week samenkwamen in plaats van op de sabbat. Dit gaat tegen de Bijbel in. Er is in de Statenvertaling slechts 1x sprake van een samenkomst op de eerste dag van de week. Terwijl er in het Grieks zelfs sabbat staat en niet eerste dag van de week.
Zie de toelichting op Handelingen 20:7 en 8. Er staat ook niet dat dit een samenkomst was in plaats van de door God geheiligde sabbat. De discipelen kwamen zelfs dagelijks bij elkaar.
Op de andere plaatsen in de Bijbel waar sprake is van de eerste dag van de week gaat het 6 keer over dezelfde 1e eerste dag der week na de opstanding. Het gaat niet over 6x een andere eerste dag der week! Ze waren toen niet bij elkaar om de opstanding te gedenken want ze geloofden nog niet dat Christus opgestaan was. Zij waren bij elkaar vanwege het offer van de eerstelingsgarven en 50 dagen later vanwege het feest der eerstelingen wat allebei altijd al op de eerste dag der week gedaan en gevierd werd.
Ook toen waren ze niet bij elkaar om de opstanding te gedenken en de zondag te houden in plaats van de door God geheiligde sabbat.
Johannes kende de profeten en schrijft ook hier zoals de profeten over de dag des Heeren als zijnde een of dé oordeelsdag. De profeten leren geen tegenstrijdige uitleg van de dag des Heeren, zie ook 2 Petrus 1:19 En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, Wij moeten leren wat de profeten ons hebben geleerd om de door God geheiligde en nooit afgeschafte sabbat te vieren. Het profetisch woord is zeer vast, dit is niet veranderd maar blijft volgens Gods Woord. Het is Gods Woord!
Johannes schrijft in zijn evangelie ook enkele keren over de eerste dag der week en niet over de dag des Heeren. Zie Johannes 20:19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
en Johannes 20:1 En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen.
Als Johannes met de dag des Heeren de opstandingsdag zou bedoelen dan had hij dit in zijn evangelie ook zo genoemd. Hij noemt dit daar de eerste dag van de week, geen dag des Heeren, geen geheiligde dag in plaats van de sabbat omdat dit anders in tegenspraak zou zijn met wat God en Christus ons leren door de hele Bijbel.
Johannes’ schrijfwijze over in de geest op de dag des Heeren leert dat hij de oordeelsdag bedoelt. De context leert een of dé oordeelsdag wordt bedoeld, Heel de Bijbel leert dat de dag des Heeren een of dé oordeelsdag is,
Er staat in de Bijbel dat wij niet weten welke dag de dag des Heeren is: 2 Petrus 3:10: De dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht!
De dag des Heeren is niet de eerste dag van de week of de door God geheiligde sabbat. We weten niet wanneer de dag des Heeren zal komen leert de Bijbel.
In de hele Bijbel is de dag des Heeren een dag dat God de mensen straft of zelfs de oordeelsdag ! Zie ook hoofdstuk 13 De dag des Heeren is een of dé oordeelsdag.
Samengevat leert de Bijbel ons dat: 1 de dag des Heeren dé of een oordeelsdag is volgens het Oude en Nieuwe Testament wat ook duidelijk uit Openbaring blijkt, 2 de dag des Heeren niet de opstandingsdag is maar dé of een oordeelsdag 3 er geen enkele relatie is met de eerste dag van de week en de inhoud van Openbaring (de oordelen blijken juist uit de context).
De Bijbel leert dat er juist wel een relatie is met de dag des Heeren (oordeelsdag) en de inhoud van Openbaring.
Er wordt tegen de Bijbel in geleerd dat er een nieuw testamentische dag des Heeren is wat dan de zondag zou zijn. Er is echter geen nieuwe testamentische dag des Heeren, zie onder andere 2 Petrus 3:10 waar ook daar in het Nieuwe Testament staat dat de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht.
Als alleen van Openbaring 1:10 gezegd wordt dat daar met de dag des Heeren een andere dag dan dé of een oordeelsdag wordt bedoeld dan leert de Bijbel nergens dat dit de eerste dag van de week is. Ook niet dat de eerste dag van de week in plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen. Wat de Bijbel leert over de dag des Heeren wordt dan zelfs tegengesproken.
|
|
Openbaring 1:11-16 | 11 Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.
12 En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren; 13 En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel; 14 En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs; 15 En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.
Het tweesnijdend zwaard wijst in Openbaring op Gods oordeel(sdag).Zie ook:
Openbaring 2:16 Bekeer u; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds.
Openbaring 19:15 En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods.
|
|
Openbaring 1:17-20
|
17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
Johannes vreesde en viel als dood aan Zijn voeten vanwege de verschrikking van Zijn verschijning en de aanstaande oordelen. Dit was voor Johannes geen heerlijke dag maar een dag van ontzetting over de oordelen die komen over de ongelovigen. Johannes vreest.
18 En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.
Christus wil Zijn volk verlossen en Zijn vijanden straffen, Hij heeft de sleutels der hel en des doods, de macht om de mensen te oordelen. Ook hier is sprake van oordeel.
19 Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:
Johannes moest deze oordelen opschrijven.
20 De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten. |
|
Openbaring 12:9 | En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.
De duivel verleidt zelfs de hele wereld! |
|
Openbaring 12:17 | En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis van Jezus Christus hebben.
De duivel zal krijg voeren tegen degenen die Gods geboden bewaren. |
|
Openbaring 14:12 | Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus. | |
Openbaring 22:14 | Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.
Die zijn geboden doen zelfs nadat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde gemaakt zijn (Openbaring. 21:1 tot en met hoofdstuk 22).
Dit heeft Jesaja ook al geschreven in Jesaja 66:22 Want gelijk als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. 23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.
Zelfs op de nieuwe aarde zal ook de door God geheiligde sabbat geheiligd worden! |
|
Openbaring 22:18 | Want Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
Er staat nergens in de Bijbel beschreven dat de eerste dag van de week in de plaats van de door God geheiligde sabbat is gekomen. Als dit wordt beweerd doen we toe en af aan Gods Woord en daar rust de vloek op. |
|
Openbaring 22:19 | En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.
Er mag niets afgedaan worden van de profetie en van Gods Woord. Als de zondag wordt geleerd in plaats van de door God geheiligde sabbat dan spreken we Gods Woord en Christus voluit tegen en wordt Gods heilige dag ontheiligd.
Bij het vieren van de door God geheiligde sabbat doen we niets af of toe aan wat Gods Woord ons daarover leert.
Bij het leren van de zondag doen we toe aan en af van Gods Woord waar Johannes ons voor waarschuwt. |
De rechter kolom van de voorgaande bladzijden geeft aan waar de eerste dag van de week in de Bijbel vermeld wordt. In heel de Bijbel wordt deze niet geleerd als wekelijkse rustdag. De middelste kolom geeft slechts een beperkt aantal vermeldingen van Gods heilige sabbat, wet en wil. In heel de Bijbel is de sabbat niet afgeschaft, ook de zondag niet ingesteld. Gods Woord is ons fundament, waarin zoals u ziet geen enkele grond is voor het houden van de zondag TEGEN Gods heilige geboden in!
Wees niet horende doof en ziende blind maar lees en herlees Gods Woord en leer wat God ons door Zijn Woord leert. Neem niet een enkele tekst uit zijn verband om daarmee de zondag in plaats van de door God geheiligde sabbat te plaatsen, wat dan weer Gods Woord tegenspreekt op zeer veel andere plaatsen en zelfs Jezus leer en leven tegenspreekt maar lees en leer wat God ons wil leren.
Het vieren van de door God geheiligde sabbat is volledig in overeenstemming met Gods Woord.
|
Bij keuze (let op, menselijke keuze) voor de niet door God geheiligde zondag doen we af van al de betreffende teksten uit de Bijbel.
|
Wie mag u volgen, de mensen met hun eigen zondagsgebod of Christus en Gods Woord, dat van ons vraagt de door God geheiligde sabbat te vieren tot Zijn eer? |
26 Onze Leermeester
Onze waarachtige Leermeester God leert ons Zijn wil in zijn complete waarachtige Woord.
God leert: heilig de 7e dag, de sabbatdag
De kerk leert: heilig de 1e dag, de zondag
De Bijbel leert:
7e dag is niet de 1e dag.
Sabbat (7e dag) is niet de zondag (1e dag)
- Is er een gebod van God om de 7e dag, de sabbat te heiligen? Ja.
- Wie heeft de 7e dag, de sabbat, geheiligd? God.
- Is de heiliging van de sabbat in de Bijbel door God opgeheven? Nee.
Als wij de door God geheiligde sabbat niet heiligen dan overtreden wij Zijn gebod!
Men spreekt God tegen als men zegt dat de sabbat niet heilig is!
Gebod / overtreding:
Waar een gebod is (sabbatsgebod), is ook overtreding als dit gebod niet wordt gehouden.
Als wij Gods geheiligde sabbat niet vieren overtreden wij Zijn heilig gebod.
- Is er een Goddelijk gebod om de zondag te heiligen? Nee.
- Heeft God stilzwijgend de zondag geheiligd in plaats van de sabbat?
Nee, God had dan het overduidelijke sabbatsgebod in de Bijbel afgeschaft en de zondag geheiligd echter houdt de sabbat volgens Jezus’ woorden stand in der eeuwigheid, tot na het maken van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en zal er geen jota of tittel van de wet voorbijgaan.
God is onveranderlijk.
- Wie heeft de zondag geheiligd in de Bijbel? Niemand.
De mensen willen deze heiligen maar mensen kunnen niets heiligen.
Geen gebod / geen overtreding:
Waar geen zondagsgebod is, is geen overtreding. Zes dagen zullen we werken en de 7e dag, de sabbat, heiligen. Wij kunnen de zondag als wekelijkse rustdag niet ontheiligen omdat deze niet door God geheiligd is!
Besef wat heilig inhoud. Zijn geboden zijn heilig, onaantastbaar, onveranderlijk!
De vraag sabbat of zondag is niet moeilijk als we Gods Woord als dé volkomen en complete waarheid houden. Gods wil is de sabbat als wekelijkse rustdag. Veel mensen willen de zondag als wekelijkse rustdag en gehoorzamen God niet.
Wie is onze waarachtige Leermeester?
Wilt u God als Leermeester, de Heere van de sabbat (Mt 12:8, Mk 2:28 en Lu 6:5)
of mensen?
De conclusie, volgens Salomo het einde van de zaak, is:
Prediker 12:13
Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak:
Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.
27 Sabbatten in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde
Welke dagen worden in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde gevierd?
Efeziërs 2:8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; Jesaja 66:23-2322 Want gelijk als die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan.23 En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE. |
↑ |
|
Johannes 10:16b
en het zal worden één kudde en één Herder.
|
Lukas 12:47 En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden. |
Openbaring 22:14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den Boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. |
↑ |
↑ |
↑ |
Hebreeën 10:26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
|
Johannes 15:22 Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
|
1 Timothëus 1:13b
..maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongelovigheid.
|
Matthéüs 15:3 Maar Hij antwoordende zeide tot hen: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods door uw inzetting?
Maleáchi 3:7b maar gij zegt: Waarin zullen wij wederkeren?
Maleachi 2:8a Maar gij zijt van den weg afgeweken, gij hebt er velen doen struikelen in de wet,
Jesaja 24:5 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzetting, zij vernietigen het eeuwig verbond.
Nehémia 9:29 En Gij hebt tegen hen betuigd, om hen te doen wederkeren tot Uw wet, maar zij hebben trotselijk gehandeld en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder teruggetogen en hun nek verhard, en niet gehoord. |
Klaagliederen van Jeremia 3:40 Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE.
|
↑ |
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
|
Romeinen 7:12 Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
|
Matthéüs 12:8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. |
Verbod sabbatsviering, verplichting 321 na Chr.
zondagsviering door keizer Constantijn MENSENINZETTING TEGEN GODS WET!
|
Matthëus 5:18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. |
Verering Zonnegod op zondag!
|
Verdere afzetting tegen de Joden ± 130 na Chr.
|
Geschreven rond het jaar 90 na Christus:
Openbaring 22:19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.
|
↑ |
↑ |
Romeinen 10:12 Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen.
|
Jesaja 58:13 Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heiligen dag; en indien gij den sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, die te eren is; en indien gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt; |
Psalmen 19:8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.
|
Leviticus 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen. |
Exodus 20:8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt.
9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; 11 Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven. |
GODS SCHEPPING,
7e DAG GEHEILIGD TOT ZIJN EER |
28 Samenvatting met belangrijke teksten
Lees onderstaande teksten ook en de context:
1 Koningen 8:61 | En ulieder hart volkomen zij met den HEERE onzen God, om te wandelen in Zijn inzettingen en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen dage. |
Nehémia 9:14-16 | 14 En Gij hebt hun Uw heiligen sabbat bekendgemaakt; en Gij hebt hun geboden en inzettingen en een wet bevolen, door de hand van Uw knecht Mozes.
15 En Gij hebt hun brood uit den hemel gegeven voor hun honger en hun water uit de steenrots voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot hen gezegd, dat zij zouden ingaan om te erven het land waar Gij Uw hand over ophieft, dat Gij het hun zoudt geven. 16 Maar zij en onze vaders hebben trotselijk gehandeld, en zij hebben hun nek verhard en niet gehoord naar Uw geboden; |
Psalmen 19:8-9 | 8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen. |
Psalmen 94:11 | De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
|
Psalmen 119 | Lees geheel Psalm 119 |
Spreuken 30:6 | Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt.
|
Prediker 3:14 | Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht. |
Ezechiël 20:24 | Omdat zij Mijn rechten niet gedaan hadden, maar Mijn inzettingen verworpen en Mijn sabbatten ontheiligd hadden, en hun ogen achter de drekgoden hunner vaderen waren. |
Zacharia 7:12 | En zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij niet hoorden de wet en de woorden die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten, waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE der heirscharen. |
Matthéüs 5:17-19 | 17 Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen.
18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 19 Zo wie dan één van deze minste geboden zal ontbonden en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. |
Matthéüs 7:21 | Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. |
Matthéüs 7:26 | En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft; |
Matthéüs 28:19 | Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. |
Markus 7:9 | En Hij zeide tot hen: Gij doet zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden. |
Lukas 8:21 | Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die Gods Woord horen en datzelve doen. |
Lukas 16:17 | En het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle. |
Lukas 21:33 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. |
Johannes 9:31 | En wij weten dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is en Zijn wil doet, dien hoort Hij. |
Johannes 12:42-43 | 42 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. 43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God. |
Johannes 14:15 | Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. |
Johannes 14:21 | Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren. |
Johannes 15:10 | Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. |
Johannes 15:14 | Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.
|
Johannes 15:22 | Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. |
Johannes 17:1-19
|
Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.
2 Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. 3 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. 4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; 5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. 7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. 8 Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. 9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. 10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. 11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij. 12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. 14 Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. 15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. 16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. 18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. 19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. |
Romeinen 7: 12 | Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.
|
Handelingen 13:28 | En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd dat Hij zou gedood worden. |
Handelingen 18:4 | En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.
|
Handelingen 22:12-14 | 12 En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis hebbende van al de Joden, die daar woonden,
13 Kwam tot mij, en bij mij staande, zeide tot mij: Saul, broeder, word weder ziende! En ter zelfder ure werd ik ziende op hem. 14 En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u tevoren verordineerd om Zijn wil te kennen, en den Rechtvaardige te zien, en de stem uit Zijn mond te horen. |
Handelingen 24:12-14
|
12 En zij hebben mij noch in den tempel gevonden tot iemand sprekende, of enige samenrotting des volks makende, noch in de synagogen, noch in de stad;
13 En zij kunnen niet bewijzen, waarvan zij mij nu beschuldigen. 14 Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is; |
Handelingen 25:8 | Dewijl hij zich verantwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd. |
Handelingen 26:22 | Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: |
Romeinen 2:13 | Want de hoorders der wet zijn niet rechtvaardig voor God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden; |
Romeinen 3:4 | Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt. |
Romeinen 8:7 | Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet. |
Romeinen 4: 15-16 | 15 Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.
16 Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen; |
Romeinen 15:18 | Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken, |
1 Korinthiërs 4:6 | En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander. |
1 Korinthiërs 4:16 | Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.
|
1 Korinthiërs 11:1 | Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
|
1 Korinthiërs 11:2 | En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb. |
1 Korinthiërs 14:37 | Indien iemand meent een profeet te zijn of geestelijk, die erkenne dat hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn. |
2 Korinthiërs 6:3 | Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde;
|
2 Korinthiërs 10:5 | Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus; |
Galaten 1:8-9 | 8 Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
9 Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt. |
Galaten 3:15 | Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond dat bevestigd is, doet niemand teniet, of niemand doet daartoe. |
Galaten 5:10 | Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij. |
Efeze 4:21 | Indien gij naar Hem gehoord hebt en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is; |
1 Thes. 1:6 | En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes; |
1 Thes. 4:1 | VOORTS dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt. |
1 Timothëus 4:16 | Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen. |
1 Timothëus 6:3-4
|
3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is,
4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen. |
1 Timothëus 1:13b | ..maar mij is barmhartigheid geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongelovigheid.
|
2 Timothëus 3:14 | Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; |
Titus 1:14 | En zich niet begeven tot Joodse fabelen en geboden der mensen die zich van de waarheid afkeren. |
Titus 1:16 | Zij belijden dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam en tot alle goed werk ondeugende. |
Titus 2:1 | DOCH gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt. |
Hebreeën 4:10 | Want die ingegaan is in Zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne. |
Hebreeën 10:28 | Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; |
Hebreeën 13:21 | Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u hetgeen voor Hem welbehaaglijk is, door Jezus Christus, Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Jacobus 1:17 | Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering. . |
Jacobus 4:17 | Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.
|
1 Petrus 2:21 | Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen; |
2 Petrus 1:19 | En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten; |
2 Petrus 2:1-2 | 1 EN er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende.
2 En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. |
2 Petrus 2:21 | Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod dat hun overgegeven was. |
1 Johannes 1:1-3 | 1 Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;
2 (Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) 3 Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus. |
1 Johannes 2:3-6 | 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. |
1 Johannes 2:7 | Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oude gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt. |
1 Johannes 5:2-3 | 2 Hieraan kennen wij dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. 3 Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar. |
29 Sola / Tota Scriptura
Alleen Gods Woord als Bron,
behalve met betrekking tot de heilige 7e dag, de sabbat?
Uitleg van Bijbelteksten dient in overeenstemming te zijn met Gods Woord.
Kerkelijke leer, tradities en geschiedenis worden helaas boven Gods Woord en Jezus leer en leven verheven wat absoluut strijdig is met wat God ons leert. Door hierop te bouwen spreken Hem tegen.
De kerk bevestigt dat God in de Bijbel alleen de sabbat als wekelijkse dag heiligde en niet de zondag. Als de kerk dan toch leert dat de zondag geheiligd is bouwt de kerk op een andere grond dan Gods Woord en wel op de kerkelijke leer! De kerkelijke leer is niet in overeenstemming met de sabbat zoals God deze leert in Zijn Woord.
Gods Woord, God en Christus als Leraar staan boven de geschiedenis, (oude leraars), onze gelovige ouders, menselijke leer, kerkelijke leer en alle geschriften zoals God ons leert uit Zijn Woord:
Galaten 1:8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
1 Timothëus 6:3-4 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, 4 Die is opgeblazen en weet niets, maar hij raast omtrent twistvragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen, 5 Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken.
Alleen Gods Woord is de absolute waarheid:
Matthéüs 28:19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven: gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Johannes 12:42-43 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. 43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God.
1 Johannes 2:3-7
3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.
4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet;
5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn.
6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Dit document is slechts een samenvatting van wat de Bijbel leert over de sabbat en Gods wil. Als dit voor u niet duidelijk is lees en onderzoek dan de gehele Bijbel voor de volledige leer over de door God geheiligde sabbat.
Als u onjuistheden in dit document ziet die niet overeenkomen met de Bijbel dan willen wij u vragen dit te mailen naar info@zondagofsabbat.com
Lees en herlees, bidt om wijsheid en leer wat God van ons vraagt en wil geven uit genade.
Gods zegen toegewenst bij het onderzoeken van Zijn heilige Woord.
Sola / Tota Scriptura
(alleen wat heel de Bijbel ons leert)
Zie ook: www.zondagofsabbat.com | www.bijbelsefeesten.com | www.loofhuttenfeest.com | www.avondmaal.com